DOI: 10.5553/PROCES/016500762024103003002

PROCESAccess_open

Artikel

Mensenhandel: dichterbij dan je denkt

Over de betrokkenheid van verdachten uit de sociale omgeving van slachtoffers

Trefwoorden mensenhandel, geweld in afhankelijkheidsrelaties, uitbuiting, dwang
Auteurs
DOI
Toon PDF Toon volledige grootte
Samenvatting Auteursinformatie Statistiek Citeerwijze
Dit artikel is keer geraadpleegd.
Dit artikel is 0 keer gedownload.
Aanbevolen citeerwijze bij dit artikel
Aylin Steijvers en Janine Janssen, 'Mensenhandel: dichterbij dan je denkt', PROCES 2024, p. 132-142

    It is often thought that offenders of human trafficking do not have any social connections with their victims. In this contribution, literature regarding human trafficking in the Netherlands is scrutinized. Also cases that have been presented to the Dutch courts, are looked into. The central question is: what is known about the connection between offenders and victims of human trafficking? Based on an exploration of Dutch literature and cases that have been taken to court, it is demonstrated that offenders and victims often share membership of a social network. It is important that this information is integrated in profiles of offenders in order to develop effective (preventive and reactive) measures against human trafficking.

Dit artikel wordt geciteerd in

    • 1. Inleiding

      Als wij met studenten en andere geïnteresseerden over mensenhandel spreken, dan stuiten wij vaak op de volgende verkeerde aannames: het is een exotisch verschijnsel dat amper voorkomt in Nederland en mocht mensenhandel hier te lande spelen, dan manifesteren dwang en uitbuiting – twee wezenlijke kenmerken van mensenhandel – zich vooral op het gebied van sekswerk. Niets is echter minder waar: verleden jaar verscheen een interview met Conny Rijken, de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, waarbij de volgende cijfers werden gepresenteerd: naar schatting zijn er 5000 slachtoffers van mensenhandel in Nederland.1x https://magazines.rijksoverheid.nl/jenv/jenvmagazine/2023/21/conny-rijken. In 2021 kreeg CoMensha – dat is het coördinatiecentrum mensenhandel – 791 meldingen van onder meer de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Koninklijke Marechaussee, opvanginstellingen en de politie. Binnenlandse seksuele uitbuiting – dat wil zeggen dat de dader het slachtoffer in hetzelfde land werft en uitbuit – is naar schatting de meest voorkomende vorm. Let wel: dit is een schatting. Meldingen laten een ander beeld zien: van de meldingen bij CoMensha gaat namelijk 43% over arbeidsuitbuiting. Dit gaat vooral om de onderkant van de arbeidsmarkt: laagbetaalde, laaggeschoolde en flexibele arbeid.2x Idem. Naast seksuele uitbuiting en arbeidsuitbuiting onderscheidt CoMensha verder nog criminele uitbuiting, waarbij slachtoffers gedwongen worden delicten te plegen, en gedwongen orgaanverwijdering als vormen van mensenhandel.3x www.comensha.nl/over-mensenhandel/vormen-van-mensenhandel/.
      Veel mensen zijn bekend met het verschijnsel van de ‘loverboy’, waarbij een pleger een romantische relatie voorwendt en vervolgens overgaat tot dwang en uitbuiting. Desalniettemin horen we – buiten de associatie met de ‘loverboy’ – dat vaak gedacht wordt dat verdachten van mensenhandel doorgaans grote onbekenden zijn voor de slachtoffers. Er volgen vaak verbaasde reacties als wij uitleggen dat mensenhandel ook een vorm van geweld in afhankelijkheidsrelaties kan zijn. Met dat laatste bedoelen we dat dwang en uitbuiting zowel fysieke als psychische vormen van geweld kunnen behelzen, die gepleegd worden door een dader die het slachtoffer niet alleen kent, maar van wie hij of zij emotioneel, materieel of op een andere manier afhankelijk kan zijn.4x J. Janssen, Afhankelijkheid en weerbaarheid. Over het complexe en bonte werk van professionals bij de aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties, Den Bosch: Avans Hogeschool 2016; J. Janssen, Huishoudens van Jan Steen. Over de taak van de politie bij de aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties, Den Haag: Boom criminologie 2023. Die verbaasde reacties hebben ons geïnspireerd tot het schrijven van dit artikel, waarin de volgende vraag centraal staat: Wat is er bekend over de relatie tussen verdachten en slachtoffers van verschillende vormen van mensenhandel? Om die vraag te kunnen beantwoorden hebben wij twee stappen gezet: in de eerste plaats is de literatuur die betrekking heeft op mensenhandel in Nederland onder de loep genomen. Ons doel is om met behulp van dit artikel professionals die te maken hebben of kunnen krijgen met mensenhandel, voor te lichten over de toch ook vaak nauwe banden tussen slachtoffers en daders van mensenhandel hier te lande. Om die reden hebben we ons op de literatuur over Nederland gericht. We hebben in die literatuur gezocht naar bijdragen over mensenhandel in het sekswerk, arbeids- en criminele uitbuiting. Het onder dwang doneren van organen laten wij in deze bijdrage verder buiten beschouwing. Hoewel we het een belangrijk onderwerp vinden, is er relatief weinig over bekend. De andere vormen van mensenhandel zijn beter gedocumenteerd. In de tweede plaats zijn wij op rechtspraak.nl gaan kijken naar de daar gepubliceerde zaken, waarbij mensenhandel ten laste werd gelegd.
      Het artikel is als volgt opgebouwd: in paragraaf 2 besteden wij kort aandacht aan de vraag wat mensenhandel volgens de wetgever is. Daarbij kijken wij ook naar de relatie met afhankelijkheid. In paragraaf 3 komen de resultaten van het literatuuronderzoek aan bod: wat zijn wij op basis van die literatuur te weten gekomen over de relatie tussen daders en slachtoffers bij seksuele, arbeids- en criminele uitbuiting? In de vierde paragraaf trachten wij diezelfde vraag te beantwoorden aan de hand van zaken die op rechtspraak.nl zijn gepubliceerd. We ronden af met een korte conclusie, waarin we uitleggen waarom inzicht in de relatie tussen daders en slachtoffers zo belangrijk is voor de opsporing en handhaving.

    • 2. Mensenhandel en afhankelijkheid

      2.1 Wat is mensenhandel volgens de wet?

      Lange tijd kende Nederland geen strafbaarstelling van mensenhandel.5x L.B. Esser, De strafbaarstelling van mensenhandel ontrafeld, Den Haag: Boom, 2019, p. 52. In 1912 wordt ‘vrouwenhandel’ opgenomen in artikel 250ter Wetboek van Strafrecht (Sr).6x Esser 2019, p. 91. Het is 1989 wanneer de term vrouwenhandel wordt vervangen door de term mensenhandel met de inwerkingtreding van artikel 250ter Sr.7x W.J.B. ten Kate, Mensenhandel, Deventer: Wolters Kluwer 2022, p. 12. Sinds 2005 vallen ook andere vormen van uitbuiting dan seksuele uitbuiting onder mensenhandel, en staat het vermeld in de titel ‘Misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid’ in plaats van ‘Misdrijven tegen de zeden’.8x Esser 2019, p. 156.
      Mensenhandel is als misdrijf strafbaar gesteld in artikel 273f Sr. In dit artikel kunnen we onder meer lezen dat de voorbereiding van uitbuiting, bijvoorbeeld het werven, huisvesten of vervoeren van het slachtoffer door middel van een dwangmiddel en dit met het oogmerk van uitbuiting, strafbaar is, evenals het ervoor zorgen dat het slachtoffer zich beschikbaar stelt tot het verrichten van arbeid of diensten. In de jurisprudentie is daaraan toegevoegd dat het voorstelbaar moet zijn dat het slachtoffer zich in een uitbuitingssituatie bevindt (art. 273f lid 1 Sr).9x HR 27 oktober 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI7099. Relevante factoren bij de beoordeling hiervan zijn de aard en de duur van de tewerkstelling, de beperkingen die deze tewerkstelling met zich meebrengt voor het slachtoffer, en de voordelen van deze tewerkstelling voor de verdachte, en bij dit alles dient rekening te worden gehouden met dat wat in Nederland gangbaar is.10x Zo maakt het namelijk uit wat voor arbeid of diensten het slachtoffer moest verrichten, hoelang en hoe vaak dit gebeurde, wat dit werk zwaar maakte en wat de uitbuiter hieraan verdiende, bijvoorbeeld in de vorm van geld. Wanneer deze en andere relevante factoren worden gewogen, moet men de maatstaven die in Nederland gelden als referentiekader hanteren; zie: HR 2009. Zo kijken we dus niet naar wat een eventueel slachtoffer in diens land van herkomst gewend was wat betreft werktijden en loon, maar kijken we naar hoe het in Nederland hoort te gaan; zie Ten Kate 2022, p. 47.
      Artikel 273f Sr geeft ook enig inzicht in hoe dwang eruit kan zien. Deze zogeheten dwangmiddelen zijn voortgekomen uit het Palermo Protocol.11x Esser 2019, p. 342. In artikel 273f lid 1 sub 1, 4 en 9 Sr worden de volgende vormen van het onder druk zetten van mensen genoemd: dwang, geweld of een andere feitelijkheid, dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, afpersing, fraude, misleiding, misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, misbruik van een kwetsbare positie en het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over het slachtoffer heeft.
      Om tot een strafbaar feit te komen volgens artikel 273f lid 1 sub 1, 4 en 9 Sr moet minstens een van deze vormen van druk worden aangetoond. Sub 1 ziet erop toe dat een dwangmiddel wordt ingezet om het slachtoffer te werven, vervoeren, overbrengen, huisvesten of opnemen met het oogmerk van uitbuiting of verwijdering van diens organen. Sub 4 geeft aan dat het dwangmiddel moet worden toegepast om de ander te dwingen of te bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten of om diens organen beschikbaar te stellen. Voor bewezenverklaring van sub 9 is het nodig om het dwangmiddel aan te wenden om het slachtoffer te dwingen of te bewegen de met betaalde seksuele handelingen verdiende opbrengsten af te staan. Hierin valt een onderscheid te maken tussen de voorbereiding van de uitbuiting, de voortduring van de uitbuiting en het profiteren van sekswerk. Voor strafbaarheid van zowel sub 4 als sub 9, maar ook van sub 3 (die op dit punt buiten beschouwing wordt gelaten, gezien het grensoverschrijdende karakter waar binnen deze bijdrage niet op in wordt gegaan), is het volgens jurisprudentie vereist om naast de wettekst aan te tonen dat er sprake is van een situatie waarbij uitbuiting kan worden verondersteld.12x HR 17 mei 2016, ECLI:NL:HR:2016:857, NJ 2016, 314; HR 24 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3309; HR 16 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1941; Esser 2019, p. 119, 154, 229; Ten Kate 2022, p. 60, 65, 73. Jurisprudentie leert ons dat het van de situatie afhankelijk is of sprake is van uitbuiting.13x HR 2009.
      Samenvattend kunnen we stellen dat het doel van een mensenhandelaar is om een persoon uit te buiten door deze te dwingen tot onder meer seksuele diensten, arbeid of criminaliteit, om hier vervolgens zelf aan te verdienen. Op deze manier maken mensenhandelaren een slachtoffer ondergeschikt aan een verdienmodel, met als gevolg een ernstige inbreuk op de persoonlijke vrijheid, waardigheid en integriteit van het slachtoffer.

      2.2 De relatie met afhankelijkheid

      We zijn nog niet ingegaan op de relatie tussen het slachtoffer en de pleger van mensenhandel. Voordat we daar dieper op ingaan, volgen enkele opmerkingen over het begrip ‘afhankelijkheid’. Afhankelijkheid is op zichzelf beschouwd niet slecht, afhankelijkheid hoort bij het leven. Er wordt gesproken van ‘geweld in afhankelijkheidsrelaties’ zodra een dader misbruik maakt van die emotionele, materiële of andere afhankelijkheidsband.14x Janssen 2016, 2023. Bij geweld in afhankelijkheidsrelaties kan naast mensenhandel ook aan vormen van geweld gedacht worden die zich binnen het gezin (nuclear family) – denk aan (ex-)partnergeweld en kindermishandeling – en/of binnen de familie (extended family) afspelen, zoals bijvoorbeeld eergelateerd geweld. Ook is er geweld dat speelt op de werkvloer tussen bijvoorbeeld collega’s of een medewerker en een leidinggevende. Een bijzondere vorm van werkgerelateerd geweld in afhankelijkheidsrelaties is geweld gepleegd door een professional, bijvoorbeeld door een hulpverlener of een docent die misbruik maakt van zijn of haar bijzondere positie ten opzichte van afhankelijke cliënten en studenten.15x Janssen 2016, 2023.
      In artikel 273f Sr wordt niet letterlijk gesproken over misbruik van afhankelijkheidsbanden. Wel komen we in dit artikel een aantal belangrijke termen tegen die hinten op een ongewenste omgang met afhankelijkheid. Zo wordt er onder meer gesproken over ‘uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht’. Hieronder wordt verstaan dat de mensenhandelaar misbruik maakt van de ongelijke relatie waarbij het slachtoffer afhankelijk is van de mensenhandelaar.16x Ten Kate 2022, p. 33. Een voorbeeld dat we al noemden, is de werkwijze van de loverboy: het slachtoffer – vaak een jong meisje of vrouw – is verliefd en de mensenhandelaar maakt misbruik van die emotionele afhankelijkheid door het slachtoffer seks tegen betaling te laten hebben met derden.17x Gerechtshof Amsterdam 30 september 2011, ECLI:NL:GHAMS:2011:BT6850. Er wordt ook verondersteld dat er sprake is van een ongelijke situatie in het geval een prostituee/prostitué in een situatie komt te verkeren die niet gelijk is aan de omstandigheden waarin een mondige prostituee/prostitué in Nederland pleegt te verkeren, zoals in veel juridische stukken wordt aangehaald.18x Ten Kate 2022, p. 33.
      Daarnaast wordt er ook over ‘kwetsbaarheid’ gesproken. Waar het bij een ongelijke situatie gaat om de relatie tussen de mensenhandelaar en het slachtoffer, gaat het bij kwetsbaarheid met name over de positie van het slachtoffer.19x Het klinkt wellicht vreemd om ook met betrekking tot daders te spreken over kwetsbaarheid. Dat ligt toch wat genuanceerder. In dit verband kan gedacht worden aan criminele uitbuiting. Bij deze specifieke vorm van mensenhandel worden slachtoffers aangezet tot het plegen van delicten, bijvoorbeeld het helpen bij het produceren en transporteren van drugs. De slachtoffers van mensenhandel zijn in dezen ook plegers van delicten. Zie bijvoorbeeld A. Üstüner-Tüfekci e.a., Criminele uitbuiting onder scholieren en studenten in Zeeland, Den Bosch: Avans Hogeschool – Expertisecentrum Veiligheid 2022. Het komt erop neer dat als gevolg van de situatie van het slachtoffer, het slachtoffer geen andere werkelijke of aanvaardbare keuze heeft dan het misbruik van de dader te ondergaan.20x Ten Kate 2022, p. 33. Een kwetsbare positie kan het gevolg zijn van minderjarigheid, financiële problemen, een instabiele jeugd of een verstandelijke beperking.21x Gerechtshof Den Haag 9 november 2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:3648.

    • 3. Bevindingen uit de literatuur

      In de literatuur gericht op Nederland is gezocht naar inzichten over de relatie tussen daders en slachtoffers van mensenhandel. Uiteraard komt het ook voor dat dader en slachtoffer elkaar niet kennen, maar die situaties laten wij hier buiten beschouwing. Op basis van de bevindingen komen wij ook niet tot harde uitspraken over de mate waarin dader en slachtoffer elkaar kennen. Reden hiervoor is dat soms in de literatuur uitspraken worden gedaan op basis van schattingen en dan weer op basis van registraties. Verder wordt ook geregeld aangegeven dat het dark figure bij mensenhandel waarschijnlijk hoog is. Daarmee wordt bedoeld dat lang niet alle gevallen van mensenhandel die in Nederland plaatsvinden, bij instanties zoals de politie bekend worden.
      Zoals we in de inleiding al aangaven, hebben we naar drie vormen van mensenhandel gekeken: seksuele, arbeids- en criminele uitbuiting. In de bestudeerde literatuur zijn wij nagegaan of er iets gezegd werd over de relatie tussen daders en ­slachtoffers.22x Als zoektermen is gebruikgemaakt van de volgende woorden: mensenhandel, uitbuiting, dwang, seksuele uitbuiting, arbeidsuitbuiting, criminele uitbuiting, dader en slachtoffer. Verder heeft de zoektocht zich beperkt – zoals eerder in de tekst al werd uitgelegd – tot literatuur die uitspraken doet over mensenhandel in Nederland. Vervolgens hebben wij ons afgevraagd om wat voor soort afhankelijkheidsband het dan ging: een (ex-)partner, een gezinslid, een familielid, een collega of leidinggevende of een andersoortige afhankelijkheidsband.

      3.1 Seksuele uitbuiting

      Wanneer we nader ingaan op de verschillende typen afhankelijkheidsrelaties tussen dader en slachtoffer binnen seksuele uitbuiting, vinden we in de literatuur dat dit behoorlijk uiteenlopend is. Allereerst zien we dat de afhankelijkheidsrelatie waarbij de dader en het slachtoffer (ex-)partners zijn bij de totstandkoming van de uitbuiting, gebruikelijk is.23x Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, Dadermonitor mensenhandel 2013-2017, Den Haag: Nationaal Rapporteur 2019, p. 44; M. Born, Y. Bleeker & M. Timmermans, Seksuele uitbuiting in Amsterdam, een onderzoek naar aard en patronen, Amsterdam: Regioplan 2019, p. 6. Uit resultaten van het Centrum Kinderhandel en Mensenhandel (CKM) blijkt dat dit type afhankelijkheidsrelatie de meest voorkomende is in geval van seksuele uitbuiting, namelijk in 57% van de gevallen zijn dader en slachtoffer (ex-)partners.24x M. Covers & P. Meulen, Onzichtbare slachtoffers van mensenhandel in 2021, Capelle aan den IJssel: Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel 2021, p. 11. In een ander onderzoek wordt bevonden dat bijna de helft van de daders (49%) een affectieve relatie met het slachtoffer is aangegaan alvorens dit slachtoffer werd geworven voor het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling.25x F.F. Bekken, E.I. Simons & F. Noteboom, Daders van binnenlandse seksuele uitbuiting, Capelle aan den IJssel: Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel 2021, p. 49. Regioplan bracht ook in kaart wat de kenmerken zijn van de daders van de verschillende vormen van uitbuiting, en bevond hierbij dat ze in een deel van de gevallen een romantische relatie hebben met het slachtoffer.26x L.H.J. Buimer e.a., Mensenhandel zichtbaar maken. Leren van onderzoek in Ede en Utrecht, Amsterdam: Regioplan 2022, p. 8. Dit type afhankelijkheidsrelatie bestaat kennelijk ook binnen seksuele uitbuiting wanneer het slachtoffer minderjarig is, en dit verkleint vervolgens de aangiftebereidheid.27x S.D.E. Leermakers, E.I. Simons & F. Noteboom, ‘Aangifte doe je niet’, Capelle aan den IJssel: Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel 2018, p. 21.
      Dat seksuele uitbuiting ook plaatsvindt binnen familiekring – zonder onderscheid te maken tussen een gezinslid en een overig familielid – wordt door het CKM gevonden.28x Covers & Meulen 2021, p. 11. Dit komt echter niet overeen met bevindingen waarin 25 dossiers van binnenlandse seksuele uitbuiting onder de loep werden genomen en er in alle 25 gevallen geen familiaire connectie bestond tussen de dader en het slachtoffer.29x Bekken, Simons & Noteboom 2021, p. 49.
      Er is tot op heden weinig bekend over seksuele uitbuiting binnen een afhankelijkheidsrelatie die zich op de werkvloer afspeelt. Het CKM stelde vast dat in 5 van de 240 gevallen waarin seksuele uitbuiting via de chat met Fier in beeld kwam, de dader een collega of leidinggevende van het slachtoffer betrof.30x Covers & Meulen 2021, p. 11.
      Buiten vorenstaande gespecificeerde afhankelijkheidsrelaties zijn er ook nog andere manieren waarop de dader en het slachtoffer van seksuele uitbuiting elkaar kennen. Zo zijn er ook situaties waarin de dader en het slachtoffer elkaar via via kennen, kennissen van elkaar zijn, of zelfs een vriendschap delen.31x Covers & Meulen 2021, p. 11; M.D.S. Wijkman & E.R. Kleemans, De rol van vrouwelijke daders bij seksuele uitbuiting, Amsterdam: Programma Politie en Wetenschap 2019, p. 17; Bekken, Simons & Noteboom 2021, p. 49; Born, Bleeker & Timmermans 2019, p. 6, 7.

      3.2 Arbeidsuitbuiting

      Bij arbeidsuitbuiting op de werkvloer zal al snel gedacht worden aan misbruik van afhankelijkheidsbanden tussen collega’s en tussen medewerkers en leidinggevenden. Dit beeld wordt dan ook bevestigd door de Nationaal Rapporteur in zowel 2019 als 2021. Ook blijkt uit literatuuronderzoek nog de aanvulling dat het kan gaan om een leidinggevende in een van de grotere bedrijven in de industrie, landbouw en horeca, maar ook in kleinere ondernemingen en individuele gevallen, zoals binnen het huishouden.32x M.J. van Meeteren & J.P. van der Leun, ‘Daders van arbeidsuitbuiting. Over de vermeende rol van georganiseerde misdaad’, PROCES 2018, p. 143.
      Naast de werksfeer biedt ook de familie buiten het gezin gelegenheid tot slachtofferschap van arbeidsuitbuiting.33x Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen 2019, p. 52; C.E. Dettmeijer, L.B. Esser & F. Noteboom, Zicht op kwetsbaarheid. Een verkennend onderzoek naar de kwetsbaarheid van kinderen voor mensenhandel, Den Haag: Nationaal Rapporteur 2016, p. 87. Over de afhankelijkheidsrelatie die er binnen het gezin bestaat, noch binnen het partnerschap noch binnen familielijnen, is echter iets bekend met betrekking tot arbeidsuitbuiting.
      Opvallend is de bevinding van de Nationaal Rapporteur waarbij in de verslavingszorg arbeidsuitbuiting speelde.34x Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen 2019, p. 51. De Nationaal Rapporteur verwijst hier naar een arrest van het hof Arnhem-Leeuwarden waarbij een medewerker binnen de verslavingszorg is veroordeeld voor de arbeidsuitbuiting in de dagbesteding van één cliënt die onbetaald werk verrichtte voor de stichting binnen de verslavingszorg.
      Het Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel geeft ten slotte aan dat uit eigen onderzoek naar de rol van online platforms in arbeidsuitbuiting is gebleken dat er ook gevallen bekend zijn waarin er geen afhankelijkheidsrelatie tussen de dader en het slachtoffer van arbeidsuitbuiting bestaat in de ronselperiode, maar dat slachtoffers worden benaderd voor arbeid via advertenties of persoonlijke berichten.35x Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel, De rol van online platformen bij arbeidsuitbuiting, Zwolle: Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel 2022, p. 18.

      3.3 Criminele uitbuiting

      Criminele uitbuiting binnen of na een affectieve relatie wordt opgemerkt binnen de Dadermonitor mensenhandel 2013-2017, waar een zaak wordt aangehaald waarbij sprake is van een gedwongen drugstransport.36x Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen 2019, p. 54. Dat het niet bij deze veroordeling blijft, blijkt uit de rapportage van het CKM op basis van gegevens uit chatgesprekken van opvang- en hulpverlenende organisatie Fier. Hieruit bleek dat 12 van de 31 slachtoffers hebben aangegeven dat de criminele uitbuiting hun (ex-)partner betrof.37x Covers & Meulen 2021, p. 13. Het vernoemen waard is hierbij dat de gemiddelde leeftijd van deze totale groep respondenten 18 jaar is. Een ander rapport van het CKM laat ook weer zien dat er bij onderwijsprofessionals sprake is van vermoedens van criminele uitbuiting binnen een romantische relatie, namelijk in 2 van de 18 bevraagde middelbare scholen.38x T.L.M. Leito, Criminele uitbuiting onder minderjarigen in Rotterdam, Capelle aan den IJssel: Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel 2023, p. 25. Het ging om een medewerker die verantwoordelijk is voor de veiligheid op de school die er van verdacht werd over de schreef te zijn gegaan. Hoewel de gegevens uit de chats een andere waarde hebben dan bijvoorbeeld aangiftes en meldingen bij de politie, geven ze wel een indruk van wat betrokkenen hebben meegemaakt. Op basis van deze gegevens kan in ieder geval niet gesteld worden dat daders altijd onbekenden zijn voor het slachtoffer.
      Ook uit de literatuur blijkt dat binnen families mensenhandel kan worden gepleegd. In het onderzoek naar Fier-chats, zoals hiervoor geschetst, komt namelijk naar voren dat 4 van de 31 slachtoffers crimineel werden uitgebuit door hun familielid, namelijk hun broer (in 3 gevallen) of hun vader (in 1 geval).39x Covers & Meulen 2021, p. 13; zie ook Leito e.a. 2023, p. 25. Recent is dit in een studie ook bevraagd aan scholieren zelf in plaats van aan de professionals binnen het onderwijs, zoals hiervoor beschreven, en dan geeft 2,9% van de 234 respondenten aan dat het een familielid betrof die hun vroeg iets te doen waarvan ze denken dat het criminele uitbuiting is.40x Üstüner-Tüfekci e.a. 2022, p. 20. Ook de al genoemde Dadermonitor mensenhandel 2013-2017 stipt veroordelingen aan waarbij de eigen (jonge) kinderen werden ingezet voor het plegen van diefstallen.41x Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen 2019, p. 56. Hier hebben we het dus over een afhankelijkheidsrelatie binnen het gezin.42x Zie ook voor voorbeelden over de extendend family: Dettmeijer, Esser & Noteboom 2016, p. 73. Daar waar kennelijk, zoals uit het vorenstaande blijkt, vrij veel bekend is over criminele uitbuiting binnen de familiaire afhankelijkheidsrelatie, werd er geen literatuur ten aanzien van criminele uitbuiting binnen een werkgerelateerde afhankelijkheidsrelatie gevonden.
      Andere sociale relaties kwamen in de literatuur ook in beeld, namelijk die met vrienden, kennissen of buurtgenoten.43x Covers & Meulen 2021, p. 13; Üstüner-Tüfekci e.a. 2022, p. 20; Leito e.a. 2023, p. 25. De manier waarop het zijn van kennissen zich uit, is door het elkaar kennen via school, via de sportvereniging, via het uitgaan of zelfs via sociale media, bijvoorbeeld via de datingsite Badoo.44x Üstüner-Tüfekci e.a. 2022, p. 20; Leito e.a. 2023, p. 25; Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel, De rol van online platformen bij criminele uitbuiting, Zwolle: Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel 2023, p. 12.
      Uit de chatgesprakken bij Fier is ook één slachtoffer gekomen dat de pleger niet kende.45x Covers & Meulen 2021, p. 13. Ook 3 van de 18 middelbare scholen zien dat het slachtoffer en de pleger onbekenden van elkaar zijn in gevallen waarin zij criminele uitbuiting vermoeden.46x Leito e.a. 2023, p. 25.

    • 4. Bevindingen uit de gepubliceerde zaken

      Na gekeken te hebben naar de relevante literatuurbronnen ter beantwoording van de onderzoeksvragen, is er aanvullend ook gekeken naar rechterlijke uitspraken door de verschillende rechtbanken en gerechtshoven die Nederland kent en waarbij inzicht werd gegeven in de al dan niet bestaande (afhankelijkheids)relatie tussen de dader en het slachtoffer. In de periode 2013-2023 is gezocht naar ­veroordelingen in mensenhandelzaken. De opbrengst zegt niet alles over de mensenhandelzaken die voor de rechter zijn gekomen, aangezien (nog) niet alle zaken daadwerkelijk op de site www.rechtspraak.nl gepubliceerd worden. Er is gezocht op woorden als ‘mensenhandel’ en de verschillende vormen van dwang en uitbuiting. Daarnaast is er gebruikgemaakt van verschillende zoektermen die de afhankelijkheidsrelatie zouden kunnen weerspiegelen, zoals geliefde, partner, echtgenoot, echtgenote, vriend, vriendin, relatie wat betreft de eerste vorm van afhankelijkheidsrelatie, en vader, moeder, kind, zoon, dochter, broer en zus wat betreft de tweede variant afhankelijkheidsrelatie. De veertien gevonden relevante ECLI’s47x De wijze waarop naar vonnissen en arresten gerefereerd wordt, is door middel van een ECLI, een European Case Law Identifier, waarin het land waarin uitspraak is gedaan, welk gerecht hiervoor verantwoordelijk is, het jaar waarin uitspraak is gedaan en het specifieke nummer worden weergegeven; zie ‘Wat is de ECLI?’, www.rechtspraak.nl. zijn in tabel 1 weergegeven. Het is belangrijk om te benoemen dat deze ECLI’s niet limitatief zijn. Zeker op het vlak van seksuele uitbuiting binnen een (ex-)partnerrelatie waren er veel meer veroordelingen te vinden dan die in de weergegeven ECLI’s. Daarnaast blijkt niet uit iedere ECLI een afhankelijkheidsrelatie tussen de veroordeelde en het slachtoffer, of zijn er wel indicatoren maar staat niettemin buiten kijf dat het een afhankelijkheidsrelatie betreft. Dat waren voor ons redenen om deze buiten beschouwing te laten. Na de tabel met ECLI’s volgt een uitleg.

      Tabel 1 Overzicht van de bestudeerde gepubliceerde uitspraken
      Seksuele uitbuitingArbeidsuitbuitingCriminele uitbuiting
      (Ex-)partner ECLI:NL:RBAMS:2019:7542
      ECLI:NL:RBNNE:2021:4993
      Gezinslid (nuclear family) ECLI:NL:RBAMS:2018:6931
      ECLI:NL:RBAMS:2020:1328
      ECLI:NL:RBAMS:2020:1329
      ECLI:NL:GHAMS:2021:1868
      ECLI:NL:GHAMS:2021:1870
      ECLI:NL:GHARL:2023:4130
      ECLI:NL:RBLIM:2023:1874
      ECLI:NL:RBLIM:2023:1876
      Familielid (extended family) ECLI:NL:RBAMS:2020:1327
      ECLI:NL:RBAMS:2020:1328
      ECLI:NL:GHAMS:2021:1867
      Collega/leidinggevende ECLI:NL:GHARL:2023:8893
      ECLI:NL:GHAMS:2020:661

      4.1 Seksuele uitbuiting

      Op de website www.rechtspraak.nl zijn enkel voorbeelden gevonden waarbij seksuele uitbuiting zich in de afhankelijkheidsrelatie van (ex-)partners afspeelt. Er zijn geen voorbeelden gevonden waarbij andere afhankelijkheidsrelaties een rol speelden.

      4.2 Arbeidsuitbuiting

      Op het gebied van arbeidsuitbuiting zijn er binnen de beoogde periode enkel uitspraken van arbeidsuitbuiting binnen de afhankelijkheid op de werkvloer gevonden. Maar, zoals hiervoor al werd aangegeven: via de gebruikte website kunnen niet alle zaken worden achterhaald. Het is lastig om aan te geven of de uitbuiting al begon na of voor men elkaar kende.

      4.3 Criminele uitbuiting

      Criminele uitbuiting leverde, zoals in de tabel weergegeven wordt, meer ECLI’s op dan de andere twee uitbuitingsvormen. De gevonden uitspraken hebben echter alleen toepassing op de afhankelijkheidsrelaties binnen families. Wel is er onderscheid te maken tussen de nuclear family en de extended family. Zo zijn er namelijk verscheidene veroordelingen voor het crimineel uitbuiten van het eigen kind of de eigen kinderen, en de criminele uitbuiting zich dus afspeelt binnen de nuclear ­family. Daarnaast zijn er ook uitspraken aangetroffen waarbij de extended family betrokken was en een oom of tante zijn of haar neefje(s) of nichtje(s) crimineel uitbuitte.

    • 5. Tot slot

      In dit artikel hebben we willen onderbouwen dat het vooroordeel dat mensenhandel doorgaans door volledig onbekenden wordt gepleegd, van realiteitsgehalte is gespeend. Sterker nog, bij seksuele uitbuiting, arbeids- en criminele uitbuiting hebben wij in de literatuur en in gepubliceerde zaken de betrokkenheid van bekenden uit het eigen sociale netwerk waargenomen met wie afhankelijkheidsbanden worden onderhouden. Met deze korte verkenning hopen wij professionals die betrokken zijn bij de aanpak van mensenhandel beter bewust te maken van het feit dat plegers uit het sociale netwerk van slachtoffers afkomstig kunnen zijn. Afhankelijkheidsbanden kunnen het voor slachtoffers nog moeilijker maken om bij professionals om hulp te vragen, te melden of aangifte te doen, omdat zij bijvoorbeeld loyaliteitsgevoelens naar de pleger hebben en/of bang zijn voor die nabije dader. Meer inzicht in de sociale relatie tussen plegers en slachtoffers zou ook een verrijking kunnen zijn van verschillende daderprofielen zoals deze in de Dadermonitor mensenhandel, frequent uitgebracht door de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, worden beschreven. Zo helpt het bij het zowel proactief als reactief aanpakken van een dader om empirisch in kaart te brengen bij welke dadergroep deze hoort op grond van geslacht, leeftijd, geboorteland en dus ook de relatie tussen de dader en het slachtoffer. Pas wanneer daderprofielen goed inzichtelijk zijn, kan er worden gekeken naar specifiek geschikte preventieve en reactieve mogelijkheden.

    Noten

    • * Met dank aan Erik Nicolai, docent-onderzoeker bij het lectoraat Veiligheid in Afhankelijkheidsrelaties van Avans Hogeschool en de Politieacademie voor zijn opbouwende commentaar.
    • 1 https://magazines.rijksoverheid.nl/jenv/jenvmagazine/2023/21/conny-rijken.

    • 2 Idem.

    • 3 www.comensha.nl/over-mensenhandel/vormen-van-mensenhandel/.

    • 4 J. Janssen, Afhankelijkheid en weerbaarheid. Over het complexe en bonte werk van professionals bij de aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties, Den Bosch: Avans Hogeschool 2016; J. Janssen, Huishoudens van Jan Steen. Over de taak van de politie bij de aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties, Den Haag: Boom criminologie 2023.

    • 5 L.B. Esser, De strafbaarstelling van mensenhandel ontrafeld, Den Haag: Boom, 2019, p. 52.

    • 6 Esser 2019, p. 91.

    • 7 W.J.B. ten Kate, Mensenhandel, Deventer: Wolters Kluwer 2022, p. 12.

    • 8 Esser 2019, p. 156.

    • 9 HR 27 oktober 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI7099.

    • 10 Zo maakt het namelijk uit wat voor arbeid of diensten het slachtoffer moest verrichten, hoelang en hoe vaak dit gebeurde, wat dit werk zwaar maakte en wat de uitbuiter hieraan verdiende, bijvoorbeeld in de vorm van geld. Wanneer deze en andere relevante factoren worden gewogen, moet men de maatstaven die in Nederland gelden als referentiekader hanteren; zie: HR 2009. Zo kijken we dus niet naar wat een eventueel slachtoffer in diens land van herkomst gewend was wat betreft werktijden en loon, maar kijken we naar hoe het in Nederland hoort te gaan; zie Ten Kate 2022, p. 47.

    • 11 Esser 2019, p. 342.

    • 12 HR 17 mei 2016, ECLI:NL:HR:2016:857, NJ 2016, 314; HR 24 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3309; HR 16 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1941; Esser 2019, p. 119, 154, 229; Ten Kate 2022, p. 60, 65, 73.

    • 13 HR 2009.

    • 14 Janssen 2016, 2023.

    • 15 Janssen 2016, 2023.

    • 16 Ten Kate 2022, p. 33.

    • 17 Gerechtshof Amsterdam 30 september 2011, ECLI:NL:GHAMS:2011:BT6850.

    • 18 Ten Kate 2022, p. 33.

    • 19 Het klinkt wellicht vreemd om ook met betrekking tot daders te spreken over kwetsbaarheid. Dat ligt toch wat genuanceerder. In dit verband kan gedacht worden aan criminele uitbuiting. Bij deze specifieke vorm van mensenhandel worden slachtoffers aangezet tot het plegen van delicten, bijvoorbeeld het helpen bij het produceren en transporteren van drugs. De slachtoffers van mensenhandel zijn in dezen ook plegers van delicten. Zie bijvoorbeeld A. Üstüner-Tüfekci e.a., Criminele uitbuiting onder scholieren en studenten in Zeeland, Den Bosch: Avans Hogeschool – Expertisecentrum Veiligheid 2022.

    • 20 Ten Kate 2022, p. 33.

    • 21 Gerechtshof Den Haag 9 november 2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:3648.

    • 22 Als zoektermen is gebruikgemaakt van de volgende woorden: mensenhandel, uitbuiting, dwang, seksuele uitbuiting, arbeidsuitbuiting, criminele uitbuiting, dader en slachtoffer. Verder heeft de zoektocht zich beperkt – zoals eerder in de tekst al werd uitgelegd – tot literatuur die uitspraken doet over mensenhandel in Nederland.

    • 23 Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, Dadermonitor mensenhandel 2013-2017, Den Haag: Nationaal Rapporteur 2019, p. 44; M. Born, Y. Bleeker & M. Timmermans, Seksuele uitbuiting in Amsterdam, een onderzoek naar aard en patronen, Amsterdam: Regioplan 2019, p. 6.

    • 24 M. Covers & P. Meulen, Onzichtbare slachtoffers van mensenhandel in 2021, Capelle aan den IJssel: Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel 2021, p. 11.

    • 25 F.F. Bekken, E.I. Simons & F. Noteboom, Daders van binnenlandse seksuele uitbuiting, Capelle aan den IJssel: Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel 2021, p. 49.

    • 26 L.H.J. Buimer e.a., Mensenhandel zichtbaar maken. Leren van onderzoek in Ede en Utrecht, Amsterdam: Regioplan 2022, p. 8.

    • 27 S.D.E. Leermakers, E.I. Simons & F. Noteboom, ‘Aangifte doe je niet’, Capelle aan den IJssel: Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel 2018, p. 21.

    • 28 Covers & Meulen 2021, p. 11.

    • 29 Bekken, Simons & Noteboom 2021, p. 49.

    • 30 Covers & Meulen 2021, p. 11.

    • 31 Covers & Meulen 2021, p. 11; M.D.S. Wijkman & E.R. Kleemans, De rol van vrouwelijke daders bij seksuele uitbuiting, Amsterdam: Programma Politie en Wetenschap 2019, p. 17; Bekken, Simons & Noteboom 2021, p. 49; Born, Bleeker & Timmermans 2019, p. 6, 7.

    • 32 M.J. van Meeteren & J.P. van der Leun, ‘Daders van arbeidsuitbuiting. Over de vermeende rol van georganiseerde misdaad’, PROCES 2018, p. 143.

    • 33 Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen 2019, p. 52; C.E. Dettmeijer, L.B. Esser & F. Noteboom, Zicht op kwetsbaarheid. Een verkennend onderzoek naar de kwetsbaarheid van kinderen voor mensenhandel, Den Haag: Nationaal Rapporteur 2016, p. 87.

    • 34 Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen 2019, p. 51.

    • 35 Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel, De rol van online platformen bij arbeidsuitbuiting, Zwolle: Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel 2022, p. 18.

    • 36 Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen 2019, p. 54.

    • 37 Covers & Meulen 2021, p. 13.

    • 38 T.L.M. Leito, Criminele uitbuiting onder minderjarigen in Rotterdam, Capelle aan den IJssel: Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel 2023, p. 25.

    • 39 Covers & Meulen 2021, p. 13; zie ook Leito e.a. 2023, p. 25.

    • 40 Üstüner-Tüfekci e.a. 2022, p. 20.

    • 41 Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen 2019, p. 56.

    • 42 Zie ook voor voorbeelden over de extendend family: Dettmeijer, Esser & Noteboom 2016, p. 73.

    • 43 Covers & Meulen 2021, p. 13; Üstüner-Tüfekci e.a. 2022, p. 20; Leito e.a. 2023, p. 25.

    • 44 Üstüner-Tüfekci e.a. 2022, p. 20; Leito e.a. 2023, p. 25; Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel, De rol van online platformen bij criminele uitbuiting, Zwolle: Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel 2023, p. 12.

    • 45 Covers & Meulen 2021, p. 13.

    • 46 Leito e.a. 2023, p. 25.

    • 47 De wijze waarop naar vonnissen en arresten gerefereerd wordt, is door middel van een ECLI, een European Case Law Identifier, waarin het land waarin uitspraak is gedaan, welk gerecht hiervoor verantwoordelijk is, het jaar waarin uitspraak is gedaan en het specifieke nummer worden weergegeven; zie ‘Wat is de ECLI?’, www.rechtspraak.nl.

Met dank aan Erik Nicolai, docent-onderzoeker bij het lectoraat Veiligheid in Afhankelijkheidsrelaties van Avans Hogeschool en de Politieacademie voor zijn opbouwende commentaar.

Print dit artikel