-
Samenvatting
Naar het huidige Nederlandse contractenrecht is voor de geldigheid van een overeenkomst niet vereist dat er een zekere evenredigheid bestaat tussen de wederzijdse prestaties van twee private partijen. De heersende opvatting in het Nederlandse (en Europese) privaatrecht is dat de iustum pretium-leer (leer van de rechtvaardige prijs) geen deel van het contractenrecht uitmaakt en ook niet zou mogen uitmaken. Het in het Nederlandse privaatrecht ingenomen standpunt ten aanzien van de iustum pretium-leer wordt echter in belangrijke mate doorkruist voor wat betreft de provisieafspraken tussen de cliënt en de financiële dienstverlener door de recente invoering van de ‘kennelijke onredelijkheidsnorm’ in de financiële toezichtwetgeving. In deze bijdrage wordt ingegaan op deze ontwikkeling in het bestuursrecht en haar betekenis voor de contractspraktijk.
Contracteren |
|
Column | Provisieafspraken tussen cliënten en financiële dienstverleners: van de privaatrechtelijke contractsvrijheid naar de publiekrechtelijke iustum pretium |
Auteurs | Prof. dr. O.O. Cherednychenko |
Auteursinformatie |
Toegang tot dit losse artikel kopen
Voor een vast bedrag van € 19,75 (excl. btw) koopt u 24 uur online toegang tot dit artikel. Met deze 24 uur toegang kunt u een artikel online raadplegen en in PDF downloaden en printen.
Per mail ontvangt u een activatiecode waarmee u 24 uur toegang tot het artikel kunt activeren.
24 uur toegang | € 19,75 (excl. btw) |
Uw aankoop activeren
Heeft u een activatiecode, dan kun u uw product hier activeren.