De boeterichtsnoeren, die de nog recente Boetecode van de NMa uit 2007 vervangen, dienen ertoe het door de minister van de NMa teruggekaapte primaat bij de beleidsbepaling kracht bij te zetten. De boeterichtsnoeren belichamen, tezamen met de richtsnoeren voor de beoordeling van combinatieovereenkomsten, het cadeau waarmee de minister het feestje ter gelegenheid van de tiende verjaardag van de NMa kwam opvrolijken: de aankondiging dat de NMa zich vooral moest toeleggen op de uitvoering en EZ zich om het beleid zou bekommeren. |
Markt & Mededinging
Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Mededingingsrecht: hard law voor de justitiabelen en soft law voor de handhavers |
Trefwoorden | boeterichtsnoeren, Boetecode NMa, hard law, soft law |
Auteurs | Mr. E.H. Pijnacker Hordijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Aanmerkelijke marktmacht en (economische) machtspositie in de communicatiesector: eeneiige tweeling of mismatch? |
Trefwoorden | machtspositie, aanmerkelijke marktmacht, Kaderrichtlijn |
Auteurs | Mr. drs. P. Kuipers en mr. J. Kohlen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een vergelijking tussen de toepassing van het begrip machtspositie in het mededingingsrecht en het begrip aanmerkelijke marktmacht in het sectorspecifieke mededingingsrecht in de elektronische communicatiesector zou geen hogere wiskunde moeten zijn. Zeker niet sinds de introductie van het nieuwe Europese reguleringskader voor de elektronische communicatiesector in 2002, waarin deze begrippen – althans de definities daarvan – identiek zijn. Desondanks moeten we, ruim zeven jaar verder, constateren dat er een groot verschil bestaat tussen theorie en praktijk. Om die reden is het interessant om nader te onderzoeken waarom theorie en praktijk zo uiteen lopen, welke gevolgen dit heeft voor de toepassing van deze begrippen in het sectorspecifieke recht enerzijds en het reguliere mededingingsrecht anderzijds en of het reguliere mededingingsrecht een noodzakelijk vangnet is voor het sectorspecifieke mededingingsrecht. |
Artikel |
Exhibitierecht in mededingingszaken |
Trefwoorden | exhibitieplicht, schadevergoedingsacties, private enforcement, bewijsmateriaal, discovery |
Auteurs | Mr. M.A. van der Pool |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Commissie stelt in haar Witboek betreffende schadevergoedingsacties een model van beperkte discovery voor ten behoeve van de toegang tot bewijsmateriaal. Dit model moet in Europese landen verruimde mogelijkheden voor eisers teweeg brengen, om inzage te krijgen in het bewijsmateriaal in mededingingsrechtelijke civiele procedures. De voorgestelde regeling hoeft in Nederland niet te leiden tot een wijziging van het procesrecht. Het exhibitierecht van artikel 843a Rv biedt eisers voldoende mogelijkheden van vorderingen tot openbaarmaking. Aangezien de rechtspraak verschillend omgaat met de toepassing van het exhibitierecht, zullen voor een juiste implementatie van het model de voorwaarden van artikel 843a Rv verder uitgekristalliseerd dienen te worden. |
Column |
De lidstaten zijn aan zet in de farmaceutische sector |
Auteurs | Prof. dr. M.F.M Canoy |
SamenvattingAuteursinformatie |
In een column geeft een redacteur of auteur zijn of haar visie op een bepaald onderwerp. |
Jurisprudentie |
GlaxoSmithKline/Commissie |
Trefwoorden | beperking van parallelhandel in geneesmiddelen, ontheffing, restrictie met mededingingsbeperkende strekking, bewijslast |
Auteurs | A.E. Beumer LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 6 oktober 2009 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (‘Hof’) arrest gewezen in de langlopende strijd tussen farmaceutische producenten die de parallelhandel in geneesmiddelen beperken en de Europese Commissie (‘Commissie’). In dit arrest bevestigt het Hof dat het systeem van dubbele prijsstelling voor geneesmiddelen van GlaxoSmithKline Services Unlimited (‘GSK’) in strijd is met artikel 81 EG-Verdrag (nieuw: artikel 101 VWEU). Het Hof volgt echter niet de vaststelling van het Gerecht dat de dubbele prijsstelling van GSK geen mededingingsbeperkende strekking heeft. Volgens het Hof heeft in principe elke overeenkomst die de parallelhandel beperkt een mededingingsbeperkende strekking. Hetzelfde geldt voor een overeenkomst die de parallelhandel van geneesmiddelen beperkt. Verder onderschrijft het Hof de conclusie van het Gerecht dat de Commissie onvoldoende aandacht heeft besteed aan de mogelijke efficiëntiewinsten bij haar beoordeling van een mogelijke ontheffing op grond van artikel 81 lid 3 EG-Verdrag. |
Jurisprudentie |
NMa-besluit kinderopvang Amsterdam |
Trefwoorden | Toezeggingsbesluit, formele convergentie EU en Nederlandse mededingingsrecht, clementiebeleid, marktverdelingsafspraak |
Auteurs | Mr. P.V.F. Bos |
SamenvattingAuteursinformatie |
De vijf betrokken ondernemingen, alle actief in de kinderopvang, vormen vanaf juli 2005 een samenwerkingsverband. Het bezwaar van de NMa tegen dit samenwerkingsverband is dat de ondernemingen hadden afgesproken geen activiteiten te ontplooien in het werkgebied van een ander zonder instemming.De ondernemingen zeggen toe dat zij zich in de toekomst zullen onthouden van het aan elkaar verschaffen van inzicht in elkaars marktgedrag. De NMa verklaart vervolgens op 30 juni 2008 de toezegging bindend. Dit is tot heden het enige toezeggingsbesluit van de NMa ex artikel 49A Mw.Het instrument van het toezeggingsbesluit lijkt een aanzet tot verdere bestuursrechtelijke convergentie tussen Nederland en de EU. |
Jurisprudentie |
De Intel-beschikking |
Trefwoorden | misbruik van machtspositie, getrouwheidskortingen, even efficiënte concurrent, efficiencies |
Auteurs | Mr. P.P.J. van Ginneken en mr. H.H.P. Lugard |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Intel-beschikking van 13 mei 2009 is bekend geworden als de beschikking waarin de Commissie de hoogste boete ooit heeft opgelegd aan een onderneming voor een inbreuk op de Europese mededingingsregels (1,06 miljard euro). Een samenvatting van diezelfde dag gaf een korte omschrijving van de gedragingen waaraan Intel zich volgens de Commissie schuldig had gemaakt. Een voorlopige niet-vertrouwelijke versie van 512 bladzijden, gepubliceerd op 21 september 2009, geeft de (vrijwel) volledige tekst van de beschikking. Hieruit blijkt dat de beschikking een goede test case is voor het nieuwe beleid van de Commissie inzake uitsluitingsmisbruik. |