-
Samenvatting
Op 31 maart 2017 heeft de Hoge Raad zijn licht laten schijnen over enkele toepassingsvoorwaarden van artikel 3:194 lid 2 BW.
Voor een beroep op artikel 3:194 lid 2 BW is volgens dat arrest vereist dat de deelgenoot ten minste wist dat het verzwegen goed deel uitmaakte van de gemeenschap. Voorwaardelijk opzet op het onttrekken van het goed aan de gemeenschap is niet voldoende. De Hoge Raad laat na de opzettelijke verzwijging geen inkeer toe. Dit betekent dat de deelgenoot de sanctie van artikel 3:194 lid 2 BW niet kan voorkomen door vóór een ontdekking van de verzwijging de verzwijging te openbaren. De deelgenoot kan de sanctie evenmin voorkomen door het goed na de ontdekking van de verzwijging weer terug te brengen in de gemeenschap.
Tijdschrift Erfrecht |
|
Article | Hoge Raad preciseert ‘opzettelijke verzwijging’ van artikel 3:194 lid 2 BW |
Trefwoorden | inkeer, herstel, opzet, bewijslast, verzwijging |
Auteurs | Prof. mr. W.D. Kolkman en Mr. B. Hoops |
DOI | 10.5553/TE/187416812017018003001 |
Auteursinformatie |
Toegang tot dit losse artikel kopen
Voor een vast bedrag van € 19,75 (excl. btw) koopt u 24 uur online toegang tot dit artikel. Met deze 24 uur toegang kunt u een artikel online raadplegen en in PDF downloaden en printen.
Per mail ontvangt u een activatiecode waarmee u 24 uur toegang tot het artikel kunt activeren.
24 uur toegang | € 19,75 (excl. btw) |
Uw aankoop activeren
Heeft u een activatiecode, dan kun u uw product hier activeren.