-
Samenvatting
De vele begrotingswijzigingen ten behoeve van de bestrijding van de coronapandemie en de compensatie van de nadelen ervan hebben geleid tot een nog grotere wetgevingsproductie. De vraag is of de voor begrotingsbeslissingen grondwettelijk voorgeschreven wetsvorm nog wel past bij de huidige betekenis en invulling van het parlementaire budgetrecht. Bij de huidige begrotingsbehandeling handelt de Kamer ritueel en stelt zich niet op als medewetgever, vooral door aan de regering over te laten hoe de voorstellen, neergelegd in moties en amendementen, financieel moeten worden gedekt. Overigens maakt de Kamer gedurende het begrotingsjaar geen enkel gebruik van haar initiatiefrecht. Zolang van medewetgeven geen sprake (meer) is, kan het wetsvereiste voor begrotingsbeslissingen vervallen.
RegelMaat |
|
Case | Begrotingswetgeving: vragen bij het wetsvereiste |
Trefwoorden | Begrotingswet, Budgetrecht, Tweede Kamer, Corona, wetgevingsproductie |
Auteurs | Mr. dr. P.J.P.M. Van Lochem |
DOI | 10.5553/RM/0920055X2021036001004 |
Auteursinformatie |
Toegang tot dit losse artikel kopen
Voor een vast bedrag van € 19,75 (excl. btw) koopt u 24 uur online toegang tot dit artikel. Met deze 24 uur toegang kunt u een artikel online raadplegen en in PDF downloaden en printen.
Per mail ontvangt u een activatiecode waarmee u 24 uur toegang tot het artikel kunt activeren.
24 uur toegang | € 19,75 (excl. btw) |
Uw aankoop activeren
Heeft u een activatiecode, dan kun u uw product hier activeren.