De interne onderzoekspraktijk in Nederland is de afgelopen jaren niet onbesproken geweest, in het bijzonder daar waar de onderzoeken door advocaten worden uitgevoerd. In dit redactioneel wordt een korte update gegeven van de voornaamste thema’s en wordt kort vooruitgeblikt naar de interne onderzoekspraktijk na COVID-19. Wat gaan de toezichthouders doen? Zijn er nieuwe thema’s en wordt compliance binnen bedrijven aangescherpt? |
Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving
Meer op het gebied van Strafrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Intern onderzoek in crisistijd – waar staan we nu en hoe verder? |
Trefwoorden | intern onderzoek, verschoningsrecht, normenkader, compliance, handhaving |
Auteurs | Mr. V.S.Y. Liem |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Medewerking door ondernemingen aan een strafrechtelijk onderzoekNopen nieuwe ontwikkelingen tot invoering van Nederlands beleid voor interne onderzoeken? |
Trefwoorden | interne onderzoeken, zelfmelding, medewerking, corruptie, transactie |
Auteurs | Mr. M. Velthuis |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Nederland is in 2019 hernieuwde aandacht ontstaan voor de interne onderzoekspraktijk, waaruit blijkt dat zowel de minister als het OM en de FIOD positief staan tegenover de interne onderzoekspraktijk. In het artikel pleit de auteur om Nederlands beleid te ontwikkelen met daarin incentives voor ondernemingen om deze vorm van medewerking te stimuleren. Tevens onderzoekt de auteur de noodzaak om de rechten van betrokkenen in het interne onderzoek vast te leggen. De auteur concludeert dat het aangewezen lijkt aan te sluiten bij de praktijk zoals ontwikkeld in de VS, waarbij in het geval van sturing door de autoriteiten aan het interne onderzoek onder dwang afgelegde verklaringen niet tegen de betrokkene mogen worden gebruikt in een strafrechtelijke procedure. |
Artikel |
Mogelijkheden voor het beter waarborgen van het verschoningsrecht door beheerst gebruik van machine learning |
Trefwoorden | verschoningsrecht, eDiscovery, inbeslagneming, geheimhoudersofficier |
Auteurs | H.B.J. Sluijsmans MSc en Mr. V.J.C. de Bruijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
Opsporingsdiensten moeten vaak geheimhouderstukken filteren uit grote hoeveelheden data. Auteurs bespreken de uitgangspunten en relevante opsporingsbelangen bij een dergelijke ‘schoning’. Artikel 98 Sv en artikel 126aa Sv vullen die uitgangspunten en belangen verschillend in. Machine learning is in staat om op basis van objectief gekozen startsets de schoning (deels) geautomatiseerd uit te voeren. Deze methode voorkomt dat opsporingsambtenaren onnodig kennisnemen van de inhoud van geheimhouderstukken en zorgt dat het opsporingsonderzoek niet onnodig vertraagt. Auteurs presenteren de eerste resultaten van een dergelijke schoning in Nederland, en bespreken hoe machine learning ook in het huidig wettelijk kader kan worden ingepast. |
Artikel |
Interviews in interne onderzoeken vanuit advocatuurlijk perspectief |
Trefwoorden | interviews, intern onderzoek, interviewtechniek, strategie, werknemers |
Auteurs | Mr. D. Emmelkamp |
SamenvattingAuteursinformatie |
In praktisch ieder intern onderzoek rijst de vraag of interviews met werknemers moeten worden gehouden. Dat is begrijpelijk. Interviews zijn een van de meest krachtige instrumenten in de gereedschapskist van onderzoekende advocaten. Tegelijkertijd kleven aan interviews de nodige nadelen en zijn zij niet zonder risico’s voor het onderzoek. Een doordachte voorbereiding en uitvoer zijn cruciaal om de risico’s te minimaliseren en de waarde van interviews te maximaliseren. Strategie, ethiek en techniek staan daarbij centraal. |
Artikel |
‘Private enforcement’ van nalatigheid bij financieel-economische criminaliteit |
Trefwoorden | financieel-economische criminaliteit, private enforcement, aansprakelijkheid, nalatigheid, risicomanagement |
Auteurs | F.J. Erkens FFE MEWI LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
Nederland heeft, net als ieder ander land, groot belang bij goed werkende, gereguleerde handelsplatformen. De aantrekkelijkheid van handelsplatformen is mede afhankelijk van de kwaliteit van ‘public and private enforcement’ en juridische mogelijkheden om geschillen te beslechten. De afgelopen periode hebben grote Nederlandse ondernemingen de voorpagina’s van de kranten gehaald door hun (mogelijke) betrokkenheid bij financieel-economische criminaliteit. In deze bijdrage wordt de vraag beantwoord of ‘private enforcement’ van financieel-economische criminaliteit bij ondernemingen wel voldoende resultaat kan opleveren om effectief te zijn en om benadeelde partijen te ondersteunen bij het verhalen van hun schade. |
Artikel |
Rare jongens die strafrechtelijke beginselenDe invloed van het strafrecht op het mededingingsrecht |
Trefwoorden | fundamentele rechten, mededingingsrecht, ne bis in idem, rechtszekerheid, lex mitior |
Auteurs | Mr. dr. J.M. Veenbrink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het mededingingsrecht is veel discussie over de waarborgen die van toepassing zijn. Zo beargumenteren ondernemingen vaak dat mededingingsautoriteiten hun fundamentele rechten hebben geschonden. Het is dan aan de rechters om te bepalen of dit inderdaad het geval is. In dit artikel wordt gekeken of er bij de ontwikkeling van deze waarborgen inspiratie wordt gehaald uit het strafrecht. |
Jurisprudentie |
Het gebruik van een onderzoeksprotocol en de rol van de advocaat bij intern onderzoek nader bezienNoot bij ECLI:NL:TAHVD:2019:181 |
Trefwoorden | onderzoeksprotocol, intern onderzoek, feitenonderzoek, hoor, wederhoor |
Auteurs | Mr. J.C.G.T. Starmans en Mr. V.S.Y. Liem |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze noot bij de uitspraak van het Hof van Discipline ’s-Hertogenbosch van 4 november 2019 wordt ingegaan op de normering die de tuchtrechter hanteert bij het oordelen over het handelen van een advocaat die feitenonderzoek verricht en werkzaam is voor een kantoor dat een onderzoeksprotocol heeft opgesteld. |
Jurisprudentie |
De reikwijdte van de term ‘opzettelijk’ in artikel 2 lid 1 Wet op de economische delictenNoot bij ECLI:NL:GHARL:2019:7797 |
Trefwoorden | Opzettelijk, subjectieve bestanddelen, artikel 2 lid 1 WED, Arbeidsomstandighedenwet, wist of redelijkerwijs had moeten weten |
Auteurs | Mr. dr. I.M. Koopmans MSHE |
SamenvattingAuteursinformatie |
In een arrest van september 2019 koppelt het Hof Arnhem de ‘wist-variant’ van de ten laste gelegde gevaarzetting aan de vraag of sprake is van opzettelijke overtreding van artikel 32 Arbeidsomstandighedenwet. Het hof spreekt vrij van die wetenschap en tegelijk daarmee ook van opzettelijke overtreding van artikel 32 Arbeidsomstandighedenwet. Vervolgens wordt slechts de overtredingsvariant bewezen geacht. In deze bijdrage zal worden uiteengezet waarom het hof hiermee de systematiek die ten grondslag ligt aan de Wet op de economische delicten (WED) miskent. |
Naschrift |
Naschrift bij ‘Het belang van privacy in het strafrecht’ |
Trefwoorden | privacy, rechterlijke taken, Autoriteit Persoonsgegevens, toezicht, rechtspraak |
Auteurs | Mr. P.C. Peterson |
SamenvattingAuteursinformatie |
De openbaarheid van rechtspraak is een fundamentele pijler van de democratische rechtsstaat. Daar staat tegenover dat een verdachte of veroordeelde grote waarde hecht aan anonimiteit in het strafproces. Gerechten dienen bij de publicatie van strafrechtelijke informatie deze anonimiteit te waarborgen. Maar hoe is het toezicht hierop geregeld? Wat gebeurt er als bij het beschikbaar stellen van informatie over gerechtelijke (straf)zaken de Algemene verordening gegevensbescherming of de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens wordt geschonden? Is de Autoriteit Persoonsgegevens bevoegd een boete op te leggen? In dit naschrijft bij het artikel ‘Het belang van privacy in het strafrecht’ worden deze vragen beantwoord. |