Per 1 oktober 2007 heeft de Autoriteit Consument en Markt, toen nog de Nederlandse Mededingingsautoriteit geheten, de bevoegdheid verkregen om voor overtredingen van de Mededingingswet sancties op te leggen aan natuurlijke personen, die tot de overtredingen opdracht hebben gegeven of daaraan feitelijke leiding hebben gegeven (gezamenlijk ook ‘leidinggevenden’). Hierdoor werd – ongeveer tien jaar na de inwerkingtreding van de Mw – de kring van personen aan wie ACM sancties kan opleggen aanzienlijk uitgebreid. Dit artikel bespreekt de stand van zaken met betrekking tot sanctieoplegging aan leidinggevenden, ongeveer zes jaar na deze uitbreiding. |
Markt & Mededinging
Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Consument Markt & Mededinging |
Auteurs | Prof. mr. A.T. Ottow |
Auteursinformatie |
Artikel |
Sancties voor leidinggevenden in het Nederlandse mededingingsrecht |
Trefwoorden | sanctie, leidinggevende, natuurlijke persoon, Mededingingswet |
Auteurs | Mr. M.M. Slotboom |
SamenvattingAuteursinformatie |
Column |
Private handhaving |
Auteurs | Mr. P. Glazener |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
HvJ EU Expedia en de mededingingsrechtelijke merkbaarheidGevolgen voor de Nederlandse praktijk |
Trefwoorden | Expedia, de minimis, strekkingsbeding, merkbaarheidstoets |
Auteurs | Mr. E.F. van Hasselt, Mr. H.E. Urlus en A. Baars |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Expedia-arrest leert dat een strekkingsbeding met interstatelijk effect niet op merkbaarheid wordt getoetst, en dat de ‘de minimis’ bekendmaking de nationale autoriteiten niet bindt. |
Jurisprudentie |
Openbaar personenvervoer over binnenwater: tussen wal en schip |
Trefwoorden | staatssteun, compensatie, DAEB, openbaar personenvervoer, veerdienst |
Auteurs | Mr. E.W.F. Schotanus |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Rechtbank Rotterdam heeft op 28 maart 2013 een oordeel over een besluit van het college van B&W van de Gemeente Gorinchem uitgesproken. Op advies van de Europese Commissie is de rechtbank van mening dat een compensatie voor het verrichten van openbaar personenvervoer over water onder Verordening 2007/1370/EU noch onder Beschikking 2005/842/EG en Besluit 2012/21/EU valt. Het verstrekken van een compensatie aan de Veerdienst Gorinchem had dientengevolge bij de Europese Commissie dienen te worden aangemeld. Bij gebreke aan een dergelijke melding en vervolgens een goedkeurende beschikking van de Europese Commissie herroept de rechtbank het besluit van het college van B&W.Rb. Rotterdam 28 maart 2013, ECLI:NL:RBROT:2013:BZ5824 (X/college van B&W van de Gemeente Gorinchem) |
Jurisprudentie |
De (on)toelaatbaarheid van het passing on-verweer: TenneT c.s./ABB c.s. |
Trefwoorden | schadevergoeding, artikel 101 lid 1 VWEU, passing on, doorberekeningsverweer |
Auteurs | Mr. drs. R.W.E. van Leuken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij vonnis van 16 januari jl. heeft de Rechtbank Oost-Nederland (zittingsplaats Arnhem) ABB Ltd. en dochtermaatschappij ABB B.V. veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan TenneT TSO B.V. en Saranne B.V. wegens schending van artikel 101 lid 1 VWEU. De vaststelling van de schade geschiedt ex artikel 6:97 BW op abstracte wijze; het beroep door gedaagden op het passing on-verweer (of doorberekeningsverweer) wordt expliciet verworpen. In het hiernavolgende bespreek ik dit onderdeel van het vonnis, en vergelijk het met een recente uitspraak van het Duitse Bundesgerichtshof. |