Jeugdstrafrecht en penitentiair recht
-
Literatuur
De invloed van ouders en vriendin op ‘desistance from crime’
Dit artikel gaat over de rol van ouders en vriendinnen in het proces van het stoppen met criminaliteit. Het presenteert bevindingen uit een longitudinale studie van 81 jonge recidivisten die gedurende 15 jaar werden onderzocht. De auteur concludeert dat ouders een cruciale rol hebben gespeeld in dit proces, sinds de jongemannen begonnen te beseffen welke ellende ze hadden veroorzaakt. Deze jongemannen veranderden echter hun levenspad niet vanwege hun ouders. Ook is niet gebleken dat een jonge recidivist zou stoppen vanwege zijn vriendin. Niettemin lijkt het erop dat ouders en een veilige, duurzame relatie inderdaad een positieve invloed kunnen hebben in dit proces, met name in de motivatie om vast te houden aan een nieuwe weg naar een meer pro-sociale levensstijl, zodra deze is uitgezet.
(I. Weijers, PROCES 2019, p. 58)Jeugdige delinquenten. Praktijk en achtergrond
Dit boek laat zien welke vooroordelen over criminele jongeren al dan niet kloppen. Het maakt duidelijk hoe factoren als etniciteit, vrienden, opvoeding en woonplek de ontwikkeling van crimineel gedrag beïnvloeden. Het boek is geschreven voor studenten, beleidsmakers, juristen en professionals in de jeugdzorg. Jeugdige delinquenten beschrijft jeugdcriminaliteit aan de hand van interviews met hulpverleners, wetenschappers, juristen en jongeren. Ook geeft het boek uitleg over onderzoek, theorieën, programma’s en methoden, en wisselt dat af met verhalen uit de advocatuur. Zo biedt het een brede blik op de complexiteit van delinquentie vanuit pedagogisch, psychologisch, sociaalwetenschappelijk en juridisch oogpunt. Het boek geeft handvatten om de achtergronden van jongeren met een criminele carrière te begrijpen. Deze kunnen worden ingezet om jeugdcriminaliteit tegen te gaan. Het boek is te gebruiken als lesstof en te lezen als vakliteratuur of als populairwetenschappelijke literatuur voor lezers die geïnteresseerd zijn in, of betrokken zijn bij, delinquente jeugd.
(Merel van Dorp, Semra Aytemur, Nienke Swart, Bohn Stafleu van Loghum)De positie van ouders in het nieuwe Wetboek van Strafvordering vanuit Europese wetgeving bezien
Richtlijn (EU) 2016/800, betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure, kent aan jeugdigen bepaalde rechten toe die zien op de bescherming die ouders in de strafprocedure bieden. Deze rechten zijn in de bepalingen in het conceptwetsvoorstel tot Wijzing van het Wetboek van Strafvordering – en dan specifiek de Vaststellingswet Boek 6 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (bijzondere regelingen) niet zonder meer terug te vinden. In het conceptwetsvoorstel worden de waarborgen omtrent de positie van ouders namelijk niet opgenomen als rechten van jeugdigen, maar wordt met name vastgelegd wat de gang van zaken is tijdens het strafproces en, ongeacht de vraag of ouders dit kunnen waarmaken, welke rol ouders hierin spelen.
Uit dit verschil in formulering blijkt dat de Nederlandse wetgever een andere, meer pragmatische, benadering heeft ten aanzien van het jeugdstrafprocesrecht dan de Europese wetgever en het is de vraag of hiermee recht wordt gedaan aan de strekking van de richtlijn.
Daarnaast is gebleken dat de Richtlijn jeugdigen op sommige onderdelen meer bescherming biedt dan het conceptwetsvoorstel, zoals wat betreft het informeren van ouders en de mogelijkheid voor de jeugdige om door middel van een andere volwassene dan de ouder de uitoefening van de rechten uit de richtlijn te waarborgen.
Gezien de achtergrond van de richtlijn kan dit van invloed zijn op de bescherming van het recht van de jeugdige op een eerlijk proces. Al met al is de positie van ouders in het conceptwetsvoorstel niet zonder meer in overeenstemming met de richtlijn.
De richtlijn vraagt om aanpassingen van het conceptwetsvoorstel en heeft, in tegenstelling tot wat de wetgever heeft aangegeven, meer dan slechts beperkte gevolgen voor Boek 6 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering.
(N.U. van Capelleveen, Platform Modernisering Strafvordering, www.moderniseringstrafvordering.nl )Levensloopcriminologie, criminele carrières en bijzondere dadergroepen
De auteur beschrijft de levensloopcriminologie, een stroming binnen de criminologie die zich de afgelopen decennia sterk heeft ontwikkeld en voor de strafrechtspraktijk interessante inzichten oplevert. In deze tak van criminologie wordt niet alleen gepoogd te verklaren wie wel en wie niet betrokken raken bij criminaliteit, maar wordt ook en vooral gekeken hoe criminaliteit en ander probleemgedrag gedurende de levensloop verandert.
(W. Huisman, DD 2019/6)Johnny is verhuisd
Hoofdpersoon uit dit artikel komt vanaf zijn twaalfde jaar met politie en justitie in aanraking. Dit artikel is een verslag van de vele vruchteloze pogingen om deze jongen – die inmiddels volwassen is – op het rechte spoor te krijgen.
(A. de Beer, PROCES 2019, p. 67) -
Jurisprudentie
Voorwaardelijke jeugddetentie en taakstraf voor minderjarige mensenhandelaar
Rechtbank Gelderland 12 februari 2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:521 (datum publicatie: 12 februari 2019)
De Rechtbank Gelderland heeft op 12 februari 2019 een zestienjarige jongen onder meer veroordeeld voor mensenhandel. Hij heeft een seksafspraak tegen betaling geregeld voor een minderjarig meisje. De rechtbank legt een voorwaardelijke jeugddetentie op voor de duur van vier maanden en daarnaast een onvoorwaardelijke werkstraf van 150 uren, met aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest. De rechtbank veroordeelt verdachte ook tot het betalen van € 500 schadevergoeding aan het slachtoffer.
Veroordeling vijftienjarige voor opruiing tot terrorisme
Rechtbank Amsterdam 12 februari 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:855 (datum publicatie: 12 februari 2019)
Een minderjarige jongen is op 12 februari 2019 door de rechtbank Amsterdam veroordeeld tot zeven maanden jeugddetentie, waarvan vierenhalve maand voorwaardelijk, wegens opruiing tot terrorisme. Verdachte was destijds vijftien jaar oud. Op zijn social media kanalen had verdachte filmpjes geplaatst met aanslagen en executies, waarin werd opgeroepen tot deelname aan de gewelddadige strijd van Islamitische Staat. Om herhaling te voorkomen, moet verdachte blijven meewerken aan een intensief traject van begeleiding, behandeling en controle. Doet hij dat niet, dan moet hij de vierenhalve maand jeugddetentie alsnog uitzitten.
Doorsturen filmpjes seksuele handelingen veertienjarige vriendin bestraft
Gerechtshof Den Haag 21 december 2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:3848 (datum publicatie: 15 februari 2019)
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen die hebben bestaan uit het seksueel binnendringen bij zijn toenmalige vriendin, die destijds veertien jaar oud was. Verdachte was destijds zestien jaar oud. De ontuchtige handelingen hebben meerdere malen plaatsgevonden, waarbij ook anderen aanwezig waren. Bovendien werden de seksuele handelingen vastgelegd met een mobiele telefoon en de filmpjes doorgestuurd naar anderen. Daarnaast heeft de verdachte zich bij drie verschillende gelegenheden schuldig gemaakt aan openlijk geweld, waarbij steeds sprake is geweest van fors geweld tegen wat kwetsbaardere slachtoffers. Het hof veroordeelt de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 244 dagen, waarvan 240 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Verder veroordeelt het hof de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen jeugddetentie.
Hof had beslissing moeten geven inzake verweer psychische overmacht
Hoge Raad 5 maart 2019, ECLI:NL:HR:2019:300 (datum publicatie: 6 maart 2019)
Het betreft een strafzaak inzake een poging tot zware mishandeling, meermalen gepleegd, artikel 302 jo. 45 Sr. De minderjarige verdachte is in hoger beroep veroordeeld tot een werkstraf van tachtig uur, waarvan vijftig uur voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en met bijzondere voorwaarden van reclasseringscontact en het volgen van onderwijs. In cassatie is aan de orde dat de raadsvrouw van de verdachte in hoger beroep heeft aangevoerd dat haar cliënt moest worden ontslagen van alle rechtsvervolging vanwege psychische overmacht, aangezien hij geen weerstand kon bieden tegen vele pesterijen op school. De Hoge Raad stelt in cassatie vast dat dit een verweer is waarover het hof op straffe van nietigheid een uitdrukkelijk met redenen omklede beslissing had moeten geven. Nu dit niet is gebeurd, volgt vernietiging en terugwijzing.
Voorwaardelijke PIJ voor ernstig verminderd toerekeningsvatbare minderjarige verdachte
Rechtbank Oost-Brabant 13 maart 2019, ECLI:NL:RBOBR:2019:1379 (datum publicatie: 13 maart 2019)
De rechtbank acht poging tot doodslag wettig en overtuigend bewezen en legt aan een in 2001 geboren verdachte negentig dagen jeugddetentie op en een voorwaardelijke PIJ-maatregel met onder meer de voorwaarde van een klinische behandeling. De verdachte heeft op zeventienjarige leeftijd iemand met een mes neergestoken. Vanwege de ziekelijke stoornis en gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogens waar verdachte aan lijdt, rekent de rechtbank hem de feiten – op advies van de deskundigen – in ernstig verminderde mate toe. Mede op advies van de RvdK acht de rechtbank oplegging van een voorwaardelijke PIJ voldoende. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte desgevraagd heeft aangegeven bereid te zijn zich te blijven conformeren aan de behandeling binnen GGZ ‘De Catamaran’, ook als dit in de vorm van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijke PIJ-maatregel aan hem wordt opgelegd in plaats van als een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel.