DOI: 10.5553/TMD/138638782019023001007

Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagementAccess_open

Boekbespreking

Collaboratief onderhandelen: niet-advocaten aan zet

Auteurs
DOI
Toon PDF Toon volledige grootte
Auteursinformatie Statistiek Citeerwijze
Dit artikel is keer geraadpleegd.
Dit artikel is 0 keer gedownload.
Aanbevolen citeerwijze bij dit artikel
Roger Ritzen, 'Collaboratief onderhandelen: niet-advocaten aan zet', Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement 2019-1, p. 62-63

Dit artikel wordt geciteerd in

      Frank Delporte, Collaboratief onderhandelen, Antwerpen: Maklu 2018, ISBN 978-90-466-0957-6

      Het zou me niet verbazen als de Vlaming Frank Delporte vergevorderd was met het schrijven en samenstellen van zijn boek, toen opeens de Belgische wetgever bedacht om collaboratief onderhandelen in de nieuwe Belgische wetgeving op te nemen. Op 2 juli 2018 verscheen in het Belgisch Staatsblad de Wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing.

      Mogelijk dat de wetgever zich heeft laten inspireren door het Franse landsgedeelte van België, dat al een verder ontwikkelde en bestaande praktijk van collaboratief onderhandelen kent. De Vlaming die dit boekt vastpakt om meer te weten te komen over de nieuwste inzichten van de wetgever op het gebied van alternatieve geschillenbeslechting zal teleurgesteld zijn. Het gaat niet specifiek over deze wetgeving; het gaat over onderhandelen op basis van de beginselen van Harvard. Is dat erg? Helemaal niet. Het boek biedt namelijk veel, ook voor Nederlanders.

      Het boek bespreekt in vogelvlucht de verschillende aspecten van onderhandelen. Het bestaat uit zes delen (hoewel het laatste deel in de inhoudsopgave abusievelijk nog eens is genummerd als V). Het boek begint met de definitie, de herkomst en de plaats van alternatieve geschillenbeslechting (20 pagina’s); dan volgt een bespreking van de basis van onderhandelen, waaronder een plaatsing in de geschiedenis van ‘Getting to yes’ (30 pagina’s), het beginpunt van de theoretische onderbouwing van de gestructureerde onderhandelingen. Er is behoorlijke aandacht in het boek voor de rol van advocaten (18 pagina’s) in onderhandelingen. De emotie komt aan bod, maar vooral in het kader van onderhandelingstechniek en niet op een psychologische manier (60 pagina’s). Er worden vele specifieke onderhandelingsmomenten (70 pagina’s) behandeld. Het deel ‘Dealmaking’, hetgeen niet naar een Vlaams/Nederlands woord is vertaald (46 pagina’s), behandelt een aantal soorten onderhandelingen. Het laatste deel ten slotte is ‘voor gevorderden’ (20 pagina’s) en bestaat uit een verzameling losse onderdelen, die vooral anekdotisch zijn en naar mijn smaak te weinig zijn uitgewerkt. Hoe vastgelopen onderhandelingen weer vlot kunnen worden getrokken, is iets waar iedereen tegenaan loopt en niet alleen gevorderden. Dat had een prominentere plaats en meer uitwerking mogen krijgen.

      Delporte geeft op vrijwel elke pagina zijn mening en spreekt de lezer ook vaak rechtstreeks aan, waardoor het een vlot, toegankelijk en eerder laagdrempelig werk is geworden; het is zeker niet (te) diepgravend, maar biedt vooral overzicht. In dat opzicht is het redelijk compleet en heeft het zonder meer een toegevoegde waarde. Het geeft een eerder breed dan fragmentarisch overzicht van de theorie en praktijk voor iedere onderhandelaar en mediator en is zeker bruikbaar als lesmateriaal voor de meer praktijkgerichte opleidingen onderhandelen.

      De auteur, bijna dertig jaar praktiserend advocaat in Vlaanderen geweest, wil via vele opmerkingen tussendoor duidelijk maken dat hij het niet eens is met de stelling dat advocaten in hoge mate (en volgens sommige als enige beroepsgroep) geschikt zouden zijn om onderhandelingen te voeren en/of als mediator te acteren. De stijl van tamelijk uitgesproken meningen van de auteur op dit gebied, maar ook op andere gebieden, is tot op zekere hoogte een verademing. Het boek kan, mede daardoor, zeker een aanmoediging zijn voor vele niet-advocaten om zich te verdiepen in onderhandelingstechnieken en kan een inspiratie zijn om ook de stap te zetten mediator te worden. Een dergelijke beweging dat ook niet-advocaten zich opwerpen als onderhandelaar/mediator zou het fenomeen mediation in België vooruit kunnen helpen, zoals bijvoorbeeld in Nederland aan de orde is en vruchten afwerpt, waardoor meer dan de helft van de erkende mediators in Nederland niet-advocaat is.

      Het boek is niet een puur Vlaams boek; de bronnen die vermeld zijn, zijn alle buitenlands. Het is ook zonder meer voor een Nederlands publiek leesbaar, maar de Nederlandse lezer zal wel moeten accepteren dat Vlaanderen het woord bemiddeling (nog steeds?) niet heeft vervangen door het elders in de wereld gebruikte begrip ‘mediation’ of vernederlandst: mediatie.


Print dit artikel