-
Samenvatting
Dit artikel geeft de resultaten weer van een literatuurstudie naar de rechterlijke bevoegdheid in zaken van internationale ouderlijke kinderontvoering voor de periode 1965-2019. Hierbij is het oude en huidige internationale bevoegdheidsrecht van Nederland geanalyseerd en is ook onderzocht of deze regelingen door de Arubaanse rechter gebruikt kunnen worden.
Uit het onderzoek is gebleken dat de rechters van Aruba en Sint Maarten enkel het HKV 1961 kunnen gebruiken als grondslag voor hun internationale bevoegdheid. Dit omdat een beslissing op een teruggeleidingsverzoek een kinderbeschermingsmaatregel is die binnen het materieel toepassingsgebied van het HKV 1961 valt. Valt de ontvoering ook binnen het formeel toepassingsgebied van het verdrag, dan betekent dit dat de rechters van Aruba en Sint Maarten hun internationale bevoegdheid kunnen vaststellen op grond van artikel 9 HKV 1961.
Ook kan de Arubaanse rechter zijn internationale bevoegdheid ontlenen aan artikel 429c lid 3 RvNA (met toepassing van het ‘distributie bepaalt attributie’-beginsel).
Caribisch Juristenblad |
|
De Arubaanse rechter oog-in-oog met het ontvoerde kind |
|
Trefwoorden | internationale bevoegdheidsrecht, internationale kinderontvoering, Haags Kinderbeschermingsverdrag, artikel 429c Rv, Koninkrijk |
Auteurs | Mr. G. Jacobs |
DOI | 10.5553/CJB/221132662020009002001 |
Auteursinformatie |
Toegang tot dit losse artikel kopen
Voor een vast bedrag van € 19,75 (excl. btw) koopt u 24 uur online toegang tot dit artikel. Met deze 24 uur toegang kunt u een artikel online raadplegen en in PDF downloaden en printen.
Per mail ontvangt u een activatiecode waarmee u 24 uur toegang tot het artikel kunt activeren.
24 uur toegang | € 19,75 (excl. btw) |
Uw aankoop activeren
Heeft u een activatiecode, dan kun u uw product hier activeren.