-
Samenvatting
De aansprakelijkheid voor ongeoorloofde uitkeringen kan ook rusten op indirecte bestuurders (art. 2:216 en 2:11 BW). Volgens de auteur dient men ten aanzien van elke indirecte bestuurder aan te tonen dat hij ten tijde van een uitkering wist of redelijkerwijs behoorde te voorzien dat die uitkering nadelige financiële gevolgen heeft voor de vennootschap.
Maandblad voor Ondernemingsrecht |
|
Article | De aansprakelijkheid van de indirecte bestuurder voor ongeoorloofde uitkeringen (art. 2:216 BW)Een beschouwing over de toepasselijkheid van artikel 2:11 BW in het kader van bestuurdersaansprakelijkheid op grond van artikel 2:216 BW |
Trefwoorden | artikel 2:11 BW, artikel 2:216 BW, bestuurdersaansprakelijkheid, dividenduitkering, bestuurder |
Auteurs | Mr. dr. C.E.J.M. Hanegraaf |
DOI | 10.5553/MvO/245231352018004010002 |
Auteursinformatie |
Toegang tot dit losse artikel kopen
Voor een vast bedrag van € 19,75 (excl. btw) koopt u 24 uur online toegang tot dit artikel. Met deze 24 uur toegang kunt u een artikel online raadplegen en in PDF downloaden en printen.
Per mail ontvangt u een activatiecode waarmee u 24 uur toegang tot het artikel kunt activeren.
24 uur toegang | € 19,75 (excl. btw) |
Uw aankoop activeren
Heeft u een activatiecode, dan kun u uw product hier activeren.