De Google shopping-uitspraak heeft veel te bieden. Self-preferencing kwalificeert onder omstandigheden als misbruik. Die omstandigheden vereisen niet dat Google een onmisbare dienst aanbiedt maar enkel dat het gedrag tot potentiële uitsluiting kan leiden. Daarbij lijkt het Gerecht ook een nieuwe standaard te introduceren, namelijk dat ‘onnatuurlijk gedrag van Google dat in potentie tot uitsluiting kan leiden moet worden gerechtvaardigd’. Het Gerecht heeft er echter zorg voor gedragen veel van de ‘nieuwe normen’ in de uitspraak te verbinden aan de ‘ultradominante’ positie die Google als poortwachter in de markt inneemt. De bredere relevantie en impact van de uitspraak is om die reden reeds beperkt, ook in het licht van de DMA-regulering, op basis waarvan vergelijkbaar gedrag van Google straks ex-ante verboden is. |
Markt & Mededinging
Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Wat is een billijk aandeel? |
Auteurs | Wolf Sauter |
Auteursinformatie |
Column |
Economische integratie, wapen tegen oneerlijke mededinging |
Auteurs | Tom Ottervanger |
Auteursinformatie |
Annotatie |
Google Shopping en het verbod op self-preferencing – een nieuwe norm voor Big Tech?Gerecht 10 november 2021, T-612/17, ECLI:EU:T:2021:763 (Google en Alphabet/Commissie) |
Auteurs | Jotte Mulder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Annotatie |
De herkansing van IntelGerecht 26 januari 2022, T-286/09 RENV, ECLI:EU:T:2022:19 (Intel/Commissie) |
Auteurs | Pepijn van Ginneken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Maar liefst dertien jaar na dato verklaart het Gerecht de beschikking waarbij de Commissie aan Intel een boete van € 1,06 miljard heeft opgelegd, gedeeltelijk nietig. De analyse die de Commissie heeft verricht is volgens het Gerecht onvolledig en niet geschikt om aan te tonen dat de omstreden kortingen mededingingsbeperkende gevolgen konden hebben of waarschijnlijk dergelijke gevolgen hadden. Uit het arrest blijkt op welke wijze juridische vermoedens bij misbruik van machtpositie kunnen worden weerlegd. Het maakt handhaving van het verbod op misbruik van machtspositie er niet makkelijker op, wat de vlucht naar het alternatief van de recent aangenomen Digital Markets Act mogelijk des te groter maakt. |