In Memoriam Dick Raes (1944-2024)
‘Dick is a great professor. Probably the best… no, most probably the best professor of forensic psychiatry’, zo zei eens een vooraanstaande Litouwse psychiater toen hij het had over Dick Raes. Dick was in die tijd veel op pad als consultant voor Global Initiative on Psychiatry om forensisch psychiatrische klinieken en gevangenissen in Oost-Europa te adviseren over de omgang met plegers met een psychische stoornis. De opmerking over zijn kwaliteit als hoogleraar forensische psychiatrie werd de titel van het Liber Amicorum dat verscheen bij zijn afscheid als hoogleraar op 25 mei 2009. Dick overleed thuis in Utrecht op 25 mei jongstleden.
Dick deed zijn opleiding tot psychiater in het Radboudziekenhuis in Nijmegen, werkte er bij de plaatselijke GGD en deed, als assistent psychiatrie, in de Pompekliniek zijn eerste ervaringen op in het forensische veld. Later was hij er lid van het bestuur.
Dick stond voor zijn patiënten, hoezeer die soms ook in strafrechtelijke zin over de schreef waren gegaan. Met behoud van de noodzakelijke afstand zette hij zich volledig voor hen in en straalde ook zijn warmte op hen af. Vele jaren deed hij dat als directeur van het Meijers Instituut, het selectie-instituut voor ter beschikking gestelden in Utrecht.
Toen echter het ministerie van Justitie bedacht dat het tbs-veld wel zonder het Meijers Instituut kon, werd zijn functie daar overbodig. Dat heeft hij als heel pijnlijk ervaren. Dick was echter niet gemakkelijk klein te krijgen en is tot het laatst actief gebleven in het werkveld. In de eerste plaats als bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam en de Rijksuniversiteit Groningen. Maar daarnaast vervulde hij allerlei interim-, adviseurs- en andere functies, zoals bij de ontwikkeling van tbs-kliniek de Rooyse Wissel, als Chef de Clinique van de Intensieve en Forensische Psychiatrie van AMC de Meren in Amsterdam en in 2008 nog een tijdlang in de Pompekliniek toen deze het moest doen zonder directeur patiëntenzorg. Jarenlang was hij ook gedragsdeskundig Raad bij het Hof in Arnhem, lid van de (toenmalige) Centrale Raad voor de Strafrechtstoepassing en het Adviescollege Verloftoetsing TBS en vooraanstaand lid in het Forum Levenslang. En dan vergeet ik beslist nog een aantal andere zaken waar Dick zich in de loop van de jaren sterk voor heeft gemaakt.
Maar wat ik niet gauw zal vergeten zijn Dicks unieke bijdragen aan een groot aantal projecten van Global Initiative on Psychiatry, kortweg GIP. GIP staat voor een ethische en humane psychiatrie wereldwijd en voert daartoe allerlei projecten uit. In veel van deze projecten zijn we samen opgetrokken. Daarvóór had Dick al een groot ‘prison mental health-project’ uitgevoerd in de immense Kresti-gevangenis in Sint-Petersburg. Dat deed hij samen met forensische professionals van de Forensische Observatie en Begeleidingsafdeling van de Bijlmerbajes in Amsterdam. Later volgden nieuwe projecten, ook in samenwerking met medewerkers van de Pompekliniek, in onder meer Kaliningrad, Georgië, Servië, Bulgarije en Sri Lanka.
Bijzonder aan die uitstapjes was de combinatie van hard werken overdag en ’s avonds alle tijd om, onder het genot van een mooi glas wijn of wodka, te bomen over de forensische psychiatrie, de fascinerende mensen en instituties van de landen die onderdeel uitmaakten van de voormalige Sovjet-Unie, waar veel van de betrokken consultants van GIP, waaronder Dick, een haat-liefdeverhouding mee hadden.
Het mooiste van Dicks stijl als consultant vond ik, hoewel hij doorgaans buitengewoon zachtaardig was, de stellige manier waarop hij weerwoord placht te geven aan directeuren en psychiaters, vastgeroest in het voormalige Sovjetsysteem van opsluiten en pillen geven en die het met de mensenrechten en de ethiek niet altijd even nauw namen. Geagiteerd kon hij dan soms roepen: ‘I completely disagree with you’ of ‘I forbid you to say yes, but… anymore’. Maar altijd wist hij deze interventies zo op te volgen dat ze niet ten koste gingen van de relatie met zijn gesprekspartners.
Wat mij in onze persoonlijke contacten het meest raakte, was de warmte die Dick uitstraalde, zijn doorleefde blik op de wereld en de openhartigheid waarmee je zaken met hem kon delen.
Toen ik, als mederedacteur van zijn liber amicorum Dick bij zijn afscheid als hoogleraar forensische psychiatrie mocht toespreken, was mijn introductie ongeveer als volgt: hooggeleerde B.C.M. Raes, beste Dick, charmant, warm, bescheiden, kleurrijk, erudiet en integer mens, collega, dokter, missionaris, docent, onderzoeker, lezer, schrijver, dichter, reisgenoot, pessimist, dromer, filosoof, wijze uil, klankbord, ontwikkelingswerker, mensenrechtenactivist, kortom: uniek persoon.
Hij is niet meer.