-
Samenvatting
De afgelopen jaren heeft het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG) een aantal uitspraken gedaan over de klachtgerechtigdheid van een naaste betrekking die na het overlijden van de patiënt als nabestaande een tuchtklacht indient over aan de patiënt verleende zorg. Het CTG zoekt bij het antwoord op de vraag of de nabestaande rechtstreeks belanghebbend is ten onrechte aansluiting bij de vertegenwoordigingsregeling van de geneeskundige behandelingsovereenkomst (art. 7:465 BW). Deze vertegenwoordiging eindigt met het overlijden van de patiënt en heeft geen betrekking op het indienen van een tuchtklacht. De benadering van het CTG doet ook geen recht aan het primaire doel van het tuchtrecht: handhaving en waar nodig verbetering van de kwaliteit van de zorgverlening. Het tuchtrecht is niet primair bedoeld voor genoegdoening van de patiënt. De klachtgerechtigdheid van een nabestaande vloeit voort uit zijn verwantschap aan de patiënt. Die verwantschap maakt hem, behoudens bijzondere omstandigheden, rechtstreeks belanghebbend, niet het antwoord op de vraag of de nabestaande geacht wordt de patiënt te vertegenwoordigen.
Tijdschrift voor Gezondheidsrecht |
|
Column | Klachtgerechtigdheid van een nabestaande in het BIG-tuchtrecht ten onrechte beperkt |
Trefwoorden | tuchtrecht, nabestaande, rechtstreeks belanghebbende, ontvankelijkheid |
Auteurs | Mr. L.E. Kalkman-Bogerd |
DOI | 10.5553/TvGR/016508742015039005005 |
Auteursinformatie |
Toegang tot dit losse artikel kopen
Voor een vast bedrag van € 19,75 (excl. btw) koopt u 24 uur online toegang tot dit artikel. Met deze 24 uur toegang kunt u een artikel online raadplegen en in PDF downloaden en printen.
Per mail ontvangt u een activatiecode waarmee u 24 uur toegang tot het artikel kunt activeren.
24 uur toegang | € 19,75 (excl. btw) |
Uw aankoop activeren
Heeft u een activatiecode, dan kun u uw product hier activeren.