In het verband van de aanpak van ondermijnende misdaad zal de sluitingsbevoegdheid, die is neergelegd in artikel 174a, eerste lid, Gemeentewet, worden uitgebreid met twee nieuwe sluitingsgronden. Op deze wijze kunnen woningen ook worden gesloten indien de openbare orde door ernstig geweld of geweld wordt verstoord. Hoe moet deze uitbreiding worden aangemerkt? Is het vooral een instrument voor de burgemeester als openbare-ordehandhaver of als sheriff? In dit redactioneel wordt betoogd om een wettelijke taak voor de burgemeester in de bestuurlijke aanpak van misdaad te ontwikkelen. |
Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving
Meer op het gebied van Strafrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
De uitbreiding van de sluitingsbevoegdheid in artikel 174a Gemeentewet en de taak van de burgemeester als sheriff |
Trefwoorden | burgemeester, openbare orde, handhaving, bestuursstrafrecht, sheriff |
Auteurs | Mr. dr. drs. B. van der Vorm |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Cassatie in Caribische strafzakenOpmerkelijke cassatietechnische verschillen tussen het Nederlandse en het Caribische strafprocesrecht |
Trefwoorden | cassatie, Caribische strafzaken, exequatur, verstek, rijkswet |
Auteurs | Mr. S. van den Akker |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage gaat de auteur in op de (cassatietechnische) verschillen in het strafprocesrecht tussen de Cariben en Nederland. Die verschillen worden vanuit het perspectief van de cassatieadvocaat kritisch beschouwd in het licht van het concordantiebeginsel en het EVRM. De auteur is van mening dat er voor de Hoge Raad een taak is weggelegd met betrekking tot de interpretatie van het Caribische verstekbegrip in het licht van het concordantiebeginsel. Daarbij is voor de Antilliaanse wetgever de taak weggelegd om diens omissie te herstellen door beroep in cassatie open te stellen in exequaturzaken. |
Artikel |
De overtredingen betreffende de veldpolitie: overheveling naar het bestuursrecht? |
Trefwoorden | keuzefactoren, boetestelsels, overtredingen, bestuursstrafrecht, handhaving |
Auteurs | Mr. dr. drs. B. van der Vorm |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Titel VII van het Derde Boek van het Wetboek van Strafrecht zijn de overtredingen betreffende de veldpolitie neergelegd. De meeste van deze strafbepalingen, met uitzondering van het bekende artikel 461 Sr, hebben een exotisch en niet-alledaags karakter. De handhaving van deze delicten geschiedt thans door bijzondere opsporingsambtenaren. Een toetsing aan de keuzefactoren, zoals deze zijn geformuleerd in het Nader rapport bestuurlijke boetestelsels en het Integraal afwegingskader, laat zien dat de artikelen 458, 459 en 460 Sr in aanmerking kunnen komen om te worden overgeheveld naar het bestuursrecht. Dit geldt niet voor het bekende artikel 461 Sr. |
Artikel |
Een analyse aan de hand van het faillissementsstrafrecht van de strafrechtelijke risico’s voor ondernemers ten tijde van de coronacrisis |
Trefwoorden | faillissementsfraude, coronacrisis, NOW, TOZO, TOGS, bankbreuk, subsidie |
Auteurs | Mr. S.B. Oosterhof en Mr. F.A. Dudok van Heel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ondernemers die financieel werden getroffen door de gevolgen van de coronacrisis konden vanaf april 2020 aanspraak maken op diverse financiële steunmaatregelen van de overheid. De regering kondigde direct aan hard te zullen optreden tegen misbruik van deze noodmaatregelen. In dit artikel worden op grond van het faillissementsstrafrecht de risico’s geanalyseerd voor ondernemers en ondernemingen die, ondanks aan hen uitgekeerde noodsteun, failliet worden verklaard. |
Trending Topics |
Knevelarij in de toeslagenaffaire? |
Trefwoorden | Knevelarij, Toeslagenaffaire, Belastingdienst, Integriteit, Corruptie |
Auteurs | Mr. dr. E. Sikkema |
SamenvattingAuteursinformatie |
De toeslagenaffaire laat zien dat de mogelijkheid van strafvervolging van individuele ambtenaren wegens knevelarij in de praktijk in beeld kan komen. In deze bijdrage wordt helderheid verschaft over de reikwijdte en betekenis van de strafbaarstelling van knevelarij. Het strafrechtelijke onderzoek dat naar aanleiding van de aangifte door het ministerie is ingesteld, zal moeten uitwijzen of er in de toeslagenaffaire inderdaad sprake is geweest van knevelarij. Veel zal daarbij afhangen van het antwoord op de vragen of en in hoeverre – en op welk moment – individuele ambtenaren van het onverschuldigde karakter van de teruggevorderde bedragen op de hoogte waren. |
Jurisprudentie |
Het verschoningsrecht van de rechtspersoon |
Trefwoorden | Verschoningsrecht, Interne onderzoeken, Waiver doctrine, Advocaten, Enquêterecht |
Auteurs | Mr. J. Boonstra-Verhaert |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan wie het verschoningsrecht toekomt, welke informatie in beginsel onder het verschoningsrecht valt en wie zich op het verschoningsrecht kan beroepen, is recent door de Hoge Raad in civilibus verduidelijkt in het kader van het onderzoek van de Ondernemingskamer inzake SNS Reaal c.s. De Hoge Raad heeft bepaald dat aan de rechtspersoon die zich tot een advocaat of notaris heeft gewend geen afgeleid verschoningsrecht toekomt. De rechtspersoon kan wel een gerechtvaardigd belang hebben om te weigeren mee te werken aan een onderzoek. In dat geval kan ‘de rechtspersoon zich ook op de vertrouwelijkheid van de met de advocaat of notaris uitgewisselde informatie beroepen, indien de advocaat of notaris zich ter zake van deze informatie niet op het verschoningsrecht beroept’. Ook notulen en bestuursbesluiten kunnen informatie bevatten die onder het verschoningsrecht valt. Dit geldt eveneens voor informatie die door de rechtspersoon met derden, zoals in dit geval DNB en het ministerie van Financiën, is uitgewisseld. |
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtEerste helft 2020 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), Mr. J. Boonstra-Verhaert, Mr. dr. S.S. Buisman e.a. |