ALGEMENE MEDEDELING

In de loop van januari 2025 wordt deze online omgeving geïntegreerd in Boomportaal (www.boomportaal.nl), waarna deze omgeving wordt opgeheven. Vanaf dat moment linkt deze URL automatisch door naar Boomportaal.

DOI: 10.5553/SJB/056266842023060003024

Surinaams JuristenbladAccess_open

Jurisprudentie

Vonnis in kort geding Kantongerecht in het Eerste Kanton 27 maart 2023, CIVAR no. 202300575

O., B. ca Bank N.V. (verbod openbare veiling)

DOI
Toon PDF Toon volledige grootte
Statistiek Citeerwijze
Dit artikel is 11 keer geraadpleegd.
Dit artikel is 8 keer gedownload.
Aanbevolen citeerwijze bij dit artikel
, 'Vonnis in kort geding Kantongerecht in het Eerste Kanton 27 maart 2023, CIVAR no. 202300575', Surinaams Juristenblad Aflevering 3 2023, DOI: 10.5553/SJB/056266842023060003024

Dit artikel wordt geciteerd in

      Zowel in conventie als reconventie is de bank in het ongelijk gesteld. De bank heeft misbruik gemaakt van het executierecht en verbiedt deze om over te gaan tot de openbare veiling.

      Kantongerecht in het Eerste Kanton
      27 maart 2023
      CIVAR 202300575

      Vonnis in kort geding in de zaak van:
      A. O, B. K.,
      B. M, M. F.,
      C. Stichting H., eisers A en B wonende aan de …straat no. 8 en eiseres sub C gevestigd aan de straat no. 8 te Paramaribo, eisers in conventie, tevens gedaagden in reconventie, hierna gezamenlijk te noemen: O. c.s en afzonderlijk als respectievelijk O., M. en de Stichting, gemachtigde: mr. U. Kerssenberg, advocaat,
      tegen
      Surichange Bank N.V., gevestigd en kantoorhoudende aan de dr. Sophie Redmondstraat no. 71 te Paramaribo, gedaagde in conventie, tevens eiseres in reconventie hierna te noemen: de Bank, gemachtigde: mr. drs. S. Boedhoe, advocaat.

      1. Het verloop van het proces

      In reconventie en reconventie
      1.1. Dit blijkt uit de volgende processtukken en -handelingen:
      – het inleidend verzoekschrift dat met de producties op 14 februari 2023 op de Griffie der Kantongerechten is ingediend;
      – de conclusie van eis d.d. 23 februari 2023;
      – de conclusie van antwoord en eis in reconventie, met producties;
      – de conclusie van repliek in conventie en antwoord in reconventie, met producties;
      – de conclusie van dupliek in conventie en repliek in reconventie, met producties;
      – de conclusie van dupliek in reconventie.
      1.2. De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.

      2. De feiten in conventie en reconventie
      2.1. O. en M. hebben op 02 juli 2010 een krediethypotheekovereenkomst tot een bedrag van bedrag ad € 143.750 met de Bank gesloten en is vanwege deze overeenkomst ten behoeve van de Bank een hypotheek gevestigd op het hierna aan O.in eigendom toebehorend omschreven onroerend goed:
      het perceelland, met al hetgeen daarop straat, groot 367,50m2, gelegen te Paramaribo aan de Hudsonstraat, thans Leo Heinemanstraat, aangeduid op de uitmetingskaart van de landmeter R. Lieuw Kie Song dd. 10 december 1971 met de letters ABCD en met het no. 1889.’
      2.2. O. en de Stichting hebben op 25 juli 2013 een krediethypotheekovereenkomst tot een bedrag van bedrag ad € 115.000 met de Bank gesloten en is vanwege deze overeenkomst ten behoeve van de Bank een hypotheek gevestigd op het hierna aan de Stichting in eigendom toebehorend omschreven onroerend goed:
      het perceelland, met al hetgeen daarop straat, groot 367,50m2, gelegen te Paramaribo aan de Hudsonstraat, thans Leo Heinemanstraat, aangeduid op de uitmetingskaart van de landmeter R. Lieuw Kie Song d.d 10 december 1971 met de letters ABCD en met het no. 1888.’
      2.3. Bij exploot van de deurwaarder, S.W. Niekoop LL.B d.d. 06 februari 2023, no. R. 23-199, hierna aangeduid als exploot van aanzegging, zijn eisers aangemaand tot betaling van het bedrag groot € 345.267,67, vermeerderd met de rente vanaf 19 januari 2023 tot aan de dag der algehele voldoening en is tevens de openbare verkoop van de twee hiervoor omschreven onroerende goederen aan eisers aangezegd op dinsdag 28 maart 2023 om 10.00 uur ten overstaan van de notaris, mr. M.A.P. Kanhai, aan de Julianastraat no. 36A te Paramaribo.
      2.4. Middels het exploot van aanzegging heeft gedaagde tevens aan eisers laten betekenen:
      A) een fotokopie brief d.d. 18 januari 20231 inclusief saldo opgave, afkomstig van gedaagde, en gericht aan notariaat Blom & Kanhai; B) twee fotokopies van borderellen d.d. 06 juli 2010 en 25 juli 2013.

      3. De vordering, de grondslag daarvan en het verweer

      In conventie en reconventie
      3.1. In conventie vorderen O. c.s. dat de kantonrechter bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
      – de Bank verbiedt de aangezegde openbare verkoop voortgang te laten vinden;
      – de Bank veroordeelt tot betaling van een dwangsom ad SRD 1.000.000 voor iedere dag of keer dat zij in strijd handelt met het ten deze te wijzen vonnis.
      3.2. O. c.s. leggen, tegen de achtergrond van de feiten vermeld onder 2, onder meer het volgende aan het gevorderde ten grondslag:
      – de Bank handelt in strijd met haar zorgplicht jegens eisers en maakt misbruik van haar hypotheekrecht;
      – de Bank heeft de saldo-opgave niet behoorlijk doen betekenen aan eiseres;
      – de Bank heeft de boeterente van de covid-periode niet afgeboekt. Dit, tenzij in een uitgegeven communiqué van de Centrale Bank van Suriname, hierna afgekort CBvS, op 01 oktober 2020 aan de banken de instructie is gegeven om voor kredietleningen de rente en boeterente niet mee te rekenen in de covid-periode;
      – O. c.s. zijn vanwege diverse tegenslagen, waaronder de covid-19 pandemie, buiten hun schuld om in financiële problemen komen te verkeren waardoor zij de leningen niet adequaat konden aflossen. Gedaagde weigert mee te werken aan het verzoek van eisers tot herstructurering van hun schuld en stuurt het aan op een veiling van de onroerende goederen, terwijl zij weet dat de veiling aanzienlijk minder dan de werkelijke waarde of ver onder de schuld zal worden geveild.
      3.3. De Bank heeft in conventie verweer gevoerd. De kantonrechter komt op dit verweer, voor zover voor de beslissing van belang, hierna in de beoordeling terug.
      3.4. In reconventie vordert de Bank dat de kantonrechter in kort geding bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
      a. O. c.s. verbiedt om een vordering tegen de Bank in te stellen c.q. de ontruiming tegen O. c.s. in te stellen, dan wel de Bank in rechte te betrekken, met als grondslag schorsing c.q. opschorting van de aangezegde openbare verkoop, of elke andere gelijkstrekkende vordering op een latere datum;
      b. O. c.s. veroordeelt om binnen een week na betekening van het ten deze te wijzen vonnis aan de Bank bij wege van voorschot te voldoen de advocaatkosten ad SRD 27.500, vermeerderd met 10% BTW daarover en de wettelijk toegestane rente vanaf de dag der rechts­ingang tot die der algehele voldoening,
      3.5. De Bank voert aan dat O. c.s. onrechtmatig jegens haar handelen, omdat zij proberen de executie te frustreren door een ongegronde en kansloze vordering tegen haar in te stellen. Als gevolg hiervan is zij genoodzaakt om professionele rechtsbijstand in te roepen. O. c.s zijn haar daarom de gemaakte kosten hiervoor ad SRD 27.500 verschuldigd.

      4. De beoordeling in conventie en reconventie

      In conventie
      4.1. Het spoedeisend belang blijkt uit de aard van het gevorderde, zodat O. c.s. in het kort geding worden ontvangen.
      4.2. Niet in geschil is dat O. c.s. niet aan hun aflossingsverplichtingen jegens de Bank hebben voldaan. Wat wel onderdeel van het geschil is, is de beantwoording van de vraag of de saldo-opgave voldoende is onderbouwd en of O. c.s. behoorlijk in gebreke zijn gesteld tot het inlopen van achterstanden. Ter beantwoording van deze vraag dient voor de kantonrechter als uitgangspunt, hetgeen in de saldo-opgave d.d. 18 januari 2023 staat vermeld en hetgeen als reden tot aanmaning en aanzegging in het exploot van aanzegging staat vermeld.
      4.3. Het valt de kantonrechter op dat ­in de saldo-opgave in de kolom saldo ­het bedrag EUR 345.267,67 en SRD 30.003,21 staat vermeld, met als kanttekening ‘deze bedragen zijn exclusief nog op te boeken rente en kosten tot de dag van algehele voldoening’. Tevens valt het de kantonrechter op dat in het exploot van aanzegging onder de kop ‘AANGEMAAND EN BEVEL GEDAAN’ slechts vermeld staat dat O. c.s. in gebreke zijn gebleven de regelmatige aflossing van het kapitaal en de betaling der interesten op de wijze zoals in gemelde akte is bepaald en overeengekomen, waardoor ingevolge bedoelde akte de verschuldigde hoofdsom terstond en in zijn geheel met renten en kosten opvorderbaar is. Wat geenszins uit het exploot van aanzegging blijkt zijn de perioden waarin de achterstanden zijn ontstaan wat de hoogte van de achterstanden zijn geweest, of de achterstanden al dan niet structureel zijn geweest, of de kredietovereenkomsten door de Bank zijn opgezegd en of O. c.s. eerder door de Bank in gebreke zijn gesteld tot het inlopen van de ontstane achterstanden. Evenmin blijkt uit de ten processe door de Bank overgelegde producties dat in een eerder stadium enige ingebrekestelling aan O. c.s. hierover is betekend. Op grond van deze feiten en omstandigheden dient de saldo-opgave als niet deugdelijk onderbouwd te worden aangemerkt. Hetgeen hiervoor is overwogen brengt de kantonrechter tot het voorlopig oordeel dat de Bank te snel heeft gegrepen naar het executiemiddel en in dit stadium misbruik van het recht van parate executie heeft gemaakt. Daar dit grond oplevert tot stopzetting van de veiling, zal het gevorderde onder I als gegrond worden toegewezen.
      4.4. De kantonrechter ziet geen aanleiding de medegevorderde dwangsom onder 2 toe te wijzen. Dit, omdat van de Bank mag worden verwacht dat zij het vonnis zal naleven en zich ervan bewust is welke gevolgen niet naleving van dit vonnis voor haar tot gevolg zal hebben.
      4.5. In conventie is de Bank in het ongelijk gesteld. Om die reden zal zij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Deze omvatten tot de dag van deze uitspraak: het vastrecht ad SRD 250, de kosten voor oproep van de Bank per exploot van een deurwaarder ad SRD 872 en het salaris van de gemachtigde ad SRD 7.500, welke neerkomen op een totaal bedrag van SRD 8.622.

      In reconventie
      4.6. Zoals reeds hiervoor onder 4.3 is overwogen, is naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter in dit stadium sprake van misbruik van het executierecht door de Bank, zodat het gevorderde in reconventie als ongegrond zal worden geweigerd.
      4.7. In reconventie is de Bank ook in het ongelijk gesteld, doch zullen de proceskosten in reconventie tussen partijen worden gecompenseerd. Dit, omdat het verweer dat O. c.s. hebben opgeworpen dezelfde stellingen zijn die zij in conventie hebben aangevoerd.

      Overige stellingen en weren van partijen in conventie en reconventie

      4.8. De overige stellingen en weren van partijen in conventie en reconventie behoeven geen bespreking, omdat die tot geen andere uitkomst in de onderhavige zaak zullen leiden.

      5. De beslissing
      De kantonrechter in kort geding:

      In conventie
      5.1. verbiedt de Bank om over te gaan tot de aangezegde openbare verkoop van:
      1. ‘het perceelland, met al hetgeen daarop straat, groot 367,50m2, gelegen te Paramaribo aan de straat, thans straat, aangeduid op de uitmetingskaart van de landmeter R. Lieuw Kie Song d.d. 10 december 1971 met de letters ABCD en met het no. 1889’, deel uitmakende van de voormalige plantage Tourtonne;
      2. ‘het perceelland, met al hetgeen daarop straat, groot 367,50m2, gelegen te Paramaribo aan de straat, thans straat, aangeduid op de uitmetingskaart van de landmeter R Lieuw Kie Song d.d. 10 december 1971 met de letters ABCD en met het no. 1888’, deel uitmakende van de voormalige plantage Tourtonne, die op dinsdag 28 maart 2023 om 10.00 uur ten overstaan van de notaris, mr. M.A.P. Kanhai of diens opvolger aan de Julianastraat no. 36A te Paramaribo zal plaatsvinden;
      5.2. verklaart hetgeen hiervoor onder 5.1 is beslist uitvoerbaar bij voorraad;
      5.3. veroordeelt de Bank in de proceskosten die aan de zijde van O c.s zijn gevallen en tot aan deze uitspraak zijn begroot op SRD 8.622 (Achtduizend Zeshonderd en Tweeëntwintig Surinaamse Dollar);
      5.4. weigert hetgeen meer of anders is gevorderd;

      In reconventie
      5.5. weigert de gevorderde voorzieningen;
      5.6. compenseert de proceskosten tussen partijen, met dien verstande dat iedere partij de eigen kosten draagt.

      Dit vonnis in conventie en reconventie is gewezen door de kantonrechter in het eerste kanton, mr. S.M.M. Chu, en ter openbare terechtzitting uitgesproken op maandag 27 maart 2023 te Paramaribo door de kantonrechter in het eerste kanton, mr. C.A Wallerlei, in aanwezigheid van de fungerend-griffier.
      Partijen in kort geding zijn noch in persoon noch bij gemachtigde bij de uitspraak ter terechtzitting verschenen.


Print dit artikel