-
Samenvatting
Ondernemingen halen doorgaans financiering op in de vorm van eigen vermogen en vreemd vermogen, waarbij verschillende schuldinstrumenten worden toegepast om tegemoet te komen aan de behoeften van verschillende verschaffers van vreemd vermogen. In dit artikel wordt de focus gelegd op de junior crediteur, degene die in zijn aflossings- of verhaalspositie na de senior crediteur komt. De auteurs onderzoeken diverse structuren en instrumenten die worden gebruikt om de positie van de junior te bepalen en behandelen de impact van deze structuren. De conclusie benadrukt de diversiteit aan strategische mogelijkheden voor junioren, waarbij de beschermingsgraad niet alleen afhangt van de gekozen structuur, maar ook van de specifieke invulling ervan in de relevante documentatie. Deze nuances zijn van cruciaal belang, zowel binnen als buiten insolventieprocedures.
Onderneming en Financiering |
|
Practice | De positie van de junior crediteur in intercreditorstructuren |
Trefwoorden | achterstelling, faillissement, financiering, WHOA, schuldinstrumenten |
Auteurs | G. Kreuze en R. den Hollander |
DOI | 10.5553/OenF/157012472024032001005 |
Auteursinformatie |
Toegang tot dit losse artikel kopen
Voor een vast bedrag van € 19,75 (excl. btw) koopt u 24 uur online toegang tot dit artikel. Met deze 24 uur toegang kunt u een artikel online raadplegen en in PDF downloaden en printen.
Per mail ontvangt u een activatiecode waarmee u 24 uur toegang tot het artikel kunt activeren.
24 uur toegang | € 19,75 (excl. btw) |
Uw aankoop activeren
Heeft u een activatiecode, dan kun u uw product hier activeren.