DOI: 10.5553/TvH/1568654X2024024003003

Tijdschrift voor HerstelrechtAccess_open

Artikel

Herstelrecht in geval van geweld in relaties en gezinnen?

Trefwoorden Herstelbemiddeling, Geweld in relaties/gezinnen, Vrijwilligheid
Auteurs
DOI
Toon PDF Toon volledige grootte
Samenvatting Auteursinformatie Statistiek Citeerwijze
Dit artikel is keer geraadpleegd.
Dit artikel is 0 keer gedownload.
Aanbevolen citeerwijze bij dit artikel
Katinka Lünnemann en Annemieke Wolthuis. (2024). Herstelrecht in geval van geweld in relaties en gezinnen?. Tijdschrift voor Herstelrecht (24) 3, 13-28.

    Restorative justice responses are increasingly common in criminal cases, including domestic violence cases (referred to here as intra-family violence or partner violence). It can offer parties prospects of restoring trust or repairing harm through a guided conversation. However, application of restorative justice provisions in such cases is not self-evident. The dynamics of partner violence create specific challenges, particularly with regard to victim safety and voluntary participation. The use of restorative justice requires extra careful consideration. In this contribution, we exchanged views with Pascale Franck and Karolien Boonen, working at Family Justice Centres in Flanders. Besides mediation in cases of partner violence, the use of restorative justice options in cases of parental or child abuse was discussed. Preceding, issues of partner violence and violence in families and the requirements of the Istanbul Convention are highlighted. Finally, the conditions we believe should be set to apply mediation in cases of partner violence and some practical challenges are shared.

Dit artikel wordt geciteerd in

    • 1 Inleiding

      Herstelrechtelijke reacties zoals mediation, herstelbemiddeling of herstelconferenties komen steeds vaker voor in strafzaken, ook in zaken van huiselijk geweld (hier intrafamiliaal geweld of geweld in relaties en gezinnen genoemd). Het kan partijen perspectief bieden op herstel van vertrouwen of herstel van schade via een begeleid gesprek. Toepassing van herstelrechtvoorzieningen1x Soms aangeduid als bemiddeling, maar daar kan in de meeste gevallen ook mediation in strafzaken gelezen worden of een groepsconferentie, waarbij een groter netwerk wordt ingezet. in geval van geweld in intieme relaties is echter niet vanzelfsprekend. De dynamiek van partnergeweld creëert specifieke uitdagingen voor de praktijk van mediation, met name met betrekking tot veiligheid van het slachtoffer en vrijwillige deelname. De inzet van herstelrecht vergt een extra zorgvuldige afweging. In deze bijdrage praten we hierover met Pascale Franck en Karolien Boonen, werkzaam bij Family Justice Centers in Vlaanderen en experts op het terrein van intrafamiliaal geweld. Naast bemiddeling in geval van partnergeweld, spreken we over het inzetten van herstelrechtelijke mogelijkheden bij oudermishandeling of kindermishandeling. Voorafgaand aan het interview gaan we in op de problematiek van partnergeweld en geweld in gezinnen, en op de vereisten van het Verdrag ter preventie en bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Verdrag van Istanbul) (Staatsblad 2015, 409). We besluiten het artikel met de voorwaarden die wat ons betreft gesteld zouden moeten worden als vormen van bemiddeling worden ingezet bij partnergeweld en enkele uitdagingen voor het werkveld.

    • 2 Herstelrecht en huiselijk geweld

      Geweldspatronen

      Geweld en agressie in relaties en gezinnen zijn wijdverspreid, vindt onder alle bevolkingsgroepen en in alle culturen plaats en is van alle tijden. Dit geweld in relaties en gezinnen kent verschillende gezichten. Als we kijken naar het fenomeen partnergeweld, zijn twee aspecten van belang: het motief en gender. Het eerste aspect betreft de vraag of het geweld voortkomt uit het willen controleren van de ander of uit onmacht. Is sprake van een patroon van macht en controle, inbreuken op vrijheidsrechten, waar vooral de man sterk controlerend gedrag combineert met vormen van geweld en waar het slachtoffer en de kinderen in angst leven (intieme terreur)? Of gaat het om geweld dat voortkomt uit een opeenstapeling van stress­factoren, zoals schulden, problemen op het werk of plotselinge levensgebeurtenissen (bijv. verlies van een dierbare, plotselinge ziekte of verlies), en dus om situationeel geweld (Johnson, 1995, 2008; Johnson & Leone, 2005)? In het eerste geval, dwingende controle, is de impact op vrouwen2x Wij spreken van vrouwen omdat, zeker in geval van dwingende controle, en ook in geval van structureel ernstig geweld, vrouwen veel vaker slachtoffer zijn dan mannen. Zie verderop over gender in deze bijdrage. en kinderen groter. Zij leven in angst en de kans op trauma en angststoornissen is groter (Graham-Bermann & Edleson, 2001; Johnson, 2008; Johnson & Leone, 2005; Le Compte & Groenen, 2020; ­Monckton Smith, 2021; Pico-Alfonso, 2005; Stark, 2007). Het verlaten van een relatie waarin sprake is van intieme terreur is een riskante onderneming: de kans op stalking is groot, evenals het risico om gedood te worden (Campbell et al., 2001, 2009; Monckton Smith, 2021).

      Het type dader in geval van intieme terreur kent verschillende gedaanten, er kan sprake zijn van antisociale dynamiek, borderline of narcistische dynamiek, en ook vanuit patriarchale waarden waarin macht over vrouwen gerechtvaardigd wordt, vindt dwingende controle plaats (Johnson, 2008; Nielsen et al., 2016; Stark, 2007).

      In geval van situationeel geweld zijn er allerlei vormen van geweld, waarbij beide partners schelden, duwen, slaan en vernielen, maar het kan ook zijn dat een van de partners vooral agressief is en de ander reactief, of er is sprake van eenzijdig geweld. Er kan sprake zijn van family only, maar ook van zowel agressie thuis als in de publieke sfeer, en het geweld kan zeer ernstig zijn (Deuren et al., 2021; Lünnemann & Bruinsma, 2005).

      Wat betreft het tweede aspect, gender, is er een verschil in slachtofferschap en daderschap. Vooral vrouwen zijn slachtoffer van structureel ernstig geweld door hun mannelijke partner of ex-partner: er is vaker sprake van seksueel geweld, van verwurging zonder en met fatale afloop, letsel, ernstige bedreiging, intimidatie en belaging (Van Eijkern et al., 2018; Steketee et al., 2020; Akkermans et al., 2020).

      Wanneer vrouwen worden gedood of vermoord is dit in meerderheid van de gevallen door hun mannelijke partner of ex-partner,3x Bijna 60 procent van de vrouwen die werden vermoord in de periode 2016-2020, werd door hun (ex-)partner vermoord (CBS, 2021). terwijl mannen vooral worden vermoord door mannen en niet in een intieme relatie.4x Van de mannen die vermoord werden in de periode 2016-2020, werd 30 procent door vrienden of kennissen vermoord en 4 procent door hun (ex-)partner (CBS, 2021). In de meerderheid zijn vrouwen slachtoffer en mannen pleger als het gaat om de meldingen bij de politie (Ferwerda & Hardeman, 2013; Lünnemann & Ter Woerds, 2021).

      Het is belangrijk inzicht te hebben in het type geweldspatroon om goed te kunnen inschatten of bemiddeling onder de voorwaarden veiligheid, vrijwilligheid en machtsevenwicht mogelijk is. Waar het gaat om een geweldsdynamiek waarin het geweld voortkomt uit stress en onmacht, er een escalatie is van conflicten en partners open staan voor verandering, is een vorm van bemiddeling eerder passend dan als er een patroon is waarin sprake is van dwingende controle (De Loof, 2024; Lünnemann & Wolthuis, 2019).

      In geval van situationeel geweld kunnen relatietherapie en bemiddeling onder de voorwaarden van veiligheid, vrijwiligheid en machtsevenwicht bijdragen aan het stoppen van het geweld (Lünnemann & Wolthuis, 2019). Vanuit psychologische verklaringen wordt in die gevallen aangesloten bij de hechtingstheorie: het geweld wordt beschouwd als een ‘roep om verbinding’ en verklaard uit beschadigde hechtingspatronen uit de jeugd (De Loof, 2024). Als beide partners zelfreflectief kunnen zijn, kunnen relatietherapie en bemiddeling helend zijn (Lünnemann & Wolthuis, 2019).

      Als een psychologische verklaring als uitgangspunt wordt genomen, bestaat het gevaar dat de machtsdynamiek in een relatie niet wordt blootgelegd; het geweld wordt niet gezien als een manier waarop controle en macht over de ander wordt uitgeoefend, en er is weinig aandacht voor hoe het geweldspatroon doorbroken kan worden. In geval van intieme terreur is er een duidelijk machtsverschil en heeft het patroon van dwang en controle de autonomie en zelfrespect van het slachtoffer aangetast. Bij intieme terreur is relatietherapie en herstelbemiddeling geen optie, omdat er geen sprake is van de drie voorwaarden veiligheid, vrijwilligheid en machtsevenwicht. Het slachtoffer moet eerst haar zelfrespect en autonomie hervinden en de pleger moet de verantwoordelijkheid voor het eigen gedrag (leren) nemen (Lünnemann & Wolthuis, 2019; De Loof, 2024).

      Tussen deze twee uiteinden van geweldsdynamieken (situationeel geweld en intieme terreur) zitten veel varianten. Bij situationeel geweld kan sprake zijn van eenzijdig, ernstig en chronisch geweld en verschillen in (economische en sociale) macht en bij intieme terreur kan er enige vorm van zelfinzicht zijn. Inzicht in geweldspatronen is van belang, waarbij het van de concrete casus afhangt of herstelrechtelijke activiteiten zinvol kunnen zijn.5x Zie de bespreking van het boek van Mandel door Katinka Lünnemann in dit nummer.

      Herstelbemiddeling en mediation in het strafrecht

      Het Verdrag van Istanbul verbiedt verplichte toepassing van alternatieve geschillen­beslechting (art. 48 lid 1) en benadrukt dat slachtoffers te allen tijde toegang moeten hebben tot het recht.6x Zie ook het redactioneel. Achtergrond hiervan is dat via het recht de pleger verantwoordelijk moet kunnen worden gesteld voor het gepleegde geweld. Geweld tegen vrouwen in de relationele sfeer werd lange tijd vooral als privéprobleem beschouwd en het stellen van een maatschappelijke norm dat geweld in relaties strafbaar is, kan daarom worden gezien als een verworvenheid.7x Zie ook J.L. Herman, Truth and Repair. How trauma survivors envision justice. Basic Books London 2023. Slachtoffer-dader­bemiddeling gaat uit van gelijkwaardige partijen, maar dit is in geval van partnergeweld niet altijd eenvoudig vast te stellen. Subtiele vormen van druk kunnen hebben meegespeeld in het aanvaarden van bemiddeling of mediation. Het gevaar is dat bemiddelaars door uit te gaan van gelijkwaardigheid de suggestie wekken dat beide partners verantwoordelijk zijn voor het conflict en geen duidelijke norm stellen dat de dader verantwoordelijk is voor het geweld (Daly & Stubbs, 2007).

      Dit punt zien we terug in de beoordeling van GREVIO8x GREVIO is een groep van onafhankelijke experts met een toezichttaak op de uitvoering van het Verdrag. op de naleving van artikel 48 Verdrag van Istanbul. GREVIO wijst op de noodzaak tot het invoeren van duidelijke protocollen en richtlijnen, zodat het aanbod tot bemiddeling geheel vrijwillig wordt aanvaard en er geen ongepaste druk wordt uitgeoefend op vrouwen om enige vorm van bemiddeling of alternatief te aanvaarden. We gaan hier op in aan de hand van de beoordeling van enkele landen (Duitsland, Finland, België en Nederland) via zogenaamde baseline evaluations die zijn uitgevoerd door GREVIO.

      In het toezicht op de uitvoering van het Verdrag door GREVIO is in de evaluatierapportages aandacht voor bemiddeling en mediation. Hieruit komt naar voren dat bijvoorbeeld in Duitsland ngo’s en advocaten aangeven dat vrouwelijke slachtoffers van huiselijk geweld subtiele vormen van druk ervaren die wordt uitgeoefend door individuele rechters en aanklagers om tot een schikking te komen via bemiddeling.9x Baseline Evaluation Report Germany (2022). Ook zijn er in Duitslanden enkele deelstaten die verplichten tot bemiddeling wanneer op het geweldsdelict een straf staat van minder dan 750 euro boete. Hoewel de mogelijkheid bestaat hiervan af te wijken, concludeert GREVIO dat deze mogelijkheid om de verplichting te omzeilen niet kan worden beschouwd als een vervulling van de verplichting van de staat op grond van art. 48 van het Verdrag van Istanbul (p. 78, nr. 287). Met betrekking tot Finland, waar bemiddeling al langere tijd binnen het strafrecht een plek heeft,10x Zie voor meer informatie over Finland ook de rapporten: Drost et al., 2015; Wolthuis & Lünnemann, 2015. geeft GREVIO aan bezorgd te zijn over de uitvoering van de bemiddeling door lekenbemiddelaars in huiselijk geweldzaken. De leken­bemiddelaars worden niet uitgebreid genoeg getraind, waardoor ze mogelijk niet in staat zijn de machtsdynamiek te herkennen die een rol speelt bij partner­geweld. Ook benadrukt GREVIO dat zaken van partnergeweld alleen naar bemiddeling mogen worden geleid na zorgvuldig onderzoek naar mogelijke herhaling of continuïteit van partnergeweld, en na beoordeling van de behoefte van het slachtoffer aan bescherming en begeleiding.11x Baseline Evaluation Report Finland (2019), p. 47-48. Om te voorkomen dat slachtoffers subtiel worden aangezet om aan bemiddeling mee te doen, beveelt GREVIO aan een protocol of richtlijn te ontwikkelen om die vrijwilligheid en zorgvuldige afweging te borgen.

      Het voorgaande geldt ook in meer of mindere mate voor België en Nederland. ­GREVIO geeft aan bezorgd te zijn over de daadwerkelijke vrijwilligheid van slachtoffers om mee te werken aan mediation in het strafrecht. Daarnaast signaleert GREVIO dat mediation kan leiden tot decriminalisering van geweld tegen vrouwen en vrouwen ervan kan weerhouden hun recht in te roepen.12x Baseline Evaluation Report Belgium (2020), p 48-49; Baseline Evaluation Report Netherlands (2020), p. 50, nr. 247. GREVIO heeft Nederland geadviseerd de wetgeving en richtlijnen voor alternatieve geschillenbeslechting in alle strafzaken van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld te herzien. Met dien verstande dat dergelijke praktijken niet leiden tot decriminalisering van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld en de rechten van de slachtoffers worden gehandhaafd.

      Deze aanbeveling heeft er niet toe geleid dat er in Nederland of België een richtlijn of protocol is ontwikkeld. In Nederland verwijzen rechters en officieren soms zaken van partnergeweld door naar het mediationbureau als mediation in de strafzaak hen zinvol lijkt. Specifieke criteria daarvoor zijn niet vastgelegd. Het mediation­bureau maakt een korte beschrijving voor de mediators die verder gaan exploreren of partijen willen deelnemen en daarbij afwegen of het voor partijen en de mediators veilig en goed voelt. Perspectief Herstelbemiddeling bemiddelt ook in zaken van partnergeweld. De bemiddelaars krijgen training en opleiding over diverse thema’s en hierin is ook aandacht voor partnergeweld, maar ze kennen geen specifieke werkwijze op dit thema. Zie ook de bijdrage van Vanluyten en Verijdt in dit nummer. In Vlaanderen werkt de bemiddelingsorganisatie Moderator ook met partnergeweldzaken. Zij kennen eveneens geen specifiek draaiboek. Wel wordt net als bij de andere instanties gewerkt aan kennisoverdracht over huiselijk geweld en de bijbehorende dynamieken en is onlangs een werkgroep gevormd met Veilig Huis om de samenwerking en kennis over en weer te versterken.13x Informatie verkregen van collega Moderator in september 2024. Hoewel naar vrijwilligheid wordt gekeken, zijn er geen criteria vastgelegd om te garanderen dat er voldoende kennis is omtrent patronen van dwang en controle, en het voorkomen van (subtiele) druk die zelfs bij vrijwillige toestemming kan bestaan.

      Herstelgericht werken is onderdeel van de werkwijze van Veilig Huis/Family ­Justice Centers in Vlaanderen, waar geweld in relaties en gezinnen core business is. Wat kunnen we leren van hun praktijk? Hoe kijken zij aan tegen herstelgericht werken en de inzet van bemiddeling of mediation?

    • 3 In gesprek over Family Justice Centers en herstel14x Het interview werd op 30 mei 2024 in Tallinn gehouden door Annemieke Wolthuis tijdens het congres van het European Forum for Restorative Justice. Met dank aan Joep Harmsen, Avans Hogeschool, voor het bijwonen van het interview en aanvullende informatie op een eerdere versie.

      We spraken met Pascale Franck en Karolien Boonen, omdat zij bij uitstek deskundig zijn op het terrein van huiselijk geweld en herstelgericht werken binnen de Family Justice Centers (Groen, Franck & Simons, 2017).

      Pascale Franck is met haar Nederlandse collega Bert Groen initiatiefnemer van de European Family Justice Center Alliance (EFJCA), opgezet naar Amerikaans voorbeeld. Franck werkt momenteel als expert intrafamiliaal geweld voor de Vlaamse overheid. Voordien was ze initiatiefnemer en strategisch coördinator van FJC Antwerpen (nu Veilig Huis Antwerpen). Ze is zeer actief in het Europese netwerk. Karolien Boonen is netwerkcoördinator Veilig Huis Rivierenland, tevens een Family Justice Center. Family Justice Centers zijn instellingen waar verschillende professionele diensten vanuit hulpverlening, politie en justitie samenwerken vanuit één locatie.15x Een vergelijkbare werkwijze voor kindermishandeling is bekend onder de naam Barnahus, veelal werkzaam in Scandinavië en enige tijd ook in Haarlem. In Nederland is Filomena in Rotterdam een onestopshop met inloopspreekuur. De kern van het concept is om slachtoffers een betere, gecoördineerde dienstverlening aan te bieden. Het doel van de samenwerking is om geweld te stoppen en verdere escalatie te voorkomen. De Vlaamse overheid heeft in elke Vlaamse provincie één of meer Veilig Huizen ingebed. Deze Veilig Huizen richten zich op gezinnen of relaties waar meermaals geweld voorkomt; er is sprake van meervoudige problematiek en/of onveiligheid voor directe en indirecte (bijv. kinderen als getuigen van geweld) slachtoffers.16x www.vlaanderen.be/veilig-huis.

      De European Family Justice Center Alliance heeft een Memorandum of Understanding met het European Forum for Restorative Justice en ziet herstelgericht werken als meerwaarde en ook onderdeel van hun werk. Tegelijkertijd is EJCA kritisch op het gebruik van herstelrechtvoorzieningen en daar willen wij voor dit nummer van het Tijdschrift voor Herstelrecht graag meer over weten.

      Het gesprek gaat over vier thema’s: 1) de betekenis van herstelgericht werken in Family Justice Centers, 2) bemiddeling in geval van dwingende controle/intieme terreur, 3) herstelgericht werken in geval van kindermishandeling, en 4) herstelgericht werken als sprake is van oudermishandeling. Hieronder delen we de inzichten uit het interview.

      Thema 1: Binnen het FJC in Antwerpen is er aandacht voor herstelgericht werken. Op wat voor manier wordt er herstelgericht gewerkt? Kunnen jullie voorbeelden geven? Is er bijvoorbeeld verschil tussen herstelgericht werken binnen een strafrechtelijke aanpak en als het strafrecht niet is betrokken?

      Herstelgericht werken is meer dan mediation

      Herstelgericht werken in zaken van gender based violence wordt vaak verengd naar mediation/bemiddelingen en dat is jammer, aldus Franck. Je kan op verschillende manieren herstelgericht werken. Je kunt denken aan het betrekken van steungroepen om slachtoffers heen, bijvoorbeeld lotgenotencontacten. Ook het betrekken van anderen, zoals familie, vrienden, buren of professionele hulp, is (mede) gericht op herstel, doordat zij het koppel of het gezin ondersteunen en verder helpen: door stress te verminderen komt er ruimte voor herstel. Daarnaast betekent herstelgericht werken dat mensen weer in hun kracht komen.

      Franck: ‘Wij werken in Veilig Huis Antwerpen volgens de Hoop-theorie (Groen et al., 2017).
      We zijn erop gericht mensen terug in hun kracht te zetten door hen te ondersteunen in het stellen van relevante en positieve doelen, en hen te helpen die doelen te realiseren. Ook werken we samen met het slachtoffer aan de onderliggende problemen en het terug opbouwen van controle over het eigen leven. Dat is toekomstgericht. We werken aan het opbouwen van vertrouwen en herstel van schade. Herstellen van schade kan pas als er voldoende veiligheid is in het gezin of de relatie. Om dit te bereiken zetten we verschillende tools in.’

      Tijd nemen is cruciaal in het werk van de FJC, zeggen Franck en Boonen. Als je rust inbouwt en aan vertrouwen werkt, dan kun je mensen meekrijgen en werken aan verandering om het geweld te stoppen en mensen weer op de rit te krijgen. Centraal in de aanpak in het werken met de slachtoffers van het geweld is steeds: aandacht aan hun slachtofferschap geven en ze vragen naar hun doelen voor de komende tijd: wat wil jij? Droom eens hard op, wat is je hoop en droom? Vervolgens wordt gekeken wat kan en hoe het kan worden verwezenlijkt. Het kan gaan om het zoeken naar een eigen huis of het vinden van een baan. Of om ergens op de fiets naar toe durven gaan.

      Hierbij is de focus op de kinderen van belang. Kinderen zijn de volgende generatie en het intergenerationeel doorbreken van gewelddadige of negatieve patronen is heel belangrijk. ‘Wij bespreken met de ouders, als er voldoende vertrouwen is opgebouwd, ook opvoedingsstress en de impact van hun eigen gedrag op de kinderen. Ouders zien zichzelf vaak eerst als slachtoffer van de situatie en zijn daarnaast gefocust op de toekomst (waar hoop uit wordt geput). Ze zijn niet bezig met de ­“schade” die is aangericht bij hun kinderen’, aldus Franck. Ook voor ouders zijn er steungroepen, zoals de oudergroepen waar ouders met elkaar aan de slag gaan nadat het geweld is gestopt. Het gesprek gaat dan over hoe het voor de kinderen veilig kan worden gemaakt en hoe de impact van wat er gebeurde in het gezin kan worden hersteld.

      Binnen Family Justice Centers wordt onderscheid gemaakt tussen situaties van intieme terreur en situationeel geweld of gezinnen in de stress. Bij intieme terreur is een duidelijk slachtoffer- en plegerprofiel, maar bij situationeel geweld kan er een glijdende schaal zijn tussen zelf slachtoffer zijn en zelf ook onveilig gedrag vertonen. In een aantal situaties gaat het om mensen die nog geen inzicht hebben in hoe ze met hun gedrag en houding het onveilig maken. Voor deze groep is er een laagdrempelig groepsaanbod waar gewerkt wordt aan inzicht in de dynamiek, de impact van het eigen gedrag, en hoe daarin te herstellen.

      Tot slot is er specifieke aandacht voor gezinnen of koppels waarbij een van de partners een tijdelijk huisverbod opgelegd kreeg. In Veilig Huis Antwerpen en Rivierenland is hiervoor een team dat intensief, in samenwerking met justitie (openbaar ministerie) en het justitiehuis (reclassering), met de gezinsleden werkt aan het vergroten van de directe veiligheid, inzicht in de onderlinge dynamieken, het aanpakken van onderliggende problemen en opzetten van een veilige situatie na het huisverbod (waarbij mensen al dan niet terug samenwonen/in een relatie blijven).

      Bemiddeling?

      Herstelrecht in de zin van slachtoffer-daderbemiddeling is vaak nog niet aan de orde of gewenst als gezinnen of koppels bij Veilig Huis binnenstromen. De inzet van bemiddeling of mediation in strafzaken (in Vlaanderen zeggen ze slachtoffer-daderbemiddeling) kan volgens Franck en Boonen alleen na een zorgvuldige risk assessment bij partnergeweld. Er is vaak sprake van chantage of van een ­onbalans in macht en situaties waarin een van de partners (meestal de vrouw) onder druk wordt gezet.

      Franck vindt het goed dat het Verdrag van Istanbul streng is: absoluut geen gedwongen mediation/bemiddeling. Het principe van Restorative Justice is dat dit nooit gedwongen kan worden opgelegd en dat bij partnergeweld extra onderzoek wordt gedaan naar die vrijwilligheid. Ook moet er altijd een risicoscreening worden afgenomen, zoals hierboven in de inleiding is beschreven. Franck: ‘Risicomanagement wordt onvoldoende ingezet om te bepalen wanneer je mediation kunt gebruiken. Je moet wel heel zeker zijn dat er geen sprake is van intiem terreur.’ Probleem is dat betrokken professionals vaak onvoldoende kennis hebben van de dynamiek van koppelgeweld om dit te kunnen herkennen, dit geldt ook voor rechters. Dat brengt risico’s met zich mee voor slachtoffers die zich in een onmachtige positie bevinden ten aanzien van de plegers, wat voor veel situaties van partnergeweld opgaat. De vrouwen leven niet in een situatie waar er genoeg garanties zijn voor veiligheid. Je hebt goed opgeleide mensen nodig met kennis van de diverse aspecten van familiegeweld. In vele functies hebben professionals geen diepgaande opleiding gehad inzake het herkennen van dynamieken van gezinsgeweld. Bijvoorbeeld het herkennen van de rode vlaggen bij intieme terreur is een eerste stap, maar het vergt verdergaande analyse en risicotaxatie om deze situaties goed in kaart te brengen. Dit kan vaak alleen gebeuren in een goede multidisciplinaire setting.

      Het doel van een herstelgerichte aanpak moet ook duidelijk zijn: wat wil het koppel herstellen? Wie heeft hier baat bij? Wie is erbij betrokken? En hierbij dient men een goed oog te hebben voor de belangen van slachtoffers, zeker in het kader van intrafamiliaal geweld. De belangen van slachtoffers en plegers zijn hier vaak verweven en daarom is niet altijd duidelijk voor de buitenwacht welk herstel voor wie van belang is. Ook kan de keuze van het slachtoffer om mee te doen aan een herstelrechtelijke procedure gekozen worden uit angst voor nog meer negatieve consequenties indien het slachtoffer niet mee instapt (bijv. vanuit de pleger, de omgeving, justitie, het familierecht). Dit moet eerst duidelijk worden uitgeklaard alvorens het traject van bemiddeling aan te gaan in situaties van intrafamiliaal geweld, daar zijn Franck en Boonen stellig in.

      Thema 2: Herstelbemiddeling en mediation zijn niet gewenst in geval van coercive control/intieme terreur, zo komt uit ons Europese onderzoek naar voren (Wolthuis et al., 2015). Herkennen jullie dat uit jullie praktijk? En wat zijn voor jullie eventuele voorwaarden voor de inzet van herstelrecht als er signalen zijn van dwingende controle?

      Herstelbemiddeling niet bij intieme terreur

      Dit wordt zeker herkend. Als sprake is van een patroon van intiem terreur, moet je herstelbemiddeling absoluut niet inzetten, aldus Franck. Ze schudt heel stellig nee; ook niet bij stalking. Er is vaak zoveel meer aan de hand. Als er geen sprake is van intieme terreur, is eventueel bemiddeling tussen slachtoffer en pleger mogelijk, maar dit kan pas na een intensief traject en als er goed zicht is op de situatie. En dit is er pas na een periode waarin al wel herstelgericht gewerkt wordt, zoals hierboven aangegeven. In het algemeen staan Franck en Boonen op het standpunt dat situaties van dwingende controle sowieso in een mooie Vlaamse term tegenaangewezen/niet geschikt zijn voor herstelbemiddeling.

      Of herstelbemiddeling aan de orde kan zijn, behoeft volgens Franck een goede taxatie van de dynamieken, risicofactoren en onderliggende patronen. Dit moet gebeuren in een multidisciplinair team, dat voldoende zicht heeft op de voorgaande en huidige situatie. Indien in Veilig Huis bemiddeling wordt ingezet, dan gaat het om bijvoorbeeld het opstellen van afspraken nadat het geweld is gestopt, goede financiële afspraken bij een scheiding, afspraken met betrekking tot de kinderen enzovoort. Indien het geweld niet gestopt is, de dynamiek niet duidelijk is en er geen multidisciplinaire samenwerking is, is bemiddeling een contra-indicatie bij intrafamiliaal geweld. Men kan dan immers niet inschatten of de partners beide met de juiste bedoelingen en in een onderling machtsevenwicht aan tafel zitten.

      Een brief op de mat met voorstel voor bemiddeling

      In Vlaanderen krijgen partijen soms in een brief van justitie al een aanbod om mee te doen aan een bemiddeling. Franck en Boonen hebben het hier moeilijk mee. Hier kan ook een dreiging van uitgaan dat kinderen worden afgepakt als ze niet meewerken. De angst die een brief op de mat kan oproepen, waardoor slachtoffers meewerken aan een traject, is niet wat je wil. Is dit nog wel een vrije keuze of is het door angst gestuurd? Als die brief op de mat komt, hebben mensen doorgaans ook niet de ruimte in hun hoofd om over de kwaliteit van de relatie na te denken en op welke manier herstel mogelijk is. Ze zijn vaak in overleefmodus en in crisis. Soms is de relatie het enige stabiele, ook al is de relatie niet goed, en vrezen mensen dat de relatie zal eindigen, wat paniek en stress veroorzaakt. Het tempo van mensen volgen is daarom hierbij cruciaal: het tijd maken om na te gaan wat nu echt de opties voor de toekomst zijn, ook met betrekking tot de relatie. Dat kan haaks staan op de voorwaarden en het tempo die worden opgelegd door justitie.

      Het is aan de multidisciplinaire samenwerking om hier een evenwicht en een goede aanpak in te vinden, zodat we de kansen voor een veilige toekomst verhogen en de betrokkenen kunnen versterken. De regie bij mensen zelf leggen, blijft van groot belang. Het is bijvoorbeeld een no go als justitie zich zou inmengen om mensen zich te laten uitspreken over of ze wel of niet willen doorgaan met de relatie. Ook de Family Justice Centers hebben die rol niet, daar gaan mensen zelf over.

      Moderator, de Vlaamse bemiddelingsinstantie, zit in de lokale stuurgroepen van Veilig Huis. Op hoofdlijnen en beleidsmatig is er overleg, maar concrete samenwerking op casusniveau is er minder vaak. De situaties van huiselijk geweld die bij Veilig Huis worden aangemeld, betreffen gezinnen en koppels in crisis. ‘In Rivierenland wordt sterk op maat gewerkt en op tempo van de betrokken cliënten. Dat maakt dat de bemiddeling door Moderator in praktijk weinig ingezet wordt. Veiligheid, verkenning van de situatie en versterking van de slachtoffers komen op de eerste plaats’, aldus Boonen.

      Bemiddeling in strafzaken in relatie tot familierecht

      Een ander punt gaat over de gescheiden werelden van mediation of bemiddeling in het strafrecht en mediation in het familierecht. Echtscheiding, zorgregelingen en omgang met kinderen betreft een ander traject dan het geweldsaspect dat via de strafrechter loopt. Een uitzondering vormt de combi-zitting in de Rechtbank Rotter­dam, zo geeft Franck aan. Daar wordt de strafrechtszaak in combinatie met de familiezaak behandeld in zogenaamde combi-zittingen: rechters bekijken het geheel van de geweldsituatie van begin tot einde.17x Dit is echter vaak lastig en het aantal zaken dat naar de combi-rechter gaat, is beperkt. Zie Piepers et al., 2020. De twee werelden zouden veel meer moeten worden gekoppeld. Franck en Boonen benadrukken alleen daar mediation in te zetten waar je de werelden kunt combineren. Het geheel moet goed afgebakend zijn. Als er nog geweld speelt, is het van belang eerst te kijken hoe het veilig genoeg voor de kinderen is en wat daarvoor moet worden geregeld. Franck verwijst naar de landenrapportages van GREVIO over mediation in geval van ­huiselijk geweld, waaruit blijkt dat in het familierecht soms tot mediation wordt verplicht of sterke druk wordt uitgeoefend, ook als sprake is van huiselijk geweld. Dat is niet goed, gevaarlijk en in strijd met het Verdrag van Istanbul.

      Wat in deze context een belangrijk knelpunt is, is het voorkomen van beschuldiging van Parental Alienation Syndrome (afgekort PAS), in Nederland ouderverstoting genoemd, waar zij ook in de Family Justice Centers mee te maken krijgen. Er zijn situaties van ouderverstoting waar de ouder het kind weghoudt bij de andere ouder, maar ook behoorlijk wat situaties waarbij plegers van intieme terreur hun ex-partner van ouderverstoting beschuldigen om zo grip te blijven houden op de ex-partner, of als wraak voor het verlaten. En het is voor de slachtoffers bijzonder moeilijk te bewijzen dat ze niet aan ouderverstoting doen, en dat het kind zelf kiest om het contact met de ouder af te houden als gevolg van (al of niet bewust) manipulatief gedrag van de andere ouder (beïnvloeden van de loyaliteit van een kind) en/of vormen van controle en geweld. Als een kind een ouder niet wil zien, moet dit altijd serieus worden genomen en goed uitgezocht worden wat daarvoor de redenen zijn en wat (tijdelijke) oplossingen zijn.18x Zie voor de problematiek waar kinderen geen contact meer willen met de andere ouder: Lünnemann & Lünnemann, 2024. Zware casuïstiek geeft zorgen en daar moet eerst aan gewerkt worden. Pas als alle red flags gepasseerd zijn, kan een herstelrechtelijk traject mogelijk wel. Bij deelproblemen kan herstelbemiddeling oplossingen bieden, maar eerst moeten partijen uit de crisissituatie zijn. Daarover zijn Franck en Boonen duidelijk.

      Franck: ‘Bij dwingende controle en intieme terreur ben ik gekant tegen bemiddeling, ook bij familierecht en uitspraken over hoederecht [recht kind op te voeden en/of ouderlijk gezag]. Er is geen garantie op een evenwichtig gesprek, daarvoor is de positie van de slachtoffers onvoldoende beschermd.’

      Thema 3: Wordt er herstelgericht gewerkt bij kindermishandeling, op welke manier (wordt bijvoorbeeld vaker family conferencing ingezet)? En wat zijn voorwaarden voor de inzet van herstelrecht in geval van kindermishandeling? Kunnen jullie voorbeelden geven?

      Herstelgericht werken in situaties van kindermishandeling

      Situaties van kindermishandeling komen bij de Family Justice Centers terecht via de Vertrouwenscentra kindermishandeling (VK) waar de Veilig Huizen een stevige samenwerking mee hebben (in Antwerpen zelfs met een deel van het team van het VK op de vloer van Veilig Huis). De aangemelde situaties bij Veilig Huis gaan over intrafamiliaal geweld waarbij kinderen vaak ook slachtoffer zijn. De Vertrouwenscentra zijn kernpartner bij Veilig Huis en ten aanzien van ieder betrokken kind is er aandacht voor de situatie en noden van het kind.

      Herstelgericht werken in geval van kindermishandeling ligt bij de kinderorganisaties, geven Boonen en Franck aan. Voor het partnergeweld-deel wordt samengewerkt met Veilig Huis. Dan wordt er met elkaar afgestemd wie wat doet in het gezin. Er is wel een hiaat zichtbaar: er wordt te weinig gesproken met de kinderen. Dit komt naar voren bij de steungroepen van twintigers; zij hebben er last van dat niet of weinig met hen is gesproken. Sinds een jaar of drie zijn kinderpsychologen in dienst om bij iedere situatie een focus op de kinderen te waarborgen. Er wordt getracht maximaal met kinderen in gesprek te gaan. Kinderen in het gezin zijn bijna altijd medeslachtoffer en/of betrokken in de dynamiek. Het is belangrijk kinderen te ontschuldigen. Dit doen we door met kinderen te spreken, spelenderwijs als de leeftijd daarom vraagt. De eerdergenoemde oudergroep heeft het ontschuldigen van kinderen ook mede als doel. Daarnaast bestaat Echo, de lotgenotenwerking voor volwassenen die kindermishandeling meemaakten. Al deze inzet heeft als doel om enerzijds de impact van het gebeurde op kinderen te verminderen en herstelgericht te werken en anderzijds het intergenerationele patroon van gezinsgeweldsdynamieken te doorbreken.

      Eigen Kracht Conferenties

      In FJC/Veilig Huis Antwerpen is eerder geëxperimenteerd met het betrekken van het netwerk via Eigen Kracht Centrale.19x Zie voor toepassing van EKC in Nederland bij intrafamiliaal geweld de bijdrage van Jolanda Stellingwerff in dit nummer. Dit bleek op dat moment geen succes, ‘het vlotte niet erg’. Vaak was er geen of een onvoldoende sterk netwerk aanwezig om een beroep op te doen. De sociale isolatie van vele gezinnen was te groot om de methodiek in zijn eigenlijke bedoeling en opzet te doen slagen.20x Dit was op casusniveau van FJC Antwerpen een aantal jaren geleden. Wel heeft het FJC zich ingezet om te werken aan het ontwikkelen en versterken van een sociaal netwerk. Dit is een belangrijk onderdeel geworden van de multidisciplinaire plannen van aanpak voor de betrokkenen. Eigen Kracht-conferenties en Family Finding worden in Vlaanderen wel ingezet in de jeugdzorg.

      Thema 4: Jullie hebben ook casussen waar sprake is van oudermishandeling. Wordt dan herstelgericht gewerkt? Wat zijn voorwaarden? Kan je voorbeelden geven?

      Oudermishandeling krijgt steeds meer aandacht

      Oudermishandeling komt regelmatig voor en ook bij de Family Justice Centers is er tegenwoordig meer aandacht voor.21x Zie over deze problematiek de bijdrage van Janine Janssen in dit nummer. Boonen vertelt dat het Veilige Huis Rivierengebied soms de enige plaats is waar moedige moeders de problematiek van oudermishandeling bespreekbaar maken.22x Zie over de moedige moedergroep van Veilig Huis Rivierenland: www.mechelen.be/karen-en-sophie-over-lotgenotengroep-moedige-moeders en https://www.efjca.eu/doc/congres-2023/leuven/vrij/PPT%20Karen%20Casier%2024%20november%202023.pdf. Laatst begon een vader in een van hun praatgroepen ook over agressie van zijn kind naar hem toe. ‘We zien dat cliënten zich soms openen hierover in een groep en cliënten vinden het fijn te merken dat ze niet de enige zijn die daarmee worstelen. Er komt ook veel verdriet bij kijken, waarvan ze voelen: het mag eruit’, aldus Boonen. Tot nu toe zijn het vooral witte Vlaamse moeders die hiermee naar buiten komen nadat ze geïsoleerd zijn geraakt.

      Ook Veilig Huis Antwerpen is intensief bezig om op deze problematiek meer greep te krijgen, zo vertelt Franck. Enige tijd geleden is er een casusdoorlichting gedaan van zeventien casussen oudermishandeling. Het ging om jongvolwassenen tussen 18 en 35 jaar die gewelddadig zijn naar hun ouder(s). Een aantal kenmerken kwam naar voren: bij de meesten startte het ernstig problematische gedrag al op 11- tot 13-jarige leeftijd, vaak gecombineerd met middelenmisbruik. Bijna allemaal (14 van de 17) kregen al op minderjarige leeftijd psychiatrische begeleiding, waarvan de meerderheid met residentiële opname. Daarnaast deed Yana DeMeyere er in België onderzoek naar.23x Zie ook: www.efjca.eu/doc/congres-2023/presentaties/Presentation-Yana-Demeyere.pdf. Het FJC Antwerpen zet in op het vergaren van meer kennis, het bespreekbaar maken en zoeken naar manieren om de geweldsdynamiek te verbreken.24x Willem Beckers is als deskundige op oudermishandeling en geweld tussen siblings betrokken. Zie: www.efjca.eu/doc/congres-2023/presentaties/Presentation-Willem-Beckers.pdf. Ook hier wordt herstelgericht gewerkt voor zover dat mogelijk is, maar dit staat nog heel erg in de kinderschoenen.

      Thema 4: Wat willen jullie onze lezers meegeven?

      Veiligheid eerst

      Franck en Boonen geven aan: eerst de focus op veiligheid en rust, pas dan kunnen mensen werken aan herstel. Maar dat is herstel in psychologische zin, herstelbemiddeling in strafrecht ziet op een ander soort herstel. Ze benadrukken dat bij intrafamiliaal geweld bemiddeling pas om de hoek komt kijken als het veilig is, en dan gaat het over heel specifieke aspecten, zoals afspraken over concrete dingen hoe het verder moet. Dat kan bijvoorbeeld zijn om de scheiding te regelen, finan­ciën, afspraken over de kinderen enzovoort. Het gaat nooit over bemiddeling rond het geweld. Uiteraard worden het geweld, de risico’s, de veiligheid en de dynamieken besproken, maar dat zijn langdurige en intensievere trajecten en dergelijke aspecten worden niet weggezet in een bemiddelingsgesprek op zich. Het strafrecht zet inderdaad in op bemiddeling om tot concrete afspraken te komen in verband met het geweld/misdrijf/conflict en dat doen zij als Veilig Huis met name niet. Dat is vaak tegenaangewezen. En dat kan je ook niet inschatten zonder de risicotaxatie, het in kaart brengen van de dynamieken door opgeleide mensen in een multidisciplinaire setting. Ook mediation bij familierecht en echtscheidingen baart Franck en Boonen vaak zorgen indien het handelt in situaties met intrafamiliaal geweld. Vaak wordt er niet eens gekeken naar de geweldsituatie en voorgaande dynamieken, maar worden mensen in een situatie geduwd van bemiddeling over hoede- en bezoekrecht, controle over de kinderen, waarbij met name bij gedwongen controle/intieme terreur de slachtoffers in een onmogelijke positie komen. Bij intrafamiliaal geweld is de bemiddeling in familierecht en jeugdrecht een belangrijke valkuil, stellen ze.

      Wij bedanken Franck en Boonen voor hun openheid en reflecties. Wij besluiten met enkele concluderende opmerkingen en uitdagingen voor de toekomst.

    • 4 Uitdaging voor de toekomst

      Als we nadenken over de inzet van herstelrechtvoorzieningen in geval van intra­familiaal geweld, dan is eigenlijk de eerste vraag: onder welke voorwaarden is dat mogelijk? Uit het gesprek met Franck en Boonen komt naar voren dat bemiddeling niet het eerste is waar de focus op moet liggen als huiselijk geweld wordt gemeld bij een Family Justice Center, andere hulpdiensten of de politie. Het is belangrijk eerst de crisis aan te pakken, rust en veiligheid te creëren en daar de tijd voor te nemen. In dat proces zijn vormen van herstel in meer psychologische zin mogelijk, waaronder het werken aan concrete positieve doelen en het versterken van sociale relaties. Maar dit is iets anders dan herstelbemiddeling of mediation waarin partijen samen aan zet zijn. Franck en Boonen wijzen op risico’s bij de inzet van een vorm van bemiddeling, terwijl er sprake is van dwingende controle of als mensen nog in een periode van grote stress zitten.

      Ook GREVIO ziet geen rol voor herstelbemiddeling of mediation als sprake is van herhaald geweld, en maakt zich zorgen om de vrijwilligheid. In die situaties is vaak toch sprake van een bepaalde vorm van druk. Er zijn echter genoeg voorbeelden die laten zien dat herstelrechtvoorzieningen kunnen worden ingezet in sommige zaken of stadia van intrafamilaal geweld. Wat zijn voorwaarden waarop het wel kan? Uit het Europese onderzoek Restorative justice and domestic violence, dat liep van 2013-2015 in vijf Europese landen, komt naar voren dat mediation in het strafrecht geschikt kan zijn in geval van partnergeweld, maar dat hierbij uitgegaan moet worden van drie grondbeginselen: voldoende kennis van de geweldsdynamiek, normbevestiging en een goede voorbereiding van de mediation met face-to-face gesprekken,

      Vereisten voor bemiddeling of mediation bij geweld in relaties

      Het eerste vereiste betekent dat mediators kennis moeten hebben van de complexiteit van geweld in relaties en gezinnen en van het onderscheid tussen situationeel geweld en intieme terreur. Het is belangrijk uit te zoeken of sprake is van ongelijke machtsverhoudingen en controle van de ene partner over de andere. Het strafrechtelijke incident dient geplaatst te worden in de historische en sociale context en het risico van re-victimisatie (herhaald slachtofferschap) dient meegewogen te worden in de afweging of bemiddeling zinvol is. Ten tweede is het belangrijk dat de norm wordt uitgedragen dat geweld strafbaar is, niet alleen in het publieke domein, maar ook in de privésfeer. Als uitgegaan wordt van gelijkwaardigheid, is de kans reëel dat de suggestie wordt gewekt dat beide partners verantwoordelijk zijn voor het conflict in plaats van het uitzenden van een duidelijke boodschap dat de dader verantwoordelijk is voor het gepleegde geweld. Het is belangrijk dat de dader de verantwoordelijkheid neemt voor zijn (of haar) agressieve handelen. Ten derde is het van belang dat de voorbereiding van de mediation plaatsvindt via aparte face-to-face gesprekken van de mediator met beide partners. Dit voorbereidende gesprek is essentieel om de vrijwilligheid, behoeften en belangen van het slachtoffer en de risico’s van re-victimisatie in te schatten. Daarnaast is dit nodig om in te schatten hoe de veiligheid kan worden geborgd vooraf, tijdens en na de bemiddeling. Face-to-face gesprekken zijn voorts van belang om het slachtoffer vertrouwen en kracht te geven en de dader bij te staan in het nemen van verantwoordelijkheid.

      Deze grondbeginselen zijn uitgewerkt in een gids met minumumstandaards.25x Restorative Justice and Domestic Violence. A guide for practitioners. January 2016. Voor Nederland is de Handleiding mediation in het strafrecht bij partnergeweld verschenen, mede gebaseerd op uitkomsten van het Europese project en (groeps)gesprekken met mediators in Nederland (Lünnemann & Wolthuis, 2019).26x Zie over herstelbemiddeling in huiselijk geweldzaken in Nederland en Vlaanderen: Wolthuis, Lünnemann & Claes, 2019.

    • 5 Tot besluit

      Duidelijk is, volgens de literatuur en de eisen vanuit het Verdrag van Istanbul, dat voorafgaand aan een eventuele herstelrechtvoorziening, een risico-inschatting noodzakelijk is en dat alleen goed opgeleide professionals met gedegen kennis van geweld in intieme relaties daartoe in staat zijn. Overleg in een multidiscipinair team is daarbij raadzaam. Het is belangrijk dat de juiste groep wordt benaderd (en in het algemeen valt daar de groep van intiem terreur buiten). Aandacht voor de kinderen in het proces van bemiddeling in geval van intrafamiliaal geweld en voor culturele aspecten die een rol spelen, lijken nog onontgonnen gebieden en behoeven meer onderzoek.

      Bovendien lijkt er nog weinig aandacht voor nazorg na een bemiddelingstraject. Dit is wel een vereiste, gezien het gevaar dat de bemiddeling of mediation en de daaruit voortgevloeide afspraken kunnen leiden tot herhaling van geweld en onveiligheid, zoals in de Handleiding Mediation in Strafrecht bij partnergeweld naar voren komt. Solide training is nodig bij deze beroepsgroepen, zowel over geweldspatronen in relaties en andere vormen intrafamiliaal geweld, als over het hanteren van een risicoscreening en voorwaarden waaronder bemiddeling toegestaan is.

      Kortom, er is in Nederland en België nog een (lange) weg te gaan voor er aan de vereisten van het Verdrag van Istanbul wordt voldaan. Er moet een protocol komen, niet alleen voor de bemiddelaars/mediators, maar ook voor de verwijzers (het openbaar ministerie, rechters, politie) en voor bemiddelingsinstanties. De genoemde Handleiding mediation kan daarbij als voorbeeld dienen. Met de juiste kennis en voorwaarden kan een herstelrechtvoorziening het verschil maken, daar zijn we zeker van ondertuigd.

    • Literatuur
    • Akkermans, M., Gielen, W., Kloosterman, R.C., Moons, E., Reep, C. & Wingen, M. (2020). Prevalentiemonitor huiselijk geweld en seksueel geweld 2020. Den Haag. https://repository.wodc.nl/handle/20.500.12832/3019

    • Campbell, J., Webster, D. & Glass, N. (2001). Risk assessment for intimate partner homicide. In G.F. Pinard & L. Pagani (Eds.), Clinical assessment of dangerousness: empirical contributions (pp. 137-157). Cambridge University Press.

    • Campbell, J.C., Webster, D.W. & Glass, N. (2009). The danger assesment. Journal of Interpersonal Violence, 24(4), 653-674. doi.org/10.1177/0886260508317180

    • CBS (2021). Minder moorden in 2020 wel meer jongeren vermoord. www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2021/39/minder-moorden-in-2020-wel-meer-jongeren-vermoord

    • Compte, T.M. Le & Groenen, A. (2020). Als liefde overleven wordt. De vele gezichten van partnergeweld. Pelckmans Pro.

    • Daly, K. & Stubbs, J. (2007). Feminist engagement with restorative justice. Theoretical criminology, 10(1), 9-28.

    • Deuren, S. van, Kroese, J., Dijk, M. van, Eichelsheim, V., Blokland, A. & Weijer, S. van de (2021). Criminaliteit en huiselijk geweld: twee kanten van dezelfde medaille? De relatie tussen criminaliteit en huiselijk geweld. NSCR (Politiewetenschap 122).

    • Drost, L., Haller, B., Hofinger, V., Kooij, T. van der, Lünnemann, K. & Wolthuis, A. (2015). Restorative Justice in Cases of Domestic Violence, Best practice examples between increasing mutual understanding and awareness of specific protection needs (JUST/2013/JPEN/AG/4587; WS1. Comparative Report). Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.

    • Eijkern, L. van, Downes, R. & Veenstra, R. (2018). Slachtofferschap van huiselijk geweld. Prevalentieonderzoek naar de omvang, aard, relaties en gevolgen van slachtoffer- en plegerschap. Den Haag: WODC.

    • Ferwerda, H. & Hardeman, M. (2013). Kijk… dan zie je het!: huiselijk geweld geteld en verdiept - cijfers 2010 t/m 2012. Arnhem: Bureau Beke.

    • Graham-Bermann, S.A. & Edleson, J.L. (2001). Domestic violence in the lives of children: The future of research, intervention, and social policy. American Psychological Association.

    • Groen, B., Franck, P. & Simons, D. (2017). One Safe Place for Hope and Empowerment. Development of multidisciplinary approach of domestic violence, child abuse and sexual abuse in European Family Justice Centers. Politeia.

    • Johnson, M.P. (1995). Patriarchal terrorism and common couple violence: Two forms of violence against women. Journal of Marriage and the Family, 57, 283-294. doi.org/10.2307/353683

    • Johnson, M.P (2008). A typology of domestic violence: Intimate terrorism, violent resistance, and situational couple violence. North Eastern University Press, 25(4), 522-524. doi.org/10.2307/23044209

    • Johnson, M.P. & Leone, J.M. (2005). The differential effects of intimate terrorism and situational couple violence: Findings from the national violence against women survey. Journal of Family Issues, 26(3), 322-349. doi.org/10.1177/0192513X04270345

    • Loof, I. de (2024). Vechten voor de liefde. Een eigenwijze kijk op conflicten en partnergeweld. Een gesprek met Jef Slootmaeckers & Lieven Migerode. Pelckmans.

    • Lünnemann, K.D & Bruinsma, M. (2005). Geweld binnen en buiten. Aard, omvang en daders van huiselijk en publiek geweld in Nederland. Den Haag: WODC (Onderzoek en beleid 231).

    • Lünnemann, K.D. & Woerds, S. ter (2021). Meer dan een ruzie. Politie in de netwerkaanpak huiselijk geweld. Politie & Wetenschap/Verwey-Jonker Instituut.

    • Lünnemann, K. & Wolthuis, A. (2019). Handleiding Mediation in Strafrecht bij partnergeweld. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.

    • Mandel, D. (2024). Stop blaming mothers and ignoring fathers. How to transform the way we keep children safe from domestic violence. Legitimus Media.

    • Monckton Smith, J. (2021). In Control. Dangerous Relationsips and How They End in Murder. Bloomsbury Circus.

    • Nielsen, S.K., Hardesty, J.L. & Rafaelli, M. (2016). Exploring variations within situational couple violence and comparisons With coercive controlling violence and no violence/no control, Violence Against Women, 22, 206-224. doi.org/10.1177/1077801215599842

    • Pico-Alfonso, M.A. (2005). Psychological intimate partner violence: The major predictor of posttraumatic stress disorder in abused women. Neuroscience and Biobehavior Reviews, 29, 181-193.

    • Piepers, N., Buysse, W. & Bruning, M. (2020). Evaluatie pilot geintegreerde aanpak huiselijk geweld. Research Memoranda, 15(2).

    • Richtlijnen van de (Canadese) Ontario Association for Family Mediation (Policy on Intimate Partner Violence and Power Imbalances, 11 februari 2022).

    • Stark, E. (2007). Coercive control. How Men Entrap Women in Personal Life. Oxford University Press.

    • Steketee, M.J., Tierolf, B., Lünnemann, K.D. & Lünnemann, M.K.M. (2020). Kwestie van lange adem. Kan huiselijk geweld en kindermishandeling echt stoppen? Verwey-Jonker Instituut.

    • Wolthuis, A. & Lünnemann, K. (2015). Victim Offender Mediation: Needs of victims and offenders of Intimate Partner Violence (2nd Comparative report, Interviews & Focus Groups. JUST/2013/JPEN/AG/4587). Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.

    • Wolthuis, A. & Lünnemann, K. (2016). Herstelrecht bij partnergeweld, Resultaten van een Europees onderzoek. Tijdschrift voor Herstelrecht, 16(4), 10-25.

    • Wolthuis, A., Lünnemann, K. & Claes, B. (2019). Herstelbemiddeling in huiselijk geweldzaken in Nederland en Vlaanderen. Cahiers Politiestudies 51, p. 209-225.

    Noten

    • * De auteurs deden eerder onderzoek naar herstelrecht en huiselijk geweld in het kader van een Europees project in 2015 in samenwerking met partners uit vier andere landen: Engeland, Finland, Griekenland en Oostenrijk. Zij schreven op basis van de Europese gids met minimumwaarborgen een Nederlandse handleiding mede op grond van een onderzoek onder Nederlandse mediators. Ook zijn toen trainingen ontwikkeld en gegeven om de kennis onder professionals over het toepassen van herstelrecht in relatie tot partnergeweld te vergroten met de handleiding als basis.
    • 1 Soms aangeduid als bemiddeling, maar daar kan in de meeste gevallen ook mediation in strafzaken gelezen worden of een groepsconferentie, waarbij een groter netwerk wordt ingezet.

    • 2 Wij spreken van vrouwen omdat, zeker in geval van dwingende controle, en ook in geval van structureel ernstig geweld, vrouwen veel vaker slachtoffer zijn dan mannen. Zie verderop over gender in deze bijdrage.

    • 3 Bijna 60 procent van de vrouwen die werden vermoord in de periode 2016-2020, werd door hun (ex-)partner vermoord (CBS, 2021).

    • 4 Van de mannen die vermoord werden in de periode 2016-2020, werd 30 procent door vrienden of kennissen vermoord en 4 procent door hun (ex-)partner (CBS, 2021).

    • 5 Zie de bespreking van het boek van Mandel door Katinka Lünnemann in dit nummer.

    • 6 Zie ook het redactioneel.

    • 7 Zie ook J.L. Herman, Truth and Repair. How trauma survivors envision justice. Basic Books London 2023.

    • 8 GREVIO is een groep van onafhankelijke experts met een toezichttaak op de uitvoering van het Verdrag.

    • 9 Baseline Evaluation Report Germany (2022). Ook zijn er in Duitslanden enkele deelstaten die verplichten tot bemiddeling wanneer op het geweldsdelict een straf staat van minder dan 750 euro boete. Hoewel de mogelijkheid bestaat hiervan af te wijken, concludeert GREVIO dat deze mogelijkheid om de verplichting te omzeilen niet kan worden beschouwd als een vervulling van de verplichting van de staat op grond van art. 48 van het Verdrag van Istanbul (p. 78, nr. 287).

    • 10 Zie voor meer informatie over Finland ook de rapporten: Drost et al., 2015; Wolthuis & Lünnemann, 2015.

    • 11 Baseline Evaluation Report Finland (2019), p. 47-48.

    • 12 Baseline Evaluation Report Belgium (2020), p 48-49; Baseline Evaluation Report Netherlands (2020), p. 50, nr. 247.

    • 13 Informatie verkregen van collega Moderator in september 2024.

    • 14 Het interview werd op 30 mei 2024 in Tallinn gehouden door Annemieke Wolthuis tijdens het congres van het European Forum for Restorative Justice. Met dank aan Joep Harmsen, Avans Hogeschool, voor het bijwonen van het interview en aanvullende informatie op een eerdere versie.

    • 15 Een vergelijkbare werkwijze voor kindermishandeling is bekend onder de naam Barnahus, veelal werkzaam in Scandinavië en enige tijd ook in Haarlem. In Nederland is Filomena in Rotterdam een onestopshop met inloopspreekuur.

    • 16 www.vlaanderen.be/veilig-huis.

    • 17 Dit is echter vaak lastig en het aantal zaken dat naar de combi-rechter gaat, is beperkt. Zie Piepers et al., 2020.

    • 18 Zie voor de problematiek waar kinderen geen contact meer willen met de andere ouder: Lünnemann & Lünnemann, 2024.

    • 19 Zie voor toepassing van EKC in Nederland bij intrafamiliaal geweld de bijdrage van Jolanda Stellingwerff in dit nummer.

    • 20 Dit was op casusniveau van FJC Antwerpen een aantal jaren geleden.

    • 21 Zie over deze problematiek de bijdrage van Janine Janssen in dit nummer.

    • 22 Zie over de moedige moedergroep van Veilig Huis Rivierenland: www.mechelen.be/karen-en-sophie-over-lotgenotengroep-moedige-moeders en https://www.efjca.eu/doc/congres-2023/leuven/vrij/PPT%20Karen%20Casier%2024%20november%202023.pdf.

    • 23 Zie ook: www.efjca.eu/doc/congres-2023/presentaties/Presentation-Yana-Demeyere.pdf.

    • 24 Willem Beckers is als deskundige op oudermishandeling en geweld tussen siblings betrokken. Zie: www.efjca.eu/doc/congres-2023/presentaties/Presentation-Willem-Beckers.pdf.

    • 25 Restorative Justice and Domestic Violence. A guide for practitioners. January 2016.

    • 26 Zie over herstelbemiddeling in huiselijk geweldzaken in Nederland en Vlaanderen: Wolthuis, Lünnemann & Claes, 2019.

De auteurs deden eerder onderzoek naar herstelrecht en huiselijk geweld in het kader van een Europees project in 2015 in samenwerking met partners uit vier andere landen: Engeland, Finland, Griekenland en Oostenrijk. Zij schreven op basis van de Europese gids met minimumwaarborgen een Nederlandse handleiding mede op grond van een onderzoek onder Nederlandse mediators. Ook zijn toen trainingen ontwikkeld en gegeven om de kennis onder professionals over het toepassen van herstelrecht in relatie tot partnergeweld te vergroten met de handleiding als basis.

Print dit artikel