De nieuwe FIFA Football Agent Regulations: nu wel een voltreffer of weer een gemiste kans?
-
1. Introductie
Op 16 december 2022, tijdens het omstreden wereldkampioenschap voetbal in Qatar, georganiseerd door de Fédération Internationale de Football Association (‘FIFA’), heeft de FIFA Council de langverwachte FIFA Football Agent Regulations (de ‘FFAR’) goedgekeurd.1x www.fifa.com/about-fifa/organisation/fifa-council/media-releases/fifa-world-cup-2022-tm-praised-for-its-unique-cohesive-power. De FFAR treedt in de plaats van de in 2015 geïntroduceerde Regulations on Working with Intermediaries (de ‘RWWI’).
De RWWI is in 2015 ingevoerd om de werkzaamheden van agenten verder te reguleren. Het op dat moment geldende reglement, de Players Agents Regulations (de ‘PAR’), voldeed in dat kader namelijk niet volgens FIFA.2x R. Parrish e.a. 2019, Promoting and Supporting Good Governance in the European Football Agents Industry (rapport Edgehill University), p. 35. De PAR verplichtte clubs en spelers om gebruik te maken van een agent met een licentie van FIFA,3x Art. 2 lid 2 PAR. maar slechts 25-30 procent van alle transfers werd daadwerkelijk met behulp van agenten met een FIFA-licentie gerealiseerd.4x ‘EU Conference on Sports Agents’, http://ec.europa.eu/assets/eac/sport/library/studies/final-report-eu-conference-sports-agents.pdf. Clubs, spelers en agenten gaven weinig gevolg aan de verplichtingen uit de PAR. Bovendien bleek dat de transfers die wel door agenten met een licentie werden bewerkstelligd, in veel gevallen niet transparant waren en daarom niet controleerbaar.5x Parrish e.a. 2019, p. 35.
Met de komst van de RWWI is de licentieverplichting voor agenten afgeschaft. De RWWI verplicht nationale voetbalbonden onder andere tot het implementeren van een registratieverplichting.6x Art. 3 lid 1 RWWI. De nationale voetbalbonden mogen bepalen welke eisen aan deze registratie worden gesteld. Daarnaast bevat de RWWI minimumnormen voor de reglementen die nationale voetbalbonden moeten opstellen ter regulering van de vertegenwoordiging van spelers en clubs door agenten.7x Art. 1 lid 2 RWWI. Hiermee legde FIFA de verantwoordelijkheid voor het reguleren van de werkzaamheden van agenten met name bij de nationale bonden. Om belangenconflicten te voorkomen, verplicht de RWWI spelers en clubs kenbaar te maken door wie zij worden vertegenwoordigd en elkaar hierover te informeren.8x Art. 8 RWWI. Verder verbiedt de RWWI agenten onder meer om commissie te ontvangen bij transfers waarbij een minderjarige speler betrokken is.9x Art. 7 lid 8 RWWI.
Op de RWWI is veel kritiek geuit door diverse stakeholders binnen het professionele voetbal, waaronder de Fédération Internationale des Associations de Footballeurs Professionnels (‘FIFPro’), de European Football Agents Association (‘EFAA’), de European Club Association (‘ECA’), nationale voetbalbonden en FIFA zelf.10x Parrish e.a. 2019, p. 6. De kwaliteit van dienstverlening van agenten zou zijn afgenomen, wat met name ten koste van de onderhandelingspositie van minderjarige spelers zou zijn gegaan. Daarnaast zou de RWWI hebben geleid tot grote verschillen tussen landen, wat forum shopping in de hand zou werken. Zo zouden er grote verschillen zijn ontstaan in relatie tot de sancties die aan agenten worden opgelegd, omdat het voor agenten onder de RWWI niet langer mogelijk is om hun geschil voor te leggen aan een geschilbeslechtende instantie van FIFA. Ook zou de mogelijkheid tot meervoudige vertegenwoordiging onder de RWWI leiden tot belangenverstrengeling. Tot slot zou de RWWI te weinig maatregelen bevatten om buitensporig hoge vergoedingen voor agenten te voorkomen die niet in verhouding zouden staan tot de kwaliteit van de dienstverlening van agenten.
Zoals hierna zal blijken, heeft FIFA met de FFAR op belangrijke gebieden verbeteringen weten door te voeren ten opzichte van de RWWI. FIFA heeft echter ook een aantal belangrijke steken laten vallen. -
2. De FFAR
2.1 De totstandkoming en inwerkingtreding van de FFAR
FIFA meent dat de FFAR tot stand is gekomen na een gedegen consultatieproces.11x www.fifa.com/legal/news/fifa-holds-constructive-talks-with-agent-associations-from-all-around-the-world. Diverse grote verenigingen waarin agenten samenkomen, geven echter aan niet gehoord te zijn. Het gaat onder andere om de European Football Agents Association (‘EFAA’), die bestaat uit de nationale verenigingen uit de grootste voetballanden van Europa, en The Football Forum (‘TFF’), waarvan een aantal van de meest toonaangevende agentschappen ter wereld lid zijn.12x www.linkedin.com/posts/the-football-forum_zurich-16-december-2022-the-football-forum-activity-7009556011187326977--gsp?utm_source=share&utm_medium=member_ios; www.linkedin.com/posts/european-football-agents-association-efaa-_efaa-press-release-03022022-activity-6894935047216996352-_cWF?utm_source=share&utm_medium=member_ios.
Uit een jaarlijks rapport van FIFA over de activiteiten van agenten, dat een dag voor de goedkeuring van de FFAR is verschenen, blijkt dat van de USD 622,8 miljoen die in 2022 door clubs is uitgegeven aan diensten van agenten, 96,2 procent afkomstig is van Europese clubs. Clubs uit Engeland, Italië, Portugal, Spanje, Duitsland en Frankrijk zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor 80,9 procent van de totale som die clubs betaalden aan agenten in 2022.13x www.fifa.com/legal/media-releases/fifa-publishes-2022-intermediaries-in-international-transfers-report. Opvallend is dat FIFA alleen de Professional Football Agents Association (‘PROFAA’) als Europese vereniging voor agenten in haar consultatieproces heeft betrokken.14x www.fifa.com/legal/news/fifa-holds-constructive-talks-with-agent-associations-from-all-around-the-world. Een vereniging die, zoals één van haar medeoprichters aangeeft, bedoeld is als een educatief platform en waarvan met name studenten en niet-geregistreerde agenten lid zijn.15x https://erkutsogut.com/fifas-agent-consultation-an-elaborate-pr-stunt-and-the-legal-implications-of-the-new-regulations/. Geen van de agentenverenigingen uit de hierboven genoemde landen heeft zich aangesloten bij PROFAA. Deze agentenverenigingen zijn wél aangesloten bij EFAA en TFF. Naast PROFAA zijn alleen verenigingen voor agenten uit Zuid-Amerika, Azië en Afrika betrokken bij het consultatieproces.16x www.fifa.com/legal/news/fifa-holds-constructive-talks-with-agent-associations-from-all-around-the-world.
Op 9 januari 2023 is het eerste deel van de FFAR in werking getreden. Dit deel ziet met name op het proces voor het behalen van een licentie. Het tweede gedeelte, dat met name ziet op de activiteiten van een agent, zal op 1 oktober 2023 in werking treden. Vanaf 1 oktober 2023 zal de RWWI niet langer gelden.17x Art. 28 FFAR. Vertegenwoordigingsovereenkomsten die vóór 16 december 2022 zijn gesloten en die op of na 1 oktober 2023 eindigen, zullen in beginsel geldig blijven tot de in deze overeenkomsten opgenomen einddatum.18x Art. 22 lid 1 FFAR. Vertegenwoordigingsovereenkomsten die na 16 december 2022 zijn gesloten, dienen vanaf 1 oktober 2023 te voldoen aan de nieuwe reglementen.19x Art. 22 lid 2 FFAR. Dit laatste is opmerkelijk, aangezien de goedgekeurde versie van de FFAR pas op 3 januari 2023 is gepubliceerd door FIFA. Vertegenwoordigingsovereenkomsten die tussen 16 december 2022 en 3 januari 2023 zijn gesloten dienen volgens FIFA dus vanaf 1 oktober 2023 te voldoen aan reglementen die op het moment van sluiten niet kenbaar waren. Die vertegenwoordigingsovereenkomsten zullen dus in veel gevallen tijdens de contractperiode al aangepast moeten worden.2.2 Professionele standaard
2.2.1 Geschiktheidscriteria, examen en jaarlijkse bijscholing
De RWWI heeft geleid tot zorgen over de kwaliteit van dienstverlening van agenten.20x Parrish e.a. 2019, p. 58. Eén van de doelen van de FFAR is daarom het verhogen van de professionele standaard.21x Art. 1 lid 2 sub a FFAR. Dit tracht FIFA allereerst te doen door geschiktheidscriteria te stellen bij de licentieaanvraag. Zo mag een agent niet eerder veroordeeld zijn voor bepaalde strafbare feiten en nooit een schorsing van twee jaar of meer wegens niet-naleving van de regels over ethiek en professioneel gedrag opgelegd hebben gekregen.22x Art. 5 FFAR. Onder de RWWI moeten agenten enkel een verklaring tekenen voor hun nationale bond waarin zij garanderen aan bepaalde criteria te voldoen.23x Art. 2 lid 2 RWWI. Deze criteria zijn minder uitgebreid dan de geschiktheidscriteria onder de FFAR. Daarnaast dient een agent onder de FFAR een examen af te leggen, zoals dat onder de PAR ook al het geval was.24x Art. 6 lid 1 FFAR. Aan de hand van een open-boek meerkeuze-examen zal FIFA toetsen of een aanvrager voldoende kennis heeft van de op dat moment geldende regelgeving van FIFA.25x Art. 6 lid 4 FFAR. Zo zal het examen onder meer toetsen of de aanvrager voldoende kennis heeft van de FFAR, de FIFA Regulations on the Status and Transfer of Players en de FIFA Code of Ethics. Ook zullen de FIFA Statutes en de FIFA Disciplinary Code aan bod komen. Indien blijkt dat de aanvrager voldoet aan de geschiktheidscriteria en het examen met succes heeft afgelegd, zal FIFA, na het betalen van een jaarlijkse licentievergoeding, een licentie verlenen waarmee de aanvrager volgens FIFA wereldwijd werkzaam mag zijn als agent. De licentie wordt in beginsel voor onbepaalde tijd verleend.26x Art. 8 FFAR. Agenten die succesvol een examen hebben afgelegd overeenkomstig eerdere reglementen van FIFA worden niet verplicht om opnieuw het examen af te leggen. Zij dienen enkel aan te tonen dat zij in het verleden een licentie hebben verkregen.27x Art. 23 FFAR. Op het moment dat een agent niet meer voldoet aan de geschiktheidscriteria, onvoldoende is verzekerd tegen aansprakelijkheid en/of niet meer aan zijn of haar verplichting tot het betalen van de jaarlijkse vergoeding aan FIFA voldoet, zal de licentie van de agent voorwaardelijk worden geschorst. Daarnaast kan de licentie van een agent voorwaardelijk worden geschorst als de agent niet voldoet aan de zogenoemde CPD-eisen.28x Art. 17 lid 1 sub c FFAR. CPD staat voor Continuing Professional Development. Door middel van een periodiek rondschrijven van FIFA zullen de details van de CPD-eisen met agenten worden gecommuniceerd.29x Art. 9 lid 2 FFAR. Om aan deze eisen te voldoen, zullen agenten jaarlijks CPD-cursussen van FIFA moeten volgen.30x https://digitalhub.fifa.com/m/778a6bf2c7742638/original/Enclosure-2_Information-concerning-the-application-of-the-FFAR.pdf.
Door middel van het stellen van geschiktheidscriteria bij de aanvraag van de licentie wordt de drempel om agent te worden verhoogd door de FFAR. Een speler wordt in ieder geval beter beschermd tegen personen die zich in het verleden hebben misdragen. In hoeverre het verplichte examen en de verplichte CPD-cursussen zullen zorgen voor een verhoging van de kwaliteit van dienstverlening van agenten, zal voor een groot deel afhangen van de inhoud en het niveau daarvan. Het door FIFA gepubliceerde proefexamen, dat grondige kennis van de FFAR en andere reglementen van FIFA vergt, biedt hoop. Dat er meer aandacht is voor inhoudelijke kennis bij agenten, zal in ieder geval bewustzijn creëren onder agenten.2.2.2 Aanvullende bescherming minderjarigen
De afname in kwaliteit van dienstverlening door agenten onder de RWWI zou met name de onderhandelingspositie van minderjarige spelers hebben verzwakt. Minderjarige spelers zijn bij onderhandelingen met clubs namelijk vaak nog erg afhankelijk van hun agent. Onder de RWWI is het aantal agenten erg toegenomen. De RWWI zou er echter niet voor hebben kunnen zorgen dat de professionele standaard en de kwaliteit van dienstverlening van deze agenten is verhoogd, waardoor er nog steeds veel ongekwalificeerde agenten actief zijn die de belangen van minderjarige spelers niet optimaal kunnen behartigen.31x Parrish e.a. 2019, p. 58-59. Daarnaast zou het problematisch zijn dat het agenten onder de RWWI is toegestaan om spelers te vertegenwoordigen ongeacht hun leeftijd. Minderjarige spelers zouden beschermd moeten worden tegen agenten omdat zij ten opzichte van agenten een slechte onderhandelingspositie zouden hebben, waardoor agenten sneller misbruik van deze spelers zouden kunnen maken.32x Parrish e.a. 2019, p. 96.
In de FFAR is opgenomen dat een agent geen contact mag zoeken met een minderjarige speler, met het oog op het aangaan van een vertegenwoordigingsovereenkomst, tot zes maanden voor de datum waarop de minderjarige de leeftijd heeft bereikt waarop hij of zij wettelijk gezien zijn of haar eerste professionele contract mag tekenen. Om deze leeftijd te bepalen wordt gekeken naar de wet van het land waar de speler werkzaam is.33x Art. 12 lid 1 FFAR. Waar het onder de RWWI mogelijk was om een minderjarige speler te vertegenwoordigen ongeacht zijn of haar leeftijd, wordt dat onder de FFAR dus beperkt. Daarnaast geldt onder de FFAR dat een agent geen vergoeding mag vragen voor de diensten die de agent verleent aan een minderjarige speler, tenzij de betreffende speler zijn of haar eerste (of opvolgende) professionele contract tekent in overeenstemming met de wetgeving van het land waar de speler woonachtig is.34x Art. 13 lid 5 FFAR. Dit laatste betreft een verruiming van de mogelijkheden onder de RWWI. Onder de RWWI was het namelijk niet toegestaan om een vergoeding te ontvangen in relatie tot een minderjarige speler.35x Art. 7 lid 8 RWWI.
Er zou beargumenteerd kunnen worden dat de mogelijkheid voor een agent om diensten te verlenen aan minderjarige spelers risico’s met zich meebrengt, gelet op de onervarenheid en slechte onderhandelingspositie van minderjarige spelers ten opzichte van de agent. Deze risico’s doen zich echter ook voor in de relatie tussen de minderjarige speler en de club. In die relatie kan de agent de minderjarige speler ondersteunen en kan de agent de onderhandelingspositie van de minderjarige speler ten opzichte van de club versterken.36x Parrish e.a. 2019, p. 100. Dat deze vorm van vertegenwoordiging nu ook tegen betaling kan plaatsvinden, stimuleert agenten om hier meer aandacht aan te besteden. Het is daarom goed verdedigbaar dat de mogelijkheid tot betaalde vertegenwoordiging van minderjarigen in de FFAR de onderhandelingspositie van minderjarigen versterkt. Dat de FFAR hiervoor wel een ondergrens stelt qua leeftijd, lijkt gepast. De door FIFA gekozen ondergrens kan echter voor onwenselijke situaties zorgen. Het is namelijk gebruikelijk dat clubs, al voordat het de speler wettelijk is toegestaan een professioneel contract te ondertekenen, over de voorwaarden van het professionele contract onderhandelen met minderjarige spelers en hun families. De speler kan in die fase door de ondergrens van FIFA nog niet worden bijgestaan door een agent. Dit komt de onderhandelingspositie van een speler niet ten goede.37x www.sportslawbulletin.org/fifas-football-agent-regulations-the-good-the-bad-the-ugly/.
Verder mag een agent onder de FFAR enkel diensten verlenen aan minderjarige spelers als de agent een daarvoor speciaal ontwikkelde CPD-cursus heeft gevolgd.38x Art. 13 lid 2 FFAR. Daarnaast bevat de FFAR, in tegenstelling tot de RWWI, een vereiste met betrekking tot de looptijd van een vertegenwoordigingsovereenkomst. De maximale toegestane looptijd bedraagt twee jaar.39x Art. 12 lid 3 FFAR. Ook dit is een goede ontwikkeling want het risico dat een minderjarige speler gedurende een relatief lange tijd ongewenst vastzit aan een agent die hij of zij op jonge leeftijd heeft gekozen in zijn jeugdige onwetendheid en onder invloed van zijn wettelijk vertegenwoordiger, wordt hiermee verkleind.40x Parrish e.a. 2019, p. 98.2.3 Internationaal juridisch kader
Uit onderzoek, gefinancierd met steun van de Europese Commissie, blijkt dat er vraag is naar standaardisatie van regelgeving voor agenten binnen de EU-lidstaten. Dat nationale voetbalbonden onder de RWWI zelf mogen bepalen welke eisen aan registratie worden gesteld en welke aanvullende regels worden opgelegd aan agenten, heeft geleid tot versnipperde regelgeving.41x Parrish e.a. 2019, p. 59. Ook is kritiek geuit op het feit dat geschillen met agenten onder de RWWI niet langer door een geschilbeslechtende instantie van FIFA worden behandeld.42x Parrish e.a. 2019, p. 106. De verantwoordelijkheid om geschillen te beslechten is volledig bij de nationale voetbalbonden neergelegd.43x Art. 9 lid 1 RWWI. Dit heeft ertoe geleid dat tussen landen grote verschillen zijn ontstaan in relatie tot de sancties die aan agenten worden opgelegd.44x Parrish e.a. 2019, p. 106. Het voorgaande zou leiden tot forum shopping, waarbij agenten hun activiteiten verplaatsen van landen met strikte regelgeving en/of strenge sancties naar landen met minder strikte regelgeving en/of minder strenge sancties.45x Parrish e.a. 2019, p. 59.
De reikwijdte van de FFAR is beperkt tot activiteiten van agenten in connectie met een internationale transfer of een internationale transactie en vertegenwoordigingsovereenkomsten met een internationale dimensie.46x Art. 2 lid 1 FFAR. Als er sprake is van een nationale transfer, zal de FFAR dus niet van toepassing zijn. In dat geval zal het reglement van de betreffende nationale voetbalbond van toepassing zijn.47x Art. 2 lid 3 FFAR. Dergelijke reglementen dienen vastgesteld te worden door de nationale voetbalbonden en op uiterlijk 30 september 2023 in werking te treden.48x Art. 3 lid 1 FFAR. In de FFAR zijn minimumnormen opgenomen voor deze nationale reglementen.49x Art. 3 lid 2 sub a FFAR. Het staat de nationale voetbalbonden dus, net als onder de RWWI, vrij om striktere regels voor agenten op te leggen. Daarnaast kunnen de nationale voetbalbonden in het reglement van de FFAR afwijken ingeval striktere nationale wetgeving dit vereist.50x Art. 3 lid 3 FFAR. De FFAR is, in tegenstelling tot de RWWI, ook van toepassing op werkzaamheden die een agent voor coaches verricht.51x Definities FFAR, p. 6-7. Dat de minimumnormen onder de FFAR aanzienlijk zijn uitgebreid, is een goede ontwikkeling. Dit zorgt voor internationale harmonisatie. Doordat het voor nationale voetbalbonden mogelijk blijft om striktere regelgeving toe te passen (ook wanneer dit niet door nationale wetgeving wordt vereist), is de kans echter groot dat er opnieuw verschillen zullen ontstaan tussen landen. De kans op forum shopping blijft bestaan, zij het in mindere mate.
Ook kunnen partijen onder de FFAR (weer) naar een geschilbeslechtende instantie van FIFA in het geval van een geschil tussen een speler, club of coach en een agent. Partijen kunnen hiervoor terecht bij de Agent Chamber van het FIFA Football Tribunal. Dit is echter alleen mogelijk als het geschil gerelateerd is aan een vertegenwoordigingsovereenkomst met een internationale dimensie.52x Art. 20 lid 1 sub a FFAR. Hiervan is sprake als de vertegenwoordigingsovereenkomst gerelateerd is aan een internationale transfer.53x Art. 2 lid 2 FFAR. Ook dit zal zorgen voor meer uniformiteit, maar neemt het risico van forum shopping niet volledig weg. Bij nationale transfers zijn partijen immers nog steeds afhankelijk van nationale geschilbeslechtende instanties. Het risico dat agenten hun activiteiten om deze reden verplaatsen naar landen met geschilbeslechtende instanties die minder strikte sancties opleggen, blijft daarom bestaan.54x Parrish e.a. 2019, p. 59.2.4 Meervoudige vertegenwoordiging
Dat het onder de RWWI mogelijk is om meerdere partijen in dezelfde transactie te vertegenwoordigen zou zorgen voor een risico op belangenverstrengeling.55x EU Sectoral Social Dialogue Committee for Professional Football, resolution on intermediaries/agents, 2017, p. 2. Daarnaast zou de mogelijkheid van het vertegenwoordigen van meerdere partijen tijdens dezelfde transactie door een agent de onderhandelingspositie van spelers verzwakken.56x Parrish e.a. 2019, p. 75-76.
In de FFAR worden de mogelijkheden om meerdere partijen te vertegenwoordigen in dezelfde transactie beperkt. Het uitgangspunt onder de FFAR is dat een agent nog maar aan één partij in een transactie diensten mag verlenen. De enig toegestane uitzondering hierop is dat een agent zowel aan een speler of coach als een verwervende club diensten mag verlenen in dezelfde transactie. In een dergelijk geval moet zowel de speler als de verwervende club op de hoogte zijn van de dubbele vertegenwoordiging door de agent en hiervoor schriftelijk toestemming geven.57x Art. 12 lid 8 FFAR. Het is onder de FFAR niet toegestaan om in dezelfde transactie (i) de verkopende club en een speler of coach, (ii) de verkopende club en een verwervende club of (iii) alle partijen te vertegenwoordigen.58x Art. 12 lid 9 FFAR.
In beginsel lijkt dit een effectieve maatregel te zijn om belangenverstrengeling te voorkomen. Door de beperkte mogelijkheden tot meervoudige vertegenwoordiging zal het simpelweg minder vaak voorkomen dat een agent diensten levert aan meerdere partijen in een transactie. Het is echter onduidelijk waarom FIFA ervoor heeft gekozen om juist vertegenwoordiging van een speler of coach en een verwervende club in dezelfde transactie toe te staan. Uit onderzoek van FIFA blijkt immers dat de situatie waarin een agent zowel de speler als de verwervende club vertegenwoordigt, veruit de meest voorkomende vorm is van meervoudige vertegenwoordiging.59x ‘Intermediaries in international transfers 2022’, https://digitalhub.fifa.com/m/47f91ee983ed2199/original/FIFA-Intermediaries-Report-2022-2023.pdf. Daarnaast is het maar de vraag of het verbieden (van bepaalde vormen) van meervoudige vertegenwoordiging in het belang is van spelers. Betrokkenheid van meerdere agenten bij een transactie kan een transactie onnodig complex maken, terwijl clubs en spelers vaak dezelfde belangen hebben bij een transfer.60x Parrish e.a. 2019, p. 83. Denk bijvoorbeeld aan een speler die graag een transfer wil maken aan het einde van een succesvol seizoen omdat hij bij een andere club aanspraak kan maken op betere arbeidsvoorwaarden. Het is aannemelijk dat de huidige club van de speler bereid is om de speler te verkopen, indien een geïnteresseerde club bereid is om de juiste transfersom te betalen. De club en de speler kunnen er dus beide baat bij hebben dat de speler een transfer maakt. In een dergelijk geval zou een agent voor zowel de speler als de huidige club van de speler op zoek kunnen gaan naar een geïnteresseerde club. De agent van de speler kan voor de huidige club van de speler een zo hoog mogelijke transfersom onderhandelen met de verwervende club en voor de speler zo goed mogelijke arbeidsvoorwaarden. Onder de FFAR zal deze vorm van meervoudige vertegenwoordiging niet meer mogelijk zijn.2.5 Vergoeding
Tot slot zou de RWWI te weinig maatregelen bevatten om buitensporig hoge vergoedingen te voorkomen die niet in verhouding zouden staan tot de kwaliteit van de dienstverlening van agenten.61x EU Sectoral Social Dialogue Committee for Professional Football, resolution on intermediaries/agents 2017, p. 2. Hoge vergoedingen zouden ten koste gaan van spelers, omdat clubs minder geld overhouden om te investeren in een gedegen opleiding. Bovendien zouden hoge vergoedingen ervoor zorgen dat agenten belangen van spelers niet langer vooropstellen, wat de onderhandelingspositie van spelers schaadt.62x Parrish e.a. 2019, p. 75-76.
De FFAR beperkt de hoogte van de commissie die een agent kan ontvangen. De maximale commissie die door een speler aan een agent mag worden betaald per jaar, bedraagt vijf procent van het bruto-inkomen van de speler op basis van de door de agent onderhandelde arbeidsovereenkomst. De maximale commissie bedraagt tien procent indien een agent zowel de verwervende club als de speler vertegenwoordigt in dezelfde transactie. Als het brutosalaris (exclusief voorwaardelijke vergoedingen) van een speler echter meer dan USD 200.000 per jaar bedraagt, worden de voornoemde percentages verlaagd naar respectievelijk drie procent en zes procent voor het gedeelte van de commissie dat ziet op het brutosalaris boven de USD 200.000 per jaar. Als de agent een verkopende club vertegenwoordigt, bedraagt de maximale commissie tien procent van de transfervergoeding.63x Art. 15 lid 2 FFAR.
Hoewel het commissieplafond buitensporig hoge vergoedingen kan voorkómen, is de wijze waarop dit commissieplafond is ingericht niet wenselijk. Ten eerste zal dit commissieplafond er bijvoorbeeld voor zorgen dat een agent die betrokken is bij de totstandkoming van een complexe internationale transfer recht heeft op dezelfde maximale vergoeding als een agent die betrokken is bij een, vaak simpelere, verlenging van een arbeidsovereenkomst. Dit staat haaks op het principe dat een agent recht zou moeten hebben op een vergoeding die overeenstemt met de kwaliteit van zijn dienstverlening.64x Parrish e.a. 2019, p. 87-88.
Daarnaast is de kans groot dat door het commissieplafond het vertegenwoordigen van een verkopende club een stuk lucratiever zal zijn dan het vertegenwoordigen van een verwervende club of speler. Naast het feit dat een agent die diensten levert aan een verkopende club een hoger percentage kan ontvangen dan een agent die diensten levert aan een speler en/of verwervende club (tenzij de agent de speler en verwervende club vertegenwoordigt en het salaris gelijk is aan of minder dan USD 200.000 per jaar bedraagt), komt het vaak voor dat transfervergoedingen aanzienlijk hoger zijn dan het totale bruto-inkomen van de speler gedurende de onderhandelde contractduur. Zo maakte Argentijns international Enzo Fernandez in januari 2023 een transfer van Benfica naar Chelsea, waarbij de transfervergoeding naar verluidt EUR 121 miljoen zou bedragen.65x www.ad.nl/transfer-talk/chelsea-betaalt-121-miljoen-voor-enzo-fernandez-en-gaf-in-totaal-610-miljoen-euro-uit~a66bec66/. Zijn totale bruto-inkomen gedurende de onderhandelde contractduur van 8,5 jaar zou EUR 85 miljoen bedragen.66x www.manners.nl/duurste-transfer-premier-league-chelsea-enzo-fernandez-salaris/#:~:text=Het%20salaris%20van%20Enzo%20Fernandez%20per%20seconde&text=Wel%20toestemming%20gegeven%20maar%20niet%20getoond%2C%20herlaad%20de%20pagina.&text=Hij%20tekende%20een%20contact%20van,10%20miljoen%20euro%20per%20jaar. In een dergelijke situatie valt de vergoeding voor de agent die diensten levert aan de verkopende club significant hoger uit dan de vergoeding voor de agent die diensten levert aan de speler en/of de verwervende club. Daarnaast bevat de FFAR regels die ertoe kunnen leiden dat de hoogte van de vergoeding bij vertegenwoordiging van een verwervende club of speler uiteindelijk lager uitvalt. Onder de FFAR mag een agent namelijk alleen een vergoeding ontvangen in relatie tot inkomen wat de speler daadwerkelijk heeft ontvangen.67x Art. 14 lid 7 FFAR. Wanneer een speler geblesseerd raakt of ziek wordt, zal dit, in landen waarin de doorbetalingsplicht van een werkgever wettelijk beperkt is, invloed hebben op de vergoeding die de agent ontvangt. Ook wanneer een speler voor het einde van de contractduur een transfer naar een andere club maakt, komt de vergoeding voor de agent over de overige jaren van de onderhandelde contractduur te vervallen.68x Art. 14 lid 12 sub a FFAR. Het is voor agenten dus niet meer toegestaan om af te spreken dat de commissie over de gehele onderhandelde contractduur gegarandeerd wordt betaald. Dergelijke regels gelden niet voor agenten die verkopende clubs vertegenwoordigen, omdat die maximale commissievergoeding is gekoppeld aan de transfervergoeding en niet aan het inkomen van een speler. Dit alles vergroot de kans dat de beste agenten er eerder voor zullen kiezen verkopende clubs te vertegenwoordigen in plaats van spelers en/of verwervende clubs. Dat kan ten koste gaan van de onderhandelingspositie van spelers. Daarnaast vergroot een commissieplafond de kans dat agenten zich zullen focussen op het bewerkstellingen van zo veel mogelijk transfers, wat de contractuele stabiliteit niet ten goede zal komen.69x Parrish e.a. 2019, p. 87. Dit terwijl het verbeteren van de contractuele stabiliteit juist één van de doelen van de FFAR is.70x Art. 1 lid 2 sub f FFAR.
In de FFAR is ook bepaald van wie een agent zijn of haar vergoeding mag ontvangen. Als een agent een speler vertegenwoordigt, dient de agent in beginsel uitsluitend door de speler te worden betaald. De speler kan deze betalingsverplichting in beginsel niet overdragen aan een club.71x Art. 14 lid 2 FFAR. Als uitzondering op deze regel geldt dat een speler zijn of haar toestemming mag geven aan een verwervende club om de vergoeding namens hem te betalen indien het bruto jaarsalaris van de speler minder dan USD 200.000 bedraagt.72x Art. 14 lid 3 FFAR. De vergoeding die door de verwervende club wordt betaald namens de speler mag niet hoger zijn dan de vergoeding die door de speler is verschuldigd aan de agent op grond van de vertegenwoordigingsovereenkomst die tussen hen van kracht is.73x Art. 14 lid 3 sub b FFAR. Wanneer een agent in dezelfde transactie zowel de verwervende club als de speler vertegenwoordigt, mag de verwervende club slechts vijftig procent van de totale aan de agent verschuldigde vergoeding voor haar rekening nemen.74x Art. 13 lid 10 FFAR. De vergoeding die een verwervende club aan een agent mag betalen, is dus afhankelijk van de vergoeding die de speler bereid is te betalen. Ook dit staat haaks op het principe dat een agent recht heeft op een vergoeding die overeenstemt met de kwaliteit van zijn of haar dienstverlening. Onduidelijk is waarom een verwervende club niet meer mag betalen voor de diensten die een agent aan de club heeft geleverd, dan een speler bereid is voor de diensten van de agent te betalen. -
3. Conclusie
In de FFAR zijn op belangrijke gebieden verbeteringen doorgevoerd ten opzichte van de RWWI, zoals het verplichte examen, de verplichte CPD-cursussen en de mogelijkheid voor agenten om onder strikte voorwaarden tegen betaling diensten aan minderjarige spelers te verlenen. Dit zal naar verwachting de kwaliteit van dienstverlening van agenten verhogen en de onderhandelingspositie van spelers verbeteren. De uitbreiding van de minimumnormen en de mogelijkheid om een internationaal geschil voor te leggen aan de Agent Chamber zal daarnaast zorgen voor meer internationale uniformiteit en rechtszekerheid waardoor de kans op forum shopping wordt verminderd.
Ten aanzien van een aantal andere belangrijke onderwerpen heeft FIFA echter de plank misgeslagen. Het is onduidelijk waarom FIFA ervoor heeft gekozen om enkel vertegenwoordiging van een speler of coach en een verwervende club in dezelfde transactie toe te staan, terwijl dit veruit de meest voorkomende vorm is van meervoudige vertegenwoordiging. Indien FIFA de kans op belangenverstrengeling had willen beperken door vormen van meervoudige vertegenwoordiging te verbieden, had het voor de hand gelegen om de meest voorkomende vorm van meervoudige vertegenwoordiging niet langer toe te staan. Daarnaast kan het verbieden van (bepaalde vormen van) van meervoudige vertegenwoordiging transacties onnodig complex maken door de betrokkenheid van verschillende agenten. De wijze waarop het commissieplafond is ingericht biedt niet de juiste prikkels. Een deel van de nieuwe regels staat haaks op het principe dat een agent recht zou moeten hebben op een vergoeding die overeenstemt met de kwaliteit van dienstverlening. Daarnaast is de kans groot dat de verschillen tussen de regels voor vertegenwoordiging van spelers en/of verwervende clubs, en verkopende clubs de onderhandelingspositie van spelers zullen verzwakken, omdat de beste agenten er eerder voor zullen kiezen verkopende clubs te vertegenwoordigen. Tot slot vergroot het de kans dat agenten zich zullen focussen op het bewerkstellingen van zo veel mogelijk transfers, wat de contractuele stabiliteit niet ten goede zal komen. Bij deze onderwerpen hadden partijen als EFAA en TFF waardevolle input kunnen leveren tijdens het consultatieproces. Een gemiste kans voor FIFA.
Noten
- * Deze bijdrage is op persoonlijke titel geschreven.
-
2 R. Parrish e.a. 2019, Promoting and Supporting Good Governance in the European Football Agents Industry (rapport Edgehill University), p. 35.
-
3 Art. 2 lid 2 PAR.
-
4 ‘EU Conference on Sports Agents’, http://ec.europa.eu/assets/eac/sport/library/studies/final-report-eu-conference-sports-agents.pdf.
-
5 Parrish e.a. 2019, p. 35.
-
6 Art. 3 lid 1 RWWI.
-
7 Art. 1 lid 2 RWWI.
-
8 Art. 8 RWWI.
-
9 Art. 7 lid 8 RWWI.
-
10 Parrish e.a. 2019, p. 6.
-
12 www.linkedin.com/posts/the-football-forum_zurich-16-december-2022-the-football-forum-activity-7009556011187326977--gsp?utm_source=share&utm_medium=member_ios; www.linkedin.com/posts/european-football-agents-association-efaa-_efaa-press-release-03022022-activity-6894935047216996352-_cWF?utm_source=share&utm_medium=member_ios.
-
17 Art. 28 FFAR.
-
18 Art. 22 lid 1 FFAR.
-
19 Art. 22 lid 2 FFAR.
-
20 Parrish e.a. 2019, p. 58.
-
21 Art. 1 lid 2 sub a FFAR.
-
22 Art. 5 FFAR.
-
23 Art. 2 lid 2 RWWI.
-
24 Art. 6 lid 1 FFAR.
-
25 Art. 6 lid 4 FFAR.
-
26 Art. 8 FFAR.
-
27 Art. 23 FFAR.
-
28 Art. 17 lid 1 sub c FFAR.
-
29 Art. 9 lid 2 FFAR.
-
31 Parrish e.a. 2019, p. 58-59.
-
32 Parrish e.a. 2019, p. 96.
-
33 Art. 12 lid 1 FFAR.
-
34 Art. 13 lid 5 FFAR.
-
35 Art. 7 lid 8 RWWI.
-
36 Parrish e.a. 2019, p. 100.
-
37 www.sportslawbulletin.org/fifas-football-agent-regulations-the-good-the-bad-the-ugly/.
-
38 Art. 13 lid 2 FFAR.
-
39 Art. 12 lid 3 FFAR.
-
40 Parrish e.a. 2019, p. 98.
-
41 Parrish e.a. 2019, p. 59.
-
42 Parrish e.a. 2019, p. 106.
-
43 Art. 9 lid 1 RWWI.
-
44 Parrish e.a. 2019, p. 106.
-
45 Parrish e.a. 2019, p. 59.
-
46 Art. 2 lid 1 FFAR.
-
47 Art. 2 lid 3 FFAR.
-
48 Art. 3 lid 1 FFAR.
-
49 Art. 3 lid 2 sub a FFAR.
-
50 Art. 3 lid 3 FFAR.
-
51 Definities FFAR, p. 6-7.
-
52 Art. 20 lid 1 sub a FFAR.
-
53 Art. 2 lid 2 FFAR.
-
54 Parrish e.a. 2019, p. 59.
-
55 EU Sectoral Social Dialogue Committee for Professional Football, resolution on intermediaries/agents, 2017, p. 2.
-
56 Parrish e.a. 2019, p. 75-76.
-
57 Art. 12 lid 8 FFAR.
-
58 Art. 12 lid 9 FFAR.
-
59 ‘Intermediaries in international transfers 2022’, https://digitalhub.fifa.com/m/47f91ee983ed2199/original/FIFA-Intermediaries-Report-2022-2023.pdf.
-
60 Parrish e.a. 2019, p. 83.
-
61 EU Sectoral Social Dialogue Committee for Professional Football, resolution on intermediaries/agents 2017, p. 2.
-
62 Parrish e.a. 2019, p. 75-76.
-
63 Art. 15 lid 2 FFAR.
-
64 Parrish e.a. 2019, p. 87-88.
-
67 Art. 14 lid 7 FFAR.
-
68 Art. 14 lid 12 sub a FFAR.
-
69 Parrish e.a. 2019, p. 87.
-
70 Art. 1 lid 2 sub f FFAR.
-
71 Art. 14 lid 2 FFAR.
-
72 Art. 14 lid 3 FFAR.
-
73 Art. 14 lid 3 sub b FFAR.
-
74 Art. 13 lid 10 FFAR.