Politici pleiten voor de inzet van het strafrecht om het mededingingsrecht (beter) te kunnen handhaven. Zij verwachten dat vooral de dreiging met gevangenisstraf zeer effectief zal zijn. Momenteel wordt gewerkt aan een wetsvoorstel dat dit mogelijk moet maken. In deze bijdrage wordt beargumenteerd waarom de inzet van het strafrecht niet nodig is en zelfs contraproductief zal werken. De auteur meent dat de afschrikwekkende werking van de gevangenisstraf wordt overschat en dat deze straf in de praktijk niet zal worden opgelegd. Daarnaast waarschuwt hij dat de introductie van het strafrecht een serieuze bedreiging zal vormen voor het thans nog succesvolle clementiebeleid. |
Markt & Mededinging
Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Met de voeten in de modder en het hoofd in de ivoren toren |
Auteurs | Prof. dr. E.E.C. van Damme |
Auteursinformatie |
Artikel |
Strafrecht baat niet, schaadt wel |
Trefwoorden | handhaving, strafrecht, gevangenisstraf, boete, clementiebeleid |
Auteurs | Prof. mr. D.R. Doorenbos |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Informatie-uitwisseling en het mededingingsrecht |
Trefwoorden | informatie-uitwisseling, richtsnoeren horizontale samenwerkingsovereenkomsten, coördinatie, markttransparantie, vergeldingsmaatregelen |
Auteurs | Mr. C.E. Schillemans |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Europese Commissie publiceerde onlangs voor consultatiedoeleinden ontwerprichtsnoeren inzake de toepasselijkheid van artikel 101 VWEU op horizontale samenwerkingsovereenkomsten. De ontwerprichtsnoeren bevatten een apart hoofdstuk over informatie-uitwisseling tussen concurrenten. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds – als doelbeperking gekwalificeerde – uitwisselingen van informatie over toekomstige prijzen en hoeveelheden, en anderzijds uitwisselingen van overige informatie waarbij de vraag is of die de mededinging kunnen beperken als gevolg van toegenomen markttransparantie. Bij de eerste categorie van informatie-uitwisselingen kan het gaan om kartels en onderling afgestemde feitelijke gedragingen en bij de laatste categorie van informatie-uitwisselingen gaat het veelal om structurele en georganiseerde uitwisseling van informatie tussen concurrenten, bijvoorbeeld in het kader van een branchevereniging. |
Jurisprudentie |
De zaak Alrosa (HvJ EU 29 juni 2010, zaak C-441/07 P, Alrosa Company Ltd./Commissie, n.n.g.) (Toezeggingsbeschikking ex art. 9 Verordening (EG) 1/2003 |
Trefwoorden | intensiteit rechterlijke toetsing, positie derden, beleidsruimte Commissie |
Auteurs | Mr. P.J. Kreijger |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het hier te bespreken arrest markeerde het eindpunt van de eerste procedure in Luxemburg naar aanleiding van een beschikking van de Commissie op grond van artikel 9 Verordening (EG) 1/2003, waarin toezeggingen van De Beers, marktleider in de diamanthandel in Europa, om niet langer zaken te doen met Alrosa, verbindend werden verklaard. Om meerdere redenen een belangrijke zaak: het gaat om een steeds belangrijker handhavingsinstrument, ook in artikel 102-zaken, het Hof van Justitie komt tot een diametraal ander oordeel dan het Gerecht van Eerste Aanleg en bevestigt andermaal de (uiterst) terughoudende toetsing van mededingingsrechtelijke beschikkingen van de Commissie. De effect based-toepassing van artikel 102 VWEU lijkt onverminderd ver weg. |