Netherlands Journal of Legal PhilosophyAccess_open

Diversen

VWR-dissertatieprijs 2009-2010

Toon PDF Toon volledige grootte
Statistiek Citeerwijze
Dit artikel is keer geraadpleegd.
Dit artikel is 0 keer gedownload.
Aanbevolen citeerwijze bij dit artikel
, "VWR-dissertatieprijs 2009-2010", Netherlands Journal of Legal Philosophy, 2, (2011):92-93

Dit artikel wordt geciteerd in

    • Over de VWR-dissertatieprijs

      De VWR-dissertatieprijs is ingesteld bij besluit van de Algemene Ledenvergadering van de VWR van 18 juni 2010. De prijs is bedoeld als aanmoediging voor onderzoekers die in de twee kalenderjaren voorafgaand aan het jaar van toekenning gepromoveerd zijn. De prijs komt ten goede aan een wetenschappelijk onderzoeker die onderzoek heeft gedaan op het terrein van de rechtsfilosofie in de meest ruime zin van het woord en wordt toegekend aan een onderzoeker die aan een Nederlandse of Vlaamse instelling is gepromoveerd.

      De prijs wordt vanaf 2011 iedere twee jaar toegekend door het bestuur van de VWR, na verkregen advies van een door het bestuur voor dit doel telkenmale te benoemen commissie.

      De VWR-dissertatieprijs is mogelijk gemaakt door de rechtsfilosofische afdelingen van de volgende universiteiten: K.U. Brussel, Erasmus Universiteit Rotterdam, Universiteit van Tilburg, Vrije Universiteit Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, Universiteit Utrecht, Radboud Universiteit Nijmegen en Rijksuniversiteit Groningen.

    • VWR-dissertatieprijs 2009-2010 voor Luigi Corrias

      Op 17 juni 2011, op de VWR-voorjaarsvergadering, is de eerste VWR-dissertatieprijs uitgereikt aan L.D.A. (Luigi) Corrias voor zijn proefschrift The Passivity of Law: Competence and Constitution in the European Body Politic (2010). De jury bestond uit Arend Soeteman (voorzitter), Edith Brugmans en Ton Hol.

      ‘Het proefschrift van Corrias’, aldus de jury, ‘heeft filosofische diepgang en behandelt op originele wijze een zeer belangrijk probleem: de “creeping competences” in Europa. Enerzijds worden de competenties binnen de EU door de constituerende verdragen bepaald, maar anderzijds is sprake van een levende werkelijkheid waarin die verdragen steeds iets meer of iets anders lijken te bepalen dan eerst gedacht of opgeschreven werd. Deze problematiek, in Duitsland als Kompetenz-Kompetenz aangeduid, levert ook spanning op tussen nationaal en Europees recht, tussen nationale en Europese rechters. Corrias geeft een heldere uiteenzetting van de problematiek van kruipende bevoegdheden en laat zien dat traditionele constitutionele theorieën tekort schieten om deze problematiek te analyseren en te duiden. Hij ontwikkelt dan ook een alternatieve theorie. Op basis van inzichten ontleend aan het denken van Merleau-Ponty en Wittgenstein, presenteert hij een nieuw concept van het proto-politieke en een nieuwe interpretatie van het klassieke begrip “the body politic”. Met behulp van deze begrippen maakt hij een theoretische analyse van de verhouding constitutie-constitutionalisering. Hij betoogt dat deze verhouding als een dynamische dialectiek (zijn term is “chiasme”) op te vatten is, en bekritiseert daarmee uitdrukkelijk de exclusie-theorie (zoals die verdedigd is door o.a. Van Roermund en Lindahl). De theoretische analyse wordt concreet gemaakt in een beschouwing over de werking van de Europese Unie. Corrias betoogt dat “de markt” niet alleen het historische begin van de Europese Unie was, maar vooral gezien moet worden als het actuele “proto-politieke hart” van Europese integratie. De markt geeft dus leven aan the body politic van Europa. Corrias onderbouwt zijn benadering verder met duiding van EU-jurisprudentie. Hij toont aan dat het kruipen van bevoegdheden juist het chiasme als wezenskenmerk van rechtsmacht onthult. Met andere woorden, in kruipende bevoegdheden komt het typische karakteristiek dat rechtsmacht altijd macht in en macht over het recht is, aan het daglicht. (…) In zijn proefschrift onderzoekt Corrias de filosofische grondslagen van constitutie en rechtsmacht in de EU rechtsorde. Hij ontwikkelt een alternatieve theorie van constituerende macht en constitutionalisering door middel van een analogie met kunst. Hierin wordt de nadruk gelegd op het feit dat de schepping van iets nieuws tegelijkertijd de ontvouwing is van wat reeds bestaat. Via een analyse van de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU over bevoegdheden, toont Corrias aan dat iets soortgelijks ook geldt voor de schepping van een nieuwe rechtsorde.’

      Het proefschrift van Luigi Corrias is verkrijgbaar in boekvorm bij Springer onder de titel: The Passivity of Law. Competence and Constitution in The European Court of Justice, ISBN 978-94-007-1033-7.


Print dit artikel
Button_em