Arbeidsinspecties aller EU-landen verenigt u!
Sinds 2021 is in Bratislava, Slovakije, de European Labour Authority (ELA) gevestigd, de Europese evenknie van onze Nederlandse Arbeidsinspectie. De samenwerking in de ELA is geen dag te vroeg begonnen. Sterker nog, het had al veel eerder gemoeten.
Want we zijn in de Europese Unie (EU) samen iets fantastisch moois aan het bouwen. Iedere inwoner van de EU kan wonen en werken waar zij/hij/hen wil. Wat een rijkdom aan keuzes is dat! Werken in Frankfurt, vakantie in Zagreb, naar school gaan in Budapest, pensioneren in Toledo. En alle andere mogelijkheden en opties die dat meebrengt.
Maar helaas is het niet alleen goud dat schittert. Ook tranen glinsteren. Geen tranen zoals bij de Schreierstoren van hen die durfals uitzwaaien. Nee, tranen in het land van aankomst. Te vaak valt het tegen als iemand in een ander EU-land gaat werken. Dat mag en kan als de durfal een te rooskleurig of idyllisch beeld had. Een wijze les rijker. Maar het mag en kan niet als dat komt omdat je behandeld wordt als tweederangs, je mens-zijn gereduceerd wordt tot je arbeidsprestatie en je in een afhankelijke situatie wordt gebracht en gehouden.
Om het mooie van het bouwwerk te houden moeten we die mindere kant tegengaan. Door nationale en Europese regels die gelijke beloning voor gelijk werk tot norm maken, uitbuiting en discriminatie voorkomen. En in veel landen, zoals Nederland, is er een arbeidsinspectie die daarop toezicht houdt.
En dat die arbeidsinspecties samen ook een Europese evenknie hebben: aber selbstverständlich, ale oczywiscie, but of course, por supuesto!.
Toch heeft dat even geduurd. 1992, toen de Europese markt met vrij verkeer van goederen, diensten en personen tot stand kwam, zou voor de ELA ook een logisch beginmoment kunnen zijn geweest. Of 2004, toen veel Oost-Europese landen toetraden.
Maar uiteindelijk vormde het EU-platform tegen zwart werken dat in 2015 werd opgezet de basis voor het instellingsbesluit van de European Labour Authority.
De economische voordelen van de Europese markt zijn evident, het catching-up process van eerdere ‘achterblijvers’ is adembenemend. In economische zin is de arbeidsmarkt steeds Europeser. De mobiliteit tussen landen toont dat. Maar veel instituties zijn nationaal geregeld. Juridisch is het vaak nog lang niet één Europese arbeidsmarkt. Dat economische en juridische integratieproces zal de komende decennia van invloed zijn op ons land. Het belang van afstemming van het toezicht – dus van de ELA – neemt naar verwachting alleen maar toe.
De oorlog in Oekraïne, aan de grens van de EU, maakt ons dit indringend duidelijk. Op 3 maart heeft de Raad van Ministers van de EU-landen de richtlijn geactiveerd die tijdelijke bescherming biedt aan ontheemden. Onderdeel daarvan is dat Oekraïners ook aan het werk kunnen in de EU. De ELA heeft in de board meeting benoemd dat het risico aanzienlijk is dat snoodaards hiervan gebruik en misbruik willen maken door er een slaatje uit te slaan en goedkope arbeidskrachten uit te buiten. In alle landen zijn diensten alert op signalen en het voorkomen van die risico’s.
Een sector waar de loonkosten zwaar onder druk staan en waar arbeidsinspecties ook voor de oorlog al Oekraïners tegenkwamen, al dan niet met geldige werkpapieren, is het internationale wegtransport. Joint inspections helpen om overtredingen vast te stellen en aan te pakken. De ELA faciliteert dat inspecteurs van verschillende landen informatie delen en samen inspecteren. Zoals vorige maand met Bulgarije. Bij controles in Nederland leidde het spoor naar een firma in Bulgarije, waarna via ELA-contacten snel werd geregeld dat Nederlandse inspecteurs mee konden lopen met Bulgaarse collega’s en omgekeerd. Zo kon ter plekke informatie veiliggesteld worden waarmee kwam vast te staan dat het een brievenbusfirma was, bedoeld om chauffeurs lagere salarissen te betalen, waar nu dus een stokje voor gestoken wordt. Dit is niet alleen een juichverhaal. Ook met betrokkenheid van de ELA komt er nog steeds heel wat bij kijken om dit soort resultaten te boeken: van tolken die meelopen en simultaan vertalen tot formele informatieverzoeken via de nationale liaisonbureaus om conform alle regels gegevens te wisselen. Maar zonder samenwerking in de ELA was het er helemaal niet of lang zo snel niet van gekomen.
Als founding member zetten we vanuit Nederland daarom in op verdere samenwerking in de ELA. Daarbij geldt in vergelijking met andere landen dat de institutionele inrichting van het toezicht in Nederland robuust en relatief overzichtelijk is. De Nederlandse Arbeidsinspectie combineert het toezicht op eerlijk werk, veilig en gezond werken en bestaanszekerheid. In veel landen worden deze taken (nog) niet door één organisatie gedaan of zijn ze (deels) op deelstaat- of regionaal niveau bij meerdere toezichthouders belegd. Het zou fijn zijn als de samenwerking ook op dat vlak de slagvaardigheid helpt vergroten.