Menm_1387-6236_2024_027_002_covr
Rss

Markt & Mededinging

Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 6, 2009 Alle samenvattingen uitklappen
Redactioneel

Het einde van een tijdperk

Auteurs Mr. B.J. Drijber
SamenvattingAuteursinformatie

    In een redactioneel artikel geeft de redactie een toelichting op het tijdschriftnummer in kwestie.


Mr. B.J. Drijber
Mr. B.J. Drijber is advocaat en partner bij Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn.
Artikel

De beleidsregels combinatieovereenkomsten

Trefwoorden combinatieovereenkomsten, Besluit Vrijstellings Combincatieovereenkomsten (BVC), combinatievorming, beleidsregels
Auteurs Mr. M.A. de Jong
SamenvattingAuteursinformatie

    Op 1 oktober 2009 zijn de beleidsregels van de minister van Economische Zaken (EZ) inzake combinatieovereenkomsten in werking getreden.1x Beleidsregels van de minister van Economische Zaken van 11 september 2009, nr. WJZ/9153048, met betrekking tot de toepassing door de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit van artikel 6 van de Mededingingswet ten aanzien van combinatieovereenkomsten, Stcrt. 2009, nr. 14082, 22 september 2009. Deze beleidsregels zijn tot stand gekomen na een jarenlange discussie welke regels het oude Besluit Vrijstelling Combinatieovereenkomsten (BVC) zouden moeten vervangen. Bovendien zijn de beleidsregels bedoeld om de scheiding tussen de vorming van het mededingingsbeleid door EZ en de uitvoering door de NMa aan te scherpen. Positief is dat de minister is afgestapt van de wantrouwige en restrictieve benadering van combinatievorming die het beleid jarenlang heeft gekenmerkt. Op grond van de beleidsregels zullen combinatieovereenkomsten alleen in uitzonderlijke gevallen niet zijn toegestaan. Minder positief is dat de beleidsregels weinig toevoegen aan de Europese richtsnoeren inzake horizontale samenwerkingsovereenkomsten en nauwelijks concrete handvatten bieden.

Noten

  • 1 Beleidsregels van de minister van Economische Zaken van 11 september 2009, nr. WJZ/9153048, met betrekking tot de toepassing door de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit van artikel 6 van de Mededingingswet ten aanzien van combinatieovereenkomsten, Stcrt. 2009, nr. 14082, 22 september 2009.


Mr. M.A. de Jong
Mr. M.A. de Jong is advocaat bij Allen & Overy.
Artikel

Kartelhandhaving door de Europese Commissie in crisistijd: business as usual?

Trefwoorden Kartelhandhaving, Crisiskartel, Boetevermindering, betalingsmodaliteit
Auteurs Mr. drs H.C.L. Hobbelen en Mr. V. Mussche
SamenvattingAuteursinformatie

    Dit artikel bevat een analyse van het kartelbeleid van de Commissie en arresten van het Gerecht van Eerste Aanleg en het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen ten tijde van eerdere economische crisissituaties. In het bijzonder de volgende aspecten komen aan bod: (1) recente uitspraken van mededingingsautoriteiten over het kartelbeleid in de economische crisis; (2) hoe werden crisiskartels eerder beoordeeld onder artikel 81 van het EG-Verdrag; (3) werden in het verleden, en zo ja, onder welke omstandigheden, ‘crisiskortingen’ op kartelboetes toegestaan?; en (4) biedt het beleid van de Commissie met betrekking tot betalingsmodaliteiten van de boete ademruimte voor ondernemingen in moeilijkheden?


Mr. drs H.C.L. Hobbelen
Mr. drs. H.C.L. Hobbelen is advocaat bij Freshfields Bruckhaus Deringer.

Mr. V. Mussche
Mr. V. Mussche is advocaat bij Freshfields Bruckhaus Deringer.

    In een column geeft een redacteur of auteur zijn of haar visie op een bepaald onderwerp.


Prof. dr. M.F.M. Canoy
Prof. dr. M.F.M. Canoy is chief economist van ECORYS en hoogleraar zorgeconomie aan TILEC (Universiteit van Tilburg).
Jurisprudentie

T-Mobile e.a./NMa

Trefwoorden onderling afgestemde feitelijke gedraging, mededingingsbeperkende strekking, informatie-uitwisseling tussen concurrenten, bewijsvermoeden causaal verband
Auteurs Mr. L.E.J. Korsten
SamenvattingAuteursinformatie

    Op 4 juni 2009 beantwoordde het Hof van Justitie prejudiciële vragen in de zaak van de mobiele operators (zaak C-8/08, T-Mobile e.a./NMa). De eerste vraag van het CBb had betrekking op de uitleg van het begrip onderling afgestemde feitelijke gedraging (oafg) met mededingingsbeperkende strekking. Volgens het Hof heeft een oafg een mededingingsbeperkende strekking wanneer zij concreet de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt concreet kan beperken. Uitwisseling van informatie tussen concurrenten heeft een mededingingsbeperkende strekking wanneer zij onzekerheden over voorgenomen gedrag kan wegnemen. De tweede en derde vraag van het CBb betroffen de toepassing van het zogenoemde Anic-bewijsvermoeden met betrekking tot het causaal verband tussen afstemming en daaropvolgend marktgedrag. Volgens het Hof is dit bewijsvermoeden een regel van materieel recht. Het bewijsvermoeden mag bij elke oafg worden toegepast.


Mr. L.E.J. Korsten
Mr. L.E.J. Korsten is advocaat bij DLA Piper Nederland N.V.
Jurisprudentie

Marge-uitholling onder de Sherman Act

Trefwoorden marge-uitholling, Sherman Act, regulering, misbruik
Auteurs mr. A.A.J. Pliego Selie
SamenvattingAuteursinformatie

    Het Hooggerechtshof heeft in deze zaak uitgemaakt dat marge-uitholling geen zelfstandige overtreding vormt van Section 2 van de Sherman Act. Marge-uitholling is alleen onrechtmatig als kan worden aangetoond dat er sprake is van een op de Sherman Act gebaseerde leveringsplicht op groothandelsniveau, dan wel van roofprijzen op eindgebruikersniveau. Indien dat, zoals in linkLine, niet het geval is, is er ook geen plicht om tegen een bepaalde – niet-marge-uithollende – prijs te verkopen. De uitspraak bevestigt de Amerikaanse lijn met betrekking tot misbruik van economische machtsposities en de betekenis in dit verband van sectorregulering. Deze contrasteert met die van met name de Europese Commissie en het Hof van Justitie.


mr. A.A.J. Pliego Selie
Mr. A.A.J. Pliego Selie is senior medewerker bij de Juridische Dienst van de NMa.