-
Special Issue over psychologische instrumenten in de rechtbank
In 2022 is er in het Journal of Personality Assessment een special issue verschenen waarin reviews werden gepubliceerd over veertien verschillende (forensisch) psychologische instrumenten1x Het betreft de volgende instrumenten: Evaluation of Competence to Stand Trial–Revised (ECST-R), Competence Assessment for Standing Trial for Defendants with Mental Retardation (CAST_MR), Historical Clinical Risk Management-20 Version 3 (HCR-30 V3), MacArthur Competence Assessment Tool-Criminal Adjudication (MacCAT-CA), Millon Adolescent Clinical Inventory (MACI-II), Millon Clinical Multiaxial Inventory-IV (MCMI-IV), Minnesota Multiphasic Personality Inventory-3 (MMPI-3), Personality Assessment Inventory (PAI) en PAI-Adolescent (PAI-A), Psychopathy Checklist-Revised (PCL-R), Rorschach and Rorschach Performance Assessment System (R-PAS), Structured Interview of Reported Symptoms-2 (SIRS-2), Trauma Symptom Inventory (TSI) en TSI-2. en de wetenschappelijk basis voor hun toepassing in de rechtbank (Neal et al., 2022a). Voor elk instrument worden de krachten en de beperkingen aangehaald die gerechtsdeskundigen kunnen helpen bij het voorbereiden van hun rapportage en eventuele getuigenis in de rechtbank, die advocaten kunnen helpen bij het kritisch bevragen van het gebruik van deze instrumenten, en die tot slot ook rechters kunnen helpen bij het evalueren van de ontvankelijkheid van een instrument in een specifieke zaak (Neal et al., 2022b).
Vooral dit laatste is een belangrijk aandachtspunt, aangezien onderzoek aantoont dat pseudowetenschap, zoals niet-gevalideerde instrumenten, nog steeds regelmatig een ingang vindt in de rechtbank (Neal et al., 2019). In sommige rechtssystemen hebben ze standaarden ingebouwd om de ontvankelijkheid (‘legal admissibility’) van bewijs te toetsen aan criteria zoals betrouwbaarheid, validiteit en acceptatie binnen de wetenschappelijke gemeenschap. Elk instrument in dit special issue wordt langs deze lat gelegd. Hoewel deze standaarden niet ingebouwd zijn in de Nederlandse en Belgische strafrechtprocedures, zijn de achterliggende overwegingen ook voor ons relevant. Ook onze rechters moeten ervoor waken dat instrumenten zonder (voldoende) wetenschappelijke basis uit de rechtbank geweerd worden. -
De HCR-20V3 in de rechtbank
In deze signalering willen we het special issue-artikel over de Historical Clinical Risk Management-20 Versie 3 (HCR-20V3) van Douglas et al. (2013) onder de aandacht brengen. De HCR-20V3 is wereldwijd een van de meest gebruikte risicotaxatie-instrumenten voor het inschatten van het risico op gewelddadige recidive (Singh et al., 2014). Het instrument volgt de benadering van het gestructureerde professionele oordeel, wat betekent dat er ruimte is voor de professional om te komen tot een risico-inschatting die afgestemd is op de risicofactoren van het individu. De centrale uitkomst van het instrument is een categoriale inschatting van risico (laag, matig of hoog).
Zoals bij elke bijdrage in het special issue begint het artikel met een overzicht van de algemene wetenschappelijke stand van zaken (bijv. betrouwbaarheid, voorspellende waarde) alvorens in te zoomen op het gebruik van het risicotaxatie-instrument in de rechtbank. De HCR-20V3 is geschikt ter ondersteuning van rechterlijke besluitvorming inzake (voorwaardelijke) vrijlating en verlenging van een gedwongen opname, en minder geschikt bij straftoemeting en het voorspellen van geweld op de lange termijn. Mits er voldoende betrouwbare informatie beschikbaar is, zou de HCR-20V3 ook met de nodige voorzichtigheid ingezet kunnen worden bij besluitvorming inzake voorhechtenis (De Vogel et al., 2022). -
Caveats bij gebruik van de HCR-20V3 in de rechtbank
Voor verschillende groepen kunnen echter kanttekeningen geplaatst worden bij het gebruik van de HCR-20V3. Zo is er vooralsnog weinig wetenschappelijke onderbouwing voor het gebruik van de HCR-20V3 bij culturele minderheden (bijv. latino’s, inheemse groepen), bij vrouwen, bij mensen met een verstandelijke beperking, mensen die zedenfeiten gepleegd hebben en bij mensen die specifieke geweldsfeiten gepleegd hebben (bijv. terrorisme). Dit betekent dat we nog onvoldoende kennis hebben over hoe voorspellend de HCR-20V3 is voor deze doelgroepen en hoe groot de kans op een verkeerde conclusie is. Er kunnen dus vraagtekens geplaatst worden bij gebruik van de HCR-20V3 bij deze groepen.
Daarnaast benoemt het artikel een uitdaging die tegenwoordig meer aandacht krijgt: de potentiële invloed van denkfouten (cognitieve biases) op het uitvoeren van risicotaxaties. De auteurs beschrijven verschillende studies die aantonen dat de eindoordelen van de HCR-20V3 beïnvloed worden door een positieve versus negatieve houding van de beoordelaar ten opzichte van de onderzochte persoon. Zowel voor wie risicotaxaties uitvoert als voor degene die de resultaten gebruikt, is het wijs om bedacht te zijn op denkfouten. De aanwezigheid van vooroordelen en andere denkfouten kan voldoende grond bieden om een risicotaxatie met de HCR-20V3 niet-ontvankelijk te verklaren.
Iedereen kan zich wel voorstellen dat deze uitdagingen in de praktijk voorkomen. Worden ze ook als dusdanig herkend in de rechtbank en besluit een rechter wel eens om een rapportage niet toe te laten? De Vogel en collega’s (2022) deden hier onderzoek naar in juridische databanken van zeven landen, waaronder Nederland. Worden risicotaxaties met de HCR-20V3 weleens aangevochten? Zo ja, hoe vaak en hoe vaak waren deze ‘legal admissibility challenges’ succesvol? De onderzoekers vonden in totaal 546 zaken tussen 2013 en 2022 waarin de HCR-20/HCR-20V3 werd gebruikt. In slechts 22 zaken (4%) werd het gebruik van het instrument ook daadwerkelijk aangevochten en wanneer het werd aangevochten, leidde het geen enkele keer tot de beslissing dat de risicotaxatie niet-ontvankelijk was. -
Bewustzijn bij professionals in de rechtbank
De moraal van het artikel is dat, hoewel de HCR-20V3 over het algemeen een stevige wetenschappelijke basis heeft, er verschillende redenen zijn om het gebruik ervan in de rechtbank aan te vechten. Dat kan zijn omdat men het instrument wil toepassen voor een vraag of context waarvoor het niet gevalideerd werd, omdat er onvoldoende kennis beschikbaar is over de kwaliteit van het instrument bij toepassing binnen een bepaalde doelgroep, of wanneer er indicaties zijn van denkfouten. Het is aan professionals, zowel juristen als psychiaters en psychologen, om hiervan bewust te zijn en te zorgen dat forensisch-psychologische instrumenten zoals de HCR-20V3 correct worden toegepast in de rechtbank.
Het artikel van De Vogel en collega’s eindigt met aanbevelingen voor wetenschappers en professionals. Voor de professionals formuleren de auteurs suggesties voor het uitvoeren van en communiceren over risicotaxaties alsook het kritisch beoordelen van risicotaxatierapporten. Wat betreft wetenschappers wordt een oproep gedaan om de wetenschappelijke basis voor het gebruik van HCR-20V3 in een juridische context te versterken. Op deze manier wil het artikel bijdragen aan een verdere professionalisering van de toepassing van de HCR-20V3 in de rechtbank. Literatuur Douglas, K.S., Hart, S.D., Webster, C.D., & Belfrage, H. (2013). HCR-20V3: Assessing risk of violence – User guide. Mental Health, Law, and Policy Institute, Simon Fraser University.
Neal, T.M.S., Sellbom, M., & Ruiter, C. de (2022a). Personality Assessment in Legal Contexts [Special Issue]. Journal of personality assessment, 104(2).
Neal, T.M.S., Sellbom, M., & Ruiter, C. de (2022b). Personality Assessment in Legal Contexts: Introduction to the Special Issue. Journal of personality assessment, 104(2), 127-136. https://doi.org/10.1080/00223891.2022.2033248
Neal, T.M., Slobogin, C., Saks, M.J., Faigman, D.L., & Geisinger, K.F. (2019). Psychological assessments in legal contexts: Are courts keeping ‘junk science’ out of the courtroom? Psychological Science in the Public Interest: A Journal of the American Psychological Society, 20(3), 135-164. https://doi.org/10.1177/1529100619888860
Singh, J.P., Desmarais, S.L., Hurducas, C., Arbach-Lucioni, K., Condemarin, C., Dean, K., Doyle, M., Folino, J.O., Godoy-Cervera, V., Grann, M., Ho, R.M.Y., Large, M.M., Nielsen, L.H., Pham, T.H., Rebocho, M.F., Reeves, K.A., Rettenberger, M., Ruiter, C. de, Seewald, K., & Otto, R.K. (2014). International perspectives on the practical application of violence risk assessment: A global survey of 44 countries. The International Journal of Forensic Mental Health, 13(3), 193-206. https://doi.org/10.1080/14999013.2014.922141
Vogel, V. de, De Beuf, T.L.F., Shepherd, S., & Schneider, R.D. (2021). Violence risk assessment with the HCR-20V3 in legal contexts: A critical reflection. Journal of Personality Assessment, 104(2), 252-264. https://doi.org/10.1080/00223891.2021.2021925
-
1 Het betreft de volgende instrumenten: Evaluation of Competence to Stand Trial–Revised (ECST-R), Competence Assessment for Standing Trial for Defendants with Mental Retardation (CAST_MR), Historical Clinical Risk Management-20 Version 3 (HCR-30 V3), MacArthur Competence Assessment Tool-Criminal Adjudication (MacCAT-CA), Millon Adolescent Clinical Inventory (MACI-II), Millon Clinical Multiaxial Inventory-IV (MCMI-IV), Minnesota Multiphasic Personality Inventory-3 (MMPI-3), Personality Assessment Inventory (PAI) en PAI-Adolescent (PAI-A), Psychopathy Checklist-Revised (PCL-R), Rorschach and Rorschach Performance Assessment System (R-PAS), Structured Interview of Reported Symptoms-2 (SIRS-2), Trauma Symptom Inventory (TSI) en TSI-2.
Psychologische instrumenten worden regelmatig gebruikt in de rechtbank om beeldvorming en besluitvorming te ondersteunen. Veel van deze instrumenten zijn echter oorspronkelijk niet ontwikkeld voor gebruik binnen deze context, wat vragen oproept over de validiteit en betrouwbaarheid van de uitkomsten. Wat weten we eigenlijk over de toepassing van psychologische instrumenten in de juridische context?