13806424_covr
Rss

Recht der Werkelijkheid

Meer op het gebied van Algemeen

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 2, 2010 Alle samenvattingen uitklappen

Mirjan Oude Vrielink
Mirjan Oude Vrielink is redactielid van Recht der Werkelijkheid.
Artikel

Een verliezer is geen winnaar

De naleving van civiele rechtspraak, 15 jaar na Van Koppen en Malsch

Trefwoorden courts, civil justice, enforcement of judgments, procedural justice
Auteurs Roland Eshuis
SamenvattingAuteursinformatie

    This article compares two studies on the compliance with judicial decisions and friendly settlements in Dutch civil court procedures. A new study (Eshuis 2009) finds a higher rate of compliance, which can largely be attributed to the selection of cases. The older study (Van Koppen & Malsch 1991) included a high number of default judgments, which are associated with a low level of compliance, while friendly settlements – associated with a high level of compliance – were excluded. The new study finds full compliance rates of 31% for default judgments, 74% for judgments in defended cases and 85% for friendly settlements. The high compliance with friendly settlements suggests these settlements are ‘better’ outcomes; however, the difference in compliance can well be explained by selection effects. Interviews reveal that many friendly settlements are not the harmonious solutions one might expect.
    The new study finds no solid relation between compliance and procedural or distributive justice. In two relevant ways the conditions in the ‘real life’ judicial procedure are different from those in experimental research in which such relations are found. First, a large part of the non-compliance is caused by an inability of parties to comply. These participants may find the procedure and outcome fully ‘just’, but still won’t comply. Second, for those who can comply, there is no free choice on whether to comply or not. There are quite effective means of enforcement for such cases. So, those who can comply will, even if the procedure and its outcome are experienced as fully ‘unjust’.
    The first part of the title of the article is a comment on Van Koppen and Malsch’s earlier research. They concluded that winning in court often was a Pyrrhic victory, and the loser would win after all. In the interviews however, few of those who do not comply were found to fit the image of a ‘winner’. The sad conclusion is that in judicial procedures winners and losers do not come in the same numbers; after all, it produces far more losers than winners.


Roland Eshuis
Roland Eshuis verricht, als onderzoeker bij het WODC, empirisch onderzoek naar (civiele) rechtspraak en rechtspleging. Hij promoveerde in 2007 op onderzoek naar interventies ter versnelling van gerechtelijke procedures (Het recht in betere tijden, 2007). Vorig jaar verscheen De daad bij het woord (2009), een onderzoek naar de naleving van civiele rechtspraak. Recent publiceerde hij, met collega’s van de Raad voor de rechtspraak en het CBS, de eerste editie van Rechtspleging Civiel en Bestuur (2010), waarin statistische gegevens over civiele en bestuursrechtspraak zijn gebundeld.
Artikel

Meervoudig gebruik binnen de gesubsidieerde rechtsbijstand: clusters en triggers

Trefwoorden legal aid, trigger, cluster, justiciable problem
Auteurs Susanne Peters, Lia Combrink en Mirjam van Gammeren-Zoeteweij
SamenvattingAuteursinformatie

    The use and expenditure of the Legal Aid System is ever increasing. In addition, some people make use of the Legal Aid System more often than others. In fact, a small percentage of clients (2,6%) uses a substantial part (11,2%) of the legal aid. This paper sheds light on the occurrence of multiple use of legal aid and gives insight into the frequency and characteristics of multiple use.
    In the research described in this article, we have made use of the data from 2000 until 2009 concerning legal aid that was provided by the Legal Aid Board. This dataset contains over 3 million cases (so-called certificates that are issued by the Board). The main difference between this research and other (paths to justice) studies is that the dataset contains actually provided legal aid and not self-reported problems by clients. Therefore, the representativeness is guaranteed and no false recollections can occur. At the same time, this means that the research is limited to people who are entitled to legal aid (approximately 39% of the Dutch population) and have actually received a certificate.
    The results show that the provision of legal aid leads to new cases for which legal aid is again provided. Also, certain certificates coincide with and act as a trigger for certain other certificates. In the discussion we clarify the significance and implications of the results that are presented. Furthermore, we discuss the recently ordered budget cut in legal aid in the Netherlands. We describe ways to decrease the use and expenditure of the Legal Aid System, some of which are already implemented in the system. Finally, we discuss possible other (non-legal) problems that can be experienced by multiple users of the Legal Aid System.


Susanne Peters
Susanne Peters promoveerde in de sociale wetenschappen aan de Universiteit van Utrecht (2005) op een proefschrift over rechtvaardigheid. Momenteel is zij werkzaam bij de Raad voor Rechtsbijstand, waar zij onderzoek uitvoert ten behoeve van de Monitor Gesubsidieerde Rechtsbijstand.

Lia Combrink
Lia Combrink-Kuiters studeerde rechten aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en promoveerde aan de juridische faculteit van deze universiteit op een jurimetrisch proefschrift betreffende de voorspelbaarheid van rechterlijke beslissingen (1998). Daarna werkte zij bij het WODC aan de evaluatie van twee landelijke mediationprojecten. Momenteel is zij werkzaam als onderzoeker bij de Raad voor Rechtsbijstand, waar zij onderzoek doet op het gebied van de gesubsidieerde rechtsbijstand.

Mirjam van Gammeren-Zoeteweij
Mirjam van Gammeren-Zoeteweij is aan de Universiteit Leiden afgestudeerd als psycholoog. Momenteel is zij werkzaam als onderzoeker bij de Raad voor Rechtsbijstand, waar zij onderzoek uitvoert ten behoeve van de Monitor Gesubsidieerde Rechtsbijstand.
Discussie

‘Geen statute maar een code!’

Trefwoorden common law, civil law, legal cultures, Alain Supiot
Auteurs Agnes Schreiner
SamenvattingAuteursinformatie

    Since the national legal systems and legal cultures diverse, the question is raised whether the jurisprudence should concern itself more with the legal cultural context of a given meta-legal study. The issues and outcomes of a particular legal socio-philosophical study carry the problems and problematizations that are relevant for the societal, legal and academic world of the scholar concerned. Scholars such as John Rawls, Martha Nussbaum and Richard Posner may deserve to join the first ranks of the American academic world, but what is their contribution to the issues and debates of the European legal cultures and the Dutch legal culture in particular? A plea is made for more diversity in selecting and reading the works of scholars from abroad. In demonstrating the need for diversity the work of Alain Supiot is discussed.


Agnes Schreiner
Agnes Schreiner is als universitair docent werkzaam bij de Afdeling Algemene Rechtsleer, sectie Rechtssociologie, van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Universiteit van Amsterdam. Zij verzorgt onder meer het keuzevak Rechtsantropologie en het masterkeuzevak Anthropology of European Private Law. In 1990 promoveerde ze op Roem van het recht. Haar bijzondere belangstelling gaat uit naar recht & cultuur, recht & media, recht & ritueel en recht & semiotiek. Ze publiceerde onlangs Jurovisie, twee traktaten over de europeanisering van het recht (2009).
Discussie

Mind the gap!

Over het (vermeende) belang van de verschillen tussen common law en civil law voor de rechtsfilosofie

Trefwoorden common law, civil law, legal cultures, Alain Supiot
Auteurs Roland Pierik
SamenvattingAuteursinformatie

    For many legal scholars it goes without saying that legal and legal-philosophical theories originate in specific societal contexts and that this contextual character should always be taken into consideration. This implies, for example, that we should take the differences between the common law and civil law tradition seriously. This paper acknowledges the importance of such differences for legal analysis in general, but argues that this acknowledgement is less urgent for legal-philosophical analyses, since they primarily focus on what both traditions share, namely, a foundation in liberal-democratic principles.


Roland Pierik
Roland Pierik is universitair hoofddocent rechtstheorie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij werkt op het gebied van hedendaagse liberale politieke theorie, toegepast op discussies van de multiculturele samenleving, integratiebeleid en internationale rechtvaardigheid. In 2010 is een door hem geredigeerde bundel over het kosmopolitisme en internationaal recht gepubliceerd door Cambridge University Press. Recent verschenen artikelen van hem in Critical Review of International Social and Political Philosophy, Journal of Social Philosophy, Ethics & International Affairs, Political Studies en Ethnicities.
Discussie

Naschrift

Auteurs Agnes Schreiner
Auteursinformatie

Agnes Schreiner
Agnes Schreiner is als universitair docent werkzaam bij de Afdeling Algemene Rechtsleer, sectie Rechtssociologie, van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Universiteit van Amsterdam. Zij verzorgt onder meer het keuzevak Rechtsantropologie en het masterkeuzevak Anthropology of European Private Law. In 1990 promoveerde ze op Roem van het recht. Haar bijzondere belangstelling gaat uit naar recht & cultuur, recht & media, recht & ritueel en recht & semiotiek. Ze publiceerde onlangs Jurovisie, twee traktaten over de europeanisering van het recht (2009).
Praktijk

Judges and delicate law

Contemporary judicial practices at the Court of First Instance in Tunis examined against their socio-political background

Trefwoorden islamic law, delicate fields of law, anthropology of law, ethnomethodology
Auteurs Maaike Voorhoeve
SamenvattingAuteursinformatie

    My current research concerns contemporary judicial practices in Tunisia. I focus on what I call ‘delicate fields of law’, such as domestic violence, unmarried cohabitation, children born out of wedlock, virginity, abortion, etc. Such topics are delicate in any given society, as they are related to a fundamental ‘symbolic order’ (Françoise Héritier). Because of their sensitive character, the legislation concerning these topics is generally characterized by vague and open norms, leaving much interpretational freedom to judges. My research examines how Tunisian judges deal with these discretionary powers.
    I conducted fieldwork in Tunis for a period of fourteen months (2008-2009), when I collected court decisions, attended court hearings and interviewed judges, lawyers and litigants. To treat these empirical data, I developed a non-culturalist approach that is both praxiological and ethnomethodological.
    My research is praxiological as I treat legal practice as an object of investigation in itself (en tant que tel, Dupret), instead of using legal practice as a medium to study society (‘mirror thesis’, Tamanaha). This means that I describe how Tunisian judges apply open norms in delicate fields of law, without interpreting from a meta-level why judges apply the law in one way or another. However, this does not mean that my study remains merely descriptive. For the interpretation of what judges do, I follow the ethnomethodological approach.


Maaike Voorhoeve
Maaike Voorhoeve studeerde rechten, gevolgd door de master ‘Islam in de moderne wereld’, aan de Universiteit van Amsterdam. Zij is op dit moment werkzaam aan dezelfde universiteit, waar zij een proefschrift schrijft aan de Afdeling Algemene Rechtsleer, onder begeleiding van Ruud Peters en Dorien Pessers. Daarnaast is zij bestuurslid van de Vereniging tot de bestudering van het recht van de islam en het Midden-Oosten (RIMO), en heeft zij het vak Familierecht in moslimlanden opgezet.
Boekbespreking

Naar een rechtvaardiger samenleving

Auteurs Nienke Doornbos
Auteursinformatie

Nienke Doornbos
Nienke Doornbos is universitair docente rechtssociologie bij het Departement Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam. Zij promoveerde in 2006 op een rechtssociologisch onderzoek naar de wijze waarop asielzoekers worden gehoord in het kader van de asielprocedure. Haar onderzoeksinteresses betreffen onder meer de wisselwerking tussen recht en communicatie en het functioneren van klachten- en geschillenprocedures. Zij is verbonden aan het Paul Scholten Centrum.
Boekbespreking

Het leven in de Raad van State

Bruno Latour over de constructie van juridische feiten

Auteurs Gert Verschraegen
Auteursinformatie

Gert Verschraegen
Gert Verschraegen is verbonden aan het Departement Sociologie van de Universiteit Antwerpen, waar hij onder andere wetenschapssociologie doceert. Zijn onderzoeksinteresses liggen op het domein van de algemene sociologie, kennis- en cultuursociologie en processen van europeanisering/globalisering.

Bregje Dijksterhuis
Bregje Dijksterhuis is docent en onderzoeker bij de opleiding HBO-Rechten van de Hogeschool van Amsterdam. Zij publiceert over onder andere landelijke rechterlijke samenwerking (haar proefschrift), de taak van de Hoge Raad, echtscheidingsrecht, ontslagrecht en diversiteit in de rechterlijke macht.
Boekbespreking

Durkheim is hot, Foucault is not?

De nieuwe slingerbeweging in de bestraffingssociologie

Auteurs Tom Daems
Auteursinformatie

Tom Daems
Tom Daems is als postdoctoraal onderzoeker van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen (FWO) verbonden aan het Instituut voor Strafrecht en het Leuvens Instituut voor Criminologie (LINC), Katholieke Universiteit Leuven. Zijn boek Making sense of penal change (2008) werd in 2009 bekroond met de Willem Nagelprijs van de Nederlandse Vereniging voor Kriminologie en de Denis Carroll Prize van de International Society for Criminology. Hij is tevens auteur van De bestraffingssociologie van David W. Garland (2009).