Deze analyse bespreekt uitvoerig de argumenten van voor- en tegenstanders van het wetsvoorstel ter versoepeling van de Belgische abortuswetgeving (2019-…). Het fel bediscussieerde wetsvoorstel beoogt het zelfbeschikkingsrecht van de zwangere persoon uit te breiden en abortus te destigmatiseren. Door vrijwillige zwangerschapsafbreking als gezondheidszorg te kwalificeren geven de indieners van het wetsvoorstel tevens de voorkeur aan een gezondheidsrechtelijk traject op maat van de zwangere persoon als patiënt. De inkorting van de wachtperiode-en het schrappen van abortusspecifieke informatieverplichtingen geven in die zin blijk van vertrouwen in de zwangere persoon, in het kwalitatief handelen van de zorgverlener en in de waarborgen die het gezondheidsrecht reeds biedt. De wetgever dient met andere woorden uit te maken (1) welke regels hij in de context van abortus nodig acht, (2) of deze regels reeds worden gewaarborgd door de algemene gezondheidswetten- en deontologie, en (3) of de vooropgestelde regels hun doel bereiken. Een uitbreiding van het zelfbeschikkingsrecht van de zwangere persoon wordt tevens bewerkstelligd door de termijnuitbreiding van twaalf naar achttien weken voor abortus op verzoek. Een keuze voor een termijn is steeds in zekere mate willekeurig, doch reflecteert een beleidsethische keuze waarbij wordt gezocht naar een evenwicht tussen de bescherming van ongeboren leven en het zelfbeschikkingsrecht van de zwangere persoon. Praktische bekommernissen vormen hierbij geen fundamenteel bezwaar tegen een termijnuitbreiding maar dienen, in overleg met de betrokken sector, te worden geanticipeerd en maximaal te worden opgevangen door middel van organisatorische (niet-noodzakelijk juridische) initiatieven. Ten slotte beogen de indieners van het wetsvoorstel opheffing van alle strafsancties voor vrijwillige zwangerschapsafbreking. Op rechtstheoretisch vlak blijven echter vragen bestaan omtrent de manier waarop dit voorstel een volledige depenalisering doorvoert. Hoewel het tuchtrecht enige rol kan spelen bij gebrek aan strafsancties, creëert de vooropgestelde depenalisering van ongeoorloofde zwangerschapsafbreking door een arts een rechtsonzekere situatie. |
Artikel |
Een nieuw tijdperk voor abortus? Een analyse van het voorstel ter versoepeling van de Belgische abortuswet |
Auteurs | F. De Meyer en C. De Mulder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Enhanced Contact Rights for Grandparents? A Critical View from Spanish and Catalan Laws |
Trefwoorden | Contact with grandchildren, Best interest of the child, Parental responsibilities |
Auteurs | prof. dr. J. Ribot Igualada |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article examines how Spanish and Catalan laws deal with claims of grandparents who seek contact with their grandchildren against the will of one or both parents, and the scope given to their rights. It starts by explaining the content and the goals of the legal reforms enacted in Spain at the beginning of the 21st century to promote grandparents’ interests. Then, it presents the case law developed in the interpretation of the relevant legal rules. The resulting state of the law is assessed, taking into account the interests of all the parties involved (parents, grandparents, and grandchildren). The experience of more than twenty years of application of the specific provisions concerning grandparents’ contact rights sheds light on the impact of giving grandparents stronger legal rights. However, it also prompts the question of whether this legislative choice might have brought about useless and potentially harmful litigation. |
Article |
The Child’s Contact with Grandparents |
Trefwoorden | Family life, Best interest of the child, Contact rights, Grandchildren, Grandparents |
Auteurs | prof. M. Holdgaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Grandparents hand down their experiences, knowledge, traditions and values to their grandchildren. As a high level of grandparental involvement may play an important role in a child’s well-being, legal protection of that family relation may be in the best interest of a given child. There is a continuing interaction between family law, cultural and social norms of what constitutes a family and how family life should be, and actual family practices and structures. Due to changing family patterns combined with an increasing number of divorces and cohabiting couples with children splitting up grandparents now play an increasing role in their grandchildren’s lives. Children become members within other types of family structures, e.g. single parents (raising half-siblings), families with yours and/or mine (and joint) children etc. When a child’s family includes a step-parent with children and step-grandparents – as well as the biological parents and grandparents – a potential risk of conflict among the family members is high. Grandparents, therefore, risk losing contact or having less contact than they had previously. At first glance, there might appear to be little reason for society to regulate the practices of grandparents as providers of non-formalized childcare or to protect the rights of children in these relationships. However, due to the changing family practices and social norms, one could argue that the legal protection of contact between grandparents and grandchildren is an important legal topic in domestic law and in academic discussions in the coming years. This article articulates these issues by framing three articles that together create a thematic map in this journal on Spanish and Catalan law, and Scandinavian law as well as the grandparents’ right to maintain contact with their grandchildren under the European Convention on Human Rights seen in a context of the best interest of the child. |
Article |
Grandparents’ and grandchildren's right to contact under the European Convention on Human Rights |
Trefwoorden | Grandparents, Grandchildren, Family life, Contact, Best interests of the child, Child's views |
Auteurs | Prof. K. Sandberg |
SamenvattingAuteursinformatie |
The article explores the extent of the right to family life under Article 8 ECHR with regard to contact between grandparents and grandchildren. An analysis of decisions from the European Court of Human Rights shows that although such a right may exist, it is not strong and depends heavily on the circumstances of the specific case. The article points to what seems to be an inconsistency in the Courts approach to these cases and questions the position of the children and their views and best interests. |