Secundaire profiteurs van witwassen
Witwassen blijft een onverminderd actueel thema binnen de strafrechtspleging en de criminologie.1x Zie recent E.W. Kruisbergen, ‘Het witwassen van criminele winsten. Over feiten, fabels en vragen die je eigenlijk (nog) niet zou moeten stellen’, JV 2022, afl. 4, p. 47-68. De grote bedragen die veelal omgaan bij de (georganiseerde) misdaad, maken witwassen een cruciaal onderdeel van het kunnen profiteren van de opbrengst van misdrijven. Om dit fenomeen zo snel en effectief mogelijk aan te pakken, kennen de diverse delictsomschrijvingen van witwassen (zie artikel 420bis e.v. Sr), een ruim bereik (zeker alle bepalingen naast elkaar gelegd). Tel daarbij op dat de mogelijkheden voor het afpakken van uit enig misdrijf afkomstig voorwerp eveneens talrijk zijn (denk aan de (afroom)boete, verbeurdverklaring en ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel). Per saldo ontkomen personen betrokken bij ‘foute’ voorwerpen c.q. geld, niet snel hun verdiende loon. Zo is met eenvoudig witwassen het net volledig gespannen, in het bijzonder rondom aangetroffen contant geld. En dan moet het confisqueren van – kort gezegd – onbeheerde voorwerpen via een civiele procedure nog ingevoerd worden.2x Voorstel van wet houdende regels omtrent de confiscatie van goederen met een criminele herkomst (Wet confiscatie criminele goederen), 2 december 2022. De keten van witwashandelingen kan zo in een vroeg stadium worden doorbroken.
We denken bij witwassen volgens mij vaak aan de grote drugsbaronnen, pakhuizen vol met geld en facilitators (zoals bankiers, boekhouders, advocaten en katvangers). Maar dichter bij huis zijn er ook de personen rondom een (grote) crimineel die profiteren van diens criminaliteit en navenante vermogen. Denk dan aan het zogeheten ‘gangsterliefje’ – al zal die term in het huidige tijdperk niet meer gangbaar (mogen) zijn.3x W.J. Joachems, ‘“Gangsterliefje” voor witwassen de cel in en ook kaalgeplukt’, Omroep Brabant 10 augustus 2017. Het zal criminelen te doen zijn om in hun onderhoud te voorzien door middel van misdaad, om zo ‘snel’ geld te verdienen. Dat geld is evenwel natuurlijk ook een manier om status in familie- en vriendenkringen te verkrijgen. Met het foute geld kunnen grote huizen, dure auto’s en boten, verre vakanties en sieraden en dergelijke worden aangeschaft. Daarvan kunnen ook familie en vrienden profiteren. Het is de vraag wat dit ‘thuisfront’ aan eventuele straffen te wachten staat.
In de Oriëntatiepunten voor straftoemeting en LOVS-afspraken valt witwassen onder fraude en wordt dit niet specifiek op voormelde situatie betrokken. In dat verband is het interessant dat in de Richtlijn voor strafvordering witwassen nadrukkelijk ‘de partner van’ een plek heeft gekregen voor gestandaardiseerde bestraffing.4x Stcrt. 2021, 44192. De partner van wordt gelijkelijk behandeld als ‘degene die een voorwerp, afkomstig van misdrijf, witwast (voorbeeld: grote contante geldbedragen die worden aangetroffen bij een persoon die te relateren is aan het plegen van strafbare feiten)’. In ieder geval bij opzetwitwassen. Bij schuldwitwassen wordt het gehanteerde tarief daarentegen gehalveerd en gemaximeerd op twee jaar gevangenisstraf. Wie de tarieven bekijkt, ziet dat deze al snel oplopen en (kunnen) uitmonden in forse onvoorwaardelijke gevangenisstraffen.
Er zijn zeker voorbeelden te vinden van onvoorwaardelijke straffen voor partners van de grondmisdadiger.5x Hof Amsterdam 16 februari 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:339. Maar er zijn ook voorbeelden te vinden waarin de soep voor de eega van de gangster bij lange na niet zo heet gegeten wordt als de Richtlijn zou willen doen geloven. In dat verband viel mijn oog op een interessante uitspraak van de Hoge Raad.6x HR 11 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1037, JIN 2023/144, m.nt. C. van Oort. Zie vooral Conclusie A-G Harteveld 1 juni 2023, ECLI:NL:PHR:2023:534. In die zaak was de partner van een doorgewinterde fraudeur veroordeeld voor twee verwijten van schuldwitwassen. Het eerste verwijt betrof culpoos witwassen van bedragen die zij kreeg voor het verbouwen en opknappen van haar woning (de verbouwing had ruim € 100.000 gekost). Het tweede verwijt hield in dat haar partner geld stortte op haar rekening (ad € 56.000), terwijl zij redelijkerwijs moest vermoeden dat die geldbedragen geheel of gedeeltelijk – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf. Zij kreeg uiteindelijk een taakstraf voor de duur van 120 uur, met de volgende kernoverweging:
‘De verdachte heeft zich gedurende enkele jaren schuldig gemaakt aan het voordeel trekken uit de opbrengsten van misdrijven en aan het schuldwitwassen van geldbedragen. Daarmee heeft de verdachte ervan blijk gegeven niet te schromen te profiteren van de misdrijven van een ander. Het laakbare van heling en schuldwitwassen zoals aan de orde in de onderhavige zaak, schuilt in de begunstigende werking daarvan ten opzichte van andere misdrijven. Met gedrag zoals hier is bewezen verklaard wordt immers een prikkel gegeven tot het plegen van die misdrijven. Het hof neemt de verdachte kwalijk dat zij op die manier heeft bijgedragen aan het in stand houden van misdaad. Verder weegt het hof in het nadeel van de verdachte mee dat het om grote geldbedragen gaat. [medeverdachte] heeft de verdachte over de bewezen verklaarde periode ongeveer € 56.000,- betaald en uit het dossier volgt verder dat de aan de woning van de verdachte verrichte verbouwingen ruim € 100.000,- hebben gekost. Eén en ander leidt tot de conclusie dat in het onderhavige geval de oplegging van een flinke taakstraf op haar plaats is.’ 7x Hof Amsterdam 21 februari 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:500.
Maar één blik op de voormelde aanwijzing (en de Oriëntatiepunten voor straftoemeting en LOVS-afspraken) leert dat dit alleszins mild te noemen is.8x Dat geldt ook voor bijvoorbeeld Hof Amsterdam 16 februari 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:339, waarin een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en een taakstraf van 160 uur werd opgelegd. De eis was nog lager. Nu een bedrag van circa € 37.500 (mede) was witgewassen, had (een eis van) een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van tussen de acht weken en vier maanden mogen worden verwacht. Dat geldt ook voor de eis van de advocaat-generaal, die naast de taakstraf ook nog zes maanden voorwaardelijke gevangenisstraf vorderde. Uit de aanwijzing volgt namelijk dat voor het schuldwitwassen van (opgeteld) meer dan € 150.000 een gevangenisstraf van vijf maanden aangewezen is. Als daadkrachtig optreden tegen witwassen aangewezen is, dan zou de kring rondom de oorspronkelijke crimineel wellicht niet met fluwelen handschoenen aangepakt moeten worden. Drie volle werkweken schoffelen ligt in mijn ogen behoorlijk ver van vijf maanden brommen. Wie minst genomen op zijn/haar klompen kan aanvoelen dat het fout geld betreft, moet zich daarmee niet inlaten. Wie zich laat verblinden door de (luxe) mogelijkheden die door criminelen worden geboden, zal ook op de blaren moeten zitten. Zo komt degene die de grondmisdrijven pleegt, sociaal geïsoleerder te staan en kan hij minder de leenheer uithangen voor familie en vrienden. Fout geld hebben wordt dan een stukje minder aantrekkelijk.
Noten
-
1 Zie recent E.W. Kruisbergen, ‘Het witwassen van criminele winsten. Over feiten, fabels en vragen die je eigenlijk (nog) niet zou moeten stellen’, JV 2022, afl. 4, p. 47-68.
-
2 Voorstel van wet houdende regels omtrent de confiscatie van goederen met een criminele herkomst (Wet confiscatie criminele goederen), 2 december 2022.
-
3 W.J. Joachems, ‘“Gangsterliefje” voor witwassen de cel in en ook kaalgeplukt’, Omroep Brabant 10 augustus 2017.
-
4 Stcrt. 2021, 44192.
-
5 Hof Amsterdam 16 februari 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:339.
-
6 HR 11 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1037, JIN 2023/144, m.nt. C. van Oort. Zie vooral Conclusie A-G Harteveld 1 juni 2023, ECLI:NL:PHR:2023:534.
-
7 Hof Amsterdam 21 februari 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:500.
-
8 Dat geldt ook voor bijvoorbeeld Hof Amsterdam 16 februari 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:339, waarin een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en een taakstraf van 160 uur werd opgelegd. De eis was nog lager. Nu een bedrag van circa € 37.500 (mede) was witgewassen, had (een eis van) een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van tussen de acht weken en vier maanden mogen worden verwacht.