In dit redactioneel worden de nieuwe ATV-richtlijnen voor vervolging van fiscale delicten en douanedelicten van Curaçao besproken. Het valt op dat deze ATV-richtlijnen de ontwikkelingen die hebben geleid tot het huidige AAFD-protocol in Nederland niet hebben gevolgd. Niettemin vormen deze richtlijnen recht in de zin van artikel 79 RO en kan in een strafrechtelijke vervolging om opheldering worden gevraagd als deze richtlijnen niet lijken te zijn gevolgd. |
Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving
Meer op het gebied van Strafrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Déjà vu |
Trefwoorden | ATV-richtlijnen, protocol AAFD, recht in de zin van artikel 79 RO, Curaçao, niet-ontvankelijkheid OM |
Auteurs | Mr. A.A. Feenstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Strafzaken in het overzeese deel van het KoninkrijkEnkele praktische aspecten en verschillen met Nederland |
Trefwoorden | verlofstelsel, Gemeenschappelijk Hof van Justitie, Gerecht in eerste aanleg, Hoger beroep, herziening |
Auteurs | Prof. mr. dr. G.G.J.A. Knoops |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Nederlandse advocaat die in het overzeese deel van het Koninkrijk wil optreden en daarvoor verlof heeft gekregen van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, ziet zich gesteld voor een aantal juridische en praktische verschillen tussen de rechtsgang aldaar en hier in Nederland. In dit artikel zijn daarvan enkele voorbeelden gegeven, maar er bestaan uiteraard nog meer verschillen die van belang zijn voor het voeren van de verdediging. Het is dan ook van belang dat de Nederlandse advocaat die in het overzeese deel van het Koninkrijk gaat optreden, zich van tevoren terdege vergewist van deze verschillen en op dit gebied zal samenwerken met een lokale advocaat. |
Artikel |
Wegwijs door het Caribisch fiscaal strafrechtThe game is changing |
Trefwoorden | Belastingfraude, Fiscaal strafrecht, Pleitbaar standpunt, ATV-richtlijnen, opzet |
Auteurs | Mr. K.M.G. Demandt |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de Cariben is het fiscale strafrecht volop in ontwikkeling. Zo zijn de bevoegdheidsverdeling tussen het Openbaar Ministerie en de Belastingdienst en de inkeerregeling als vervolgingsuitsluitingsgrond onderwerpen die steeds meer aan bod komen. Ook een beroep op het pleitbaar standpunt doet zijn intrede in het Caribische fiscale strafrecht. In dit artikel wordt ingegaan op de ontwikkelingen die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan. |
Artikel |
Wetgeving straf- en strafprocesrecht in Aruba, Curaçao en Sint Maarten |
Trefwoorden | Caribisch, Antillen, Wetgeving, Strafrecht, Strafprocesrecht |
Auteurs | Mr. J.H.J. Verbaan en mr. B.A. Salverda |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de voormalige Nederlandse Antillen en Aruba is al enige tijd een herziening gaande van het straf- en strafprocesrecht. Onlangs is door de commissie herziening Wetboek van Strafvordering een vernieuwd concept aangeboden aan de ministers van Justitie van Aruba, Curaçao en Sint Maarten. In dit artikel wordt de huidige stand van zaken van de strafwetgeving en de wetgeving op het gebied van het strafprocesrecht weergegeven. In het artikel is betoogd een snelle invoering van het vernieuwde strafprocesrecht wenselijk en noodzakelijk is. Ook voor de invoering van het strafprocesrecht geldt het beginsel ‘lites finiri oportet’. |
Artikel |
Bada Bing Bada BoomOverpeinzingen over omkoping en belastingfraude in het Caribische deel van het Koninkrijk |
Trefwoorden | Ambtelijke omkoping, Belastingfraude, Una via, Ne bis in idem |
Auteurs | Mr. K.M.G. Demandt en Mr. M. Coenen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het onderzoek Bada Bing worden een parlementariër en de eigenaar van een bordeel veroordeeld voor ambtelijke omkoping. De eigenaar wordt tevens veroordeeld voor belastingfraude. In deze bijdrage gaan wij nader in op een aantal aspecten dat in deze zaken aan de orde was. Daarbij hebben we ons beperkt tot de invulling van de omkoping in de zaak van de parlementariër en de formele aspecten die speelden bij de belastingfraude. Deze aspecten springen het meest in het oog gezien de overeenkomsten en verschillen met de Nederlandse (fiscale) strafrechtspleging. |
Artikel |
Buitengerechtelijke afdoening van financieel-economische strafzaken op Curaçao |
Trefwoorden | Buitengerechtelijke afdoening, Transactie, Curaçao, Openbaar Ministerie, Fraudezaken |
Auteurs | Mr. D.S. Schreuders en mr. N. Van der Voort |
SamenvattingAuteursinformatie |
Transacties met het OM in financieel-economische en fraudezaken op Curaçao volgen grotendeels dezelfde procedure als Nederlandse strafzaken op het gebied van fraude en kennen dezelfde uitgangspunten en kenmerken. Toch zijn er ook verschillen tussen de transactieregelingen in Nederland en in Curaçao. In deze bijdrage wordt een beschrijving gegeven van de wijze van afdoening buiten de rechter om van financieel-economische strafzaken en fraudezaken, zoals die op Curaçao plaats kan vinden. Het artikel beoogt tevens (mede op basis van praktijkervaringen) inzicht te geven in dit sluitstuk van de strafrechtspleging vanuit een rechtsvergelijkend perspectief ten opzichte van Nederland. Met het oog op het komende Caribische Wetboek van Strafvordering en de modernisering van het Nederlandse Wetboek van Strafvordering is het immers buitengewoon interessant om de verdere ontwikkelingen in de schikkingspraktijk van het OM Curaçao en de overige overzeese gebiedsdelen de komende tijd scherp in de gaten te houden. |
Artikel |
Overbrugging van procedurele breuklijnen bij een integrale aanpak van criminaliteit |
Trefwoorden | (de keuze voor een) handhavingsstelsel, ne bis in idem, Integrale aanpak, Bewijsvergaring, vormverzuimen |
Auteurs | Prof. mr. dr. M.F.H. Hirsch Ballin |
SamenvattingAuteursinformatie |
De overheid zet in op een ‘integrale aanpak’ van ondermijning, terrorisme, cybercrime en financieel-economische criminaliteit. Die integrale aanpak heeft ook belangrijke procedurele gevolgen. Tegelijkertijd of achtereenvolgens worden bevoegdheden ingezet die worden genormeerd in verschillende rechtsgebieden. Het door deze bevoegdheden vergaarde materiaal wordt bovendien onderling gedeeld en gebruikt voor andere bevoegdheden. Door de betrokkenheid van meerdere rechtsgebieden en door die rechtsgebieden gescheiden te blijven benaderen, is sprake van procedurele breuklijnen die af doen aan daadwerkelijke integratie en aan de waarborgfunctie van het recht. Niet een duidelijkere keuze tussen handhavingsstelsels is de route naar overbrugging, maar het bereiken van overeenstemming over de grondbeginselen die aan de normering ten grondslag liggen. |
Artikel |
Geef mij toegang tot uw smartphone!Een zoektocht naar de wettelijke grondslag van de gedwongen biometrische ontgrendeling van de smartphone |
Trefwoorden | Smartphone, (biometrische) ontgrendeling, Legaliteitsbeginsel, Privacy, Vingerafdruk |
Auteurs | Mr. W. Albers, Mr. T. Beekhuis en Mr. C.M. Taylor Parkins-Ozephius |
SamenvattingAuteursinformatie |
Uit een aantal vonnissen blijkt dat rechters zoekende zijn naar de wettelijke grondslag voor de gedwongen biometrische ontgrendeling van een smartphone. Zo worden de artikelen 3 Pw en 141/142 Sv, artikel 94 Sv e.v. en artikel 61a Sv genoemd. Deze bijdrage gaat nader in op deze bepalingen om inzicht te geven, mede in het licht van artikel 1 Sv en artikel 8 EVRM, in de zoektocht van de rechters. Gepoogd wordt een antwoord te geven op de vraag welke de meest aangewezen grondslag is voor deze wijze van ontgrendeling. |
Column |
Geen bancair klantonderzoek op verzoek van het OMAandachtspunten voor een vrijwaring voor het niet-naleven van de wet |
Trefwoorden | Wwft, Klantonderzoek, Vertrouwensbeginsel, Bank, Vrijwaring |
Auteurs | Mr. S.J. Lopik en Mr. J.R. Kramer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het OM verzoekt banken steeds vaker om geen klantonderzoekshandelingen, ook wel know your customer- of KYC-handelingen, ten opzichte van een bepaalde klant te verrichten. Dergelijke handelingen zouden in bepaalde gevallen namelijk schadelijk kunnen zijn voor het strafrechtelijk onderzoek. Als een bank bereid is om aan zo’n verzoek van het OM mee te werken, loopt die bank verschillende risico’s op strafrechtelijke aansprakelijkheid. Het OM kan deze risico’s afdekken door de bank hiervoor strafrechtelijk te vrijwaren. In de praktijk neemt het uitonderhandelen van de vrijwaringstekst nog vaak veel tijd in beslag. Een standaardvrijwaring zou dit probleem oplossen. |
Column |
Het verschoningsrecht in fraudezakenEen fundamenteel rechtsbeginsel als heet hangijzer? |
Trefwoorden | Verschoningsrecht, Privilege, Geheimhouding, Onderzoek, Handhaving |
Auteurs | Mr. A.B.W. Biesheuvel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het verschoningsrecht in Nederland, met name in fraudezaken, is al jaren onderwerp van discussie. Recent kreeg het debat een nieuwe wending met een oproep van het OM en de FIOD tot effectievere procedures. Deze bijdrage bespreekt die oproep, de (eerste) reacties daarop vanuit advocatuur en wetenschap en de mening van de auteur. |
Trending Topics |
De kosten van rechtsbijstand ex artikel 591a Sv in perspectief |
Trefwoorden | 591a sv, Schadevergoeding, Vrijspraak, Forfaitaire vergoeding |
Auteurs | Mr. dr. I.M. Koopmans MSHE |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hoeveel mag de verdediging in strafzaken kosten? En maakt het daarbij uit wie de verdachte is? Het lijkt er wel op en de vraag is of dat zo moet blijven. |
Jurisprudentie |
De evenredigheidstoetsing van de Wet Bibob: wie het meerdere mag, mag ook het mindere?Noot bij ECLI:NL:RVS:2019:350 |
Trefwoorden | Wet Bibob, Evenredigheidstoetsing, Omgevingsvergunning, Bestuursstrafrecht, Bestuurlijk sanctierecht |
Auteurs | Mr. dr. drs. B. van der Vorm |
SamenvattingAuteursinformatie |
Door het college van gedeputeerde staten van Groningen is een advies aangevraagd bij het Landelijk Bureau Bibob. Op grond hiervan wordt de omgevingsvergunning verleend voor de duur van vijf jaren. De Afdeling overweegt dat deze vergunningverlening voor de duur van vijf jaren in strijd is met de voorgeschreven evenredigheidstoetsing van artikel 3, vijfde lid, Wet Bibob. |
Jurisprudentie |
Kroniek OndernemingsstrafrechtEerste helft 2019 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, mr. A.C.M. Klaasse e.a. |
Samenvatting |
|