In deze bijdrage worden de bepalingen van het wetsvoorstel ‘cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens’ in het licht geplaatst van en vergeleken met de huidige regels voor gegevensuitwisseling in de zorg. Geconcludeerd wordt dat het huidige juridische kader wordt aangescherpt met het van kracht worden van het wetsvoorstel. Dat is een goede zaak, al is bij de toegankelijkheid en de praktische uitvoerbaarheid van de nieuwe wetsbepalingen nog wel een aantal kanttekeningen te plaatsen. |
Tijdschrift voor Gezondheidsrecht
Meer op het gebied van Algemeen
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Griffierecht in tuchtzaken |
Auteurs | Prof. mr. J. Legemaate |
Artikel |
Elektronische gegevensuitwisseling in de zorg: zit de wetgever op het goede spoor? |
Trefwoorden | elektronische informatie-uitwisseling, gegevens, EPD, toestemming |
Auteurs | Mr. dr. M.C. Ploem |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Verslag jaarvergadering Vereniging voor Gezondheidsrecht 2015 |
Trefwoorden | jaarvergadering VGR, terug- en vooruitblik nieuw zorgstelsel, zorgstelsel in ontwikkeling |
Auteurs | Mr. S.E. Garvelink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In april van dit jaar vond in Driebergen de jaarvergadering van de Vereniging voor Gezondheidsrecht plaats. Tijdens het inhoudelijke gedeelte lichtten Elies Steyger, Joris Rijken, Matthijs Vermaat, Emke Plomp en Tessa van den Ende hun bijdrage aan het preadvies ‘Op weg naar tien jaar nieuw zorgstelsel. Terug en vooruitblik’ toe. Op die manier ontstond een breed panorama van de stand van het zorgstelsel met aandacht voor het Europees recht, de positie van de zorgverzekeraars, de Wmo 2015, de winstuitkering in de zorg en de rol van de toezichthouder. Tijdens de paneldiscussie voorgezeten door Jaap Sijmons hadden de leden de gelegenheid over deze thema’s met de preadviseurs van gedachten te wisselen. Cathy van Beek sloot af met een voordracht waarin zij constateerde dat van de beoogde versterking van de rol van de patiënt onder het nieuwe stelsel (nog) weinig terecht was gekomen. |
Artikel |
Tuchtrecht – meer tucht dan rechtVoorzittersrede VGR 2015 |
Trefwoorden | tuchtrecht, strafrecht, artikel 6 lid 1 EVRM |
Auteurs | Prof. mr. A.C. Hendriks |
SamenvattingAuteursinformatie |
De tuchtcolleges hebben afgelopen jaren de tuchtrechtelijke normen zowel ratione personae als ratione materiae fors opgerekt. Het tuchtrecht drijft daarmee af van zijn oorspronkelijke doelstellingen, te weten het bewaken van de kwaliteit van de beroepsuitoefening. In plaats daarvan lijkt het tuchtrecht steeds meer te verworden tot instrument om onwenselijk gedrag van beroepsbeoefenaren, zowel beroepsmatig gedrag als in de privésfeer, te kunnen bestraffen. Ook anderszins glijdt het tuchtrecht af naar een vorm van strafrecht light. Dit roept fundamentele vragen op. |
Column |
Klachtgerechtigdheid van een nabestaande in het BIG-tuchtrecht ten onrechte beperkt |
Trefwoorden | tuchtrecht, nabestaande, rechtstreeks belanghebbende, ontvankelijkheid |
Auteurs | Mr. L.E. Kalkman-Bogerd |
SamenvattingAuteursinformatie |
De afgelopen jaren heeft het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG) een aantal uitspraken gedaan over de klachtgerechtigdheid van een naaste betrekking die na het overlijden van de patiënt als nabestaande een tuchtklacht indient over aan de patiënt verleende zorg. Het CTG zoekt bij het antwoord op de vraag of de nabestaande rechtstreeks belanghebbend is ten onrechte aansluiting bij de vertegenwoordigingsregeling van de geneeskundige behandelingsovereenkomst (art. 7:465 BW). Deze vertegenwoordiging eindigt met het overlijden van de patiënt en heeft geen betrekking op het indienen van een tuchtklacht. De benadering van het CTG doet ook geen recht aan het primaire doel van het tuchtrecht: handhaving en waar nodig verbetering van de kwaliteit van de zorgverlening. Het tuchtrecht is niet primair bedoeld voor genoegdoening van de patiënt. De klachtgerechtigdheid van een nabestaande vloeit voort uit zijn verwantschap aan de patiënt. Die verwantschap maakt hem, behoudens bijzondere omstandigheden, rechtstreeks belanghebbend, niet het antwoord op de vraag of de nabestaande geacht wordt de patiënt te vertegenwoordigen. |
Praktijk |
Kroniek rechtspraak zorgverzekeringsrecht |
Auteurs | Mr. H.M. den Herder en mr. C. van Balen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek worden de belangrijkste uitspraken behandeld die met betrekking tot de Zorgverzekeringswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten zijn gedaan in de periode van 1 april 2013 t/m 1 januari 2015. Met betrekking tot de Zorgverzekeringswet worden in hoofdzaak de inhoud van de zorgverzekering en de zorgverzekeraars besproken. Wat betreft de AWBZ komen de kring der verzekerden en de aanspraken aan bod. Daarnaast wordt aandacht besteed aan uitspraken over de zorginkoop en over de afbakening tussen de Zorgverzekeringwet en de AWBZ. |
Jurisprudentie |
2015/197 Rechtbank Oost-Brabant 7 mei 2015 |
Samenvatting |
Veroordeling orthopedisch chirurg; artikel 308 Sr; zwaar lichamelijk letsel door grove verwaarlozing van de als arts te betrachten zorgvuldigheid of zorg |
Ernstig tekortschieten van orthopedisch chirurg in de zorgvuldigheid waarmee hij patiënte diende te behandelen; schorsing inschrijving BIG-register voor één jaar |
Missen van diagnose; toevalsbevinding; eis tot schadevergoeding |
Boekbespreking |
R.P. Wijne, Aansprakelijkheid voor zorggerelateerde schade en Medische aansprakelijkheid |
Auteurs | Prof. mr. J.C.J. Dute |
Auteursinformatie |
Boekbespreking |
W.G. Leeuwenburgh-Pronk e.a. (red.), Tuchtrecht in de kindergeneeskunde |
Auteurs | Prof. mr. J.C.J. Dute |
Auteursinformatie |