The comparative discussions held during this seminar show that the different jurisdictions make use of – approximately – the same ingredients for their legislation on adult guardianship measures and continuing powers of attorney. Given the common international framework (for example the UN Convention on the Rights of Persons with Disabilities) and given the common societal context (cfr. the strong increase of the ageing population) this may not come as a surprise. Despite these common ingredients, the different jurisdictions have managed to arrive at different dishes spiced with specific local flavours. Given that each jurisdiction bears its own history and specific policy plans, this may not come as a surprise either. The adage ‘same same but different’ is in this respect a suitable bromide. |
(Book) Review |
Rethinking legal protection of the elderly. Report of the second international RETHINKIN. seminar. |
Auteurs | Veerle Vanderhulst Ph.D. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Article |
De interpretatie van de weigeringsgronden uit het Haags Kinderontvoeringsverdrag in Nederland: een tussenstand na ruim 25 jaar |
Auteurs | dr. mr. Geeske Ruitenberg |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Haags Kinderontvoeringsverdrag (HKOV) is in het leven geroepen om internationale kinderontvoering tegen te gaan en is sinds 1 september 1990 voor Nederland van kracht. Het uitgangspunt van het verdrag is dat kinderen die van de ene naar de andere Verdragsstaat ontvoerd zijn zo spoedig mogelijk dienen terug te keren naar de Staat van gewoon verblijf. De rechter van de Staat waarnaar het kind ontvoerd is kan echter van dit uitgangspunt afwijken, en derhalve een verzoek tot teruggeleiding van het ontvoerde kind afwijzen, door gebruik te maken van een van de zogenoemde weigeringsgronden die zijn neergelegd in de artikelen 12, 13 en 20 HKOV. Deze bijdrage gaat in op de wijze waarop deze weigeringsgronden de afgelopen (ruim) vijfentwintig jaar in de Nederlandse jurisprudentie zijn toegepast. Uit die jurisprudentieanalyse volgt dat de weigeringsgronden in het algemeen niet (te) ruim worden geïnterpreteerd, maar dat een beroep daarop wel degelijk succesvol kan zijn. Vanwege de casuïstische aard van internationale kinderontvoeringszaken kunnen echter niet eenvoudig één of meer combinaties van factoren worden aangewezen op grond waarvan aanstonds duidelijk is dat een teruggeleidingsverzoek zal worden afgewezen. |