Tijdschrift voor Constitutioneel Recht

Discussion

‘We voeren ’m niet uit!’ revisited? Hoorzittingen met kandidaat-bewindspersonen zonder staatsrechtelijk toegevoegde waarde

Trefwoorden hoorzittingen, motie-Sneller, beëdiging bewindspersonen, vertrouwensregel, formatie, staatsrecht
Auteurs F.J.C. van Hout en J.G. Maarsen
DOI
Auteursinformatie

F.J.C. van Hout
Mr. F.J.C. (Florian) van Hout is promovendus aan de Universiteit Maastricht en doet onderzoek naar de staatsrechtelijke positie van demissionaire kabinetten. Eerder was hij als onderwijs- en onderzoeksmedewerker verbonden aan de afdeling Staats- en bestuursrecht van de Universiteit Leiden.

J.G. Maarsen
Mr. J.G. (Jelmer) Maarsen start binnenkort als promovendus aan de Universiteit Utrecht om onderzoek te doen naar burgerschap en de versterking van constitutionele normen. Eerder was hij als onderwijs- en onderzoeksmedewerker verbonden aan de afdeling Staats- en bestuursrecht van de Universiteit Leiden.
  • Samenvatting

      In deze bijdrage betogen de auteurs dat hoorzittingen met kandidaat-bewindspersonen, zoals die ter uitvoering van de motie-Sneller in juni 2024 voor het eerst door de Tweede Kamer werden gehouden, staatsrechtelijk niet van toegevoegde waarde zijn. Eerst zetten de auteurs uiteen waarom de hoorzittingen op gespannen voet staan met de vertrouwensregel en het grondwettelijke stelsel voor benoeming van ministers en staatssecretarissen. Het feit dat de Tweede Kamer voorafgaand aan de beëdiging geen (formeel) oordeel kan vellen over de geschiktheid of motivatie van beoogde kabinetsleden, maakt dat de Kamer weinig tot niets kan beginnen met de tijdens een hoorzitting verkregen antwoorden. Dat maakt dat de hoorzittingen weinig zinvol zijn en vooral staatsrechtelijke mist veroorzaken. Dit standpunt onderbouwen de auteurs met een analyse van de 581 tijdens de hoorzittingen gestelde vragen. Daaruit blijkt dat een aanzienlijk deel van de vragen, in weerwil van de motie-Sneller, over beleidsinhoudelijke aspecten ging. Dergelijke vragen kunnen echter beter na de beëdiging worden gesteld, als bewindspersonen daadwerkelijk zijn ingewerkt. Ten slotte bespreken de auteurs de mate waarin de vragen die wél betrekking hadden op de geschiktheid en motivatie voor het ministersambt politieke en staatsrechtelijke consequenties hebben gehad.

Om de rest van dit artikel te lezen moet u inloggen



Heeft u een registratiecode ontvangen maar nog geen toegang? Activeer dan hier uw code.

Weet u uw wachtwoord niet meer? Nieuw wachtwoord aanvragen.

Toegang tot dit losse artikel kopen

Voor een vast bedrag van € 19,75 (excl. btw) koopt u 24 uur online toegang tot dit artikel. Met deze 24 uur toegang kunt u een artikel online raadplegen en in PDF downloaden en printen.
Per mail ontvangt u een activatiecode waarmee u 24 uur toegang tot het artikel kunt activeren.

24 uur toegang € 19,75 (excl. btw)

Uw aankoop activeren

Heeft u een activatiecode, dan kun u uw product hier activeren.