-
Samenvatting
In Dutch criminal money laundering investigations there is no need to fully proof the predicate offence. When a criminal suspicion of money laundering exists without a direct connection to the predicate offence it’s the suspect who must prove the legal origin of his income or possessions. If the suspect doesn’t succeed in this, the judge will rule that the origin has to be criminal. This article shows in six steps how judges rule in this kind of cases and how an investigation can be done. These six steps are combined with examples from recent jurisprudence. The goal of this article is to raise awareness on this subject in order to operate more efficiently and effectively in money laundering investigations.
Justitiële verkenningen |
|
Article | Witwasonderzoeken zonder aantoonbaar gronddelictHet rechterlijk toetsingskader en efficiënt opsporen in zes stappen |
Trefwoorden | Criminal investigations money laundering, Prosecution, Jurisprudence, Burden of proof, Administration of justice |
Auteurs | J.P. Rozemeijer |
DOI | 10.5553/JV/016758502015041001003 |
Auteursinformatie |
Toegang tot dit losse artikel kopen
Voor een vast bedrag van € 19,75 (excl. btw) koopt u 24 uur online toegang tot dit artikel. Met deze 24 uur toegang kunt u een artikel online raadplegen en in PDF downloaden en printen.
Per mail ontvangt u een activatiecode waarmee u 24 uur toegang tot het artikel kunt activeren.
24 uur toegang | € 19,75 (excl. btw) |
Uw aankoop activeren
Heeft u een activatiecode, dan kun u uw product hier activeren.