Een zeer ruim en onduidelijk concurrentiebeding maakt een te grote inbreuk op vrije keuze van arbeid en kan om die reden buiten toepassing worden gelaten. Het met de werknemer aangegane concurrentiebeding belemmert in belangrijke mate om anders dan in dienst van de N.V. werkzaam te zijn en maakt derhalve een te grote inbreuk op de vrije keuze van arbeid. Het belang van de N.V. om zijn bedrijfsbelangen te beschermen mag geen grote inbreuk maken op het grondrecht van de werknemer op vrije arbeidskeuze.
Kantongerecht in het Eerste Kanton
A.R. no. 21-3118
[24 december 2021]
5 januari 2022
Beschikking in de zaak van:
N.V., rechtspersoon, gevestigd en kantoorhoudende te Paramaribo, eiseres, hierna te noemen: ‘N.V.’, gemachtigde: mr. D.S. Kraag, advocaat
tegen
G., B., wonende te Paramaribo, gedaagde, hierna te noemen: ‘G.’, gemachtigde: mr. M.A. Gout, advocaat.
1. De feiten
1.1. Op 29 september 2021 heeft N.V. het verzoek gedaan om loonbeslag te leggen, bij P. B.V. h.o.d.n. T. S., rechtspersoon naar Nederlands recht kantoor houdende te Paramaribo, ten laste van G. voor een bedrag van USD 6.000 (zesduizend Amerikaanse dollar).
1.2. Op 19 november 2021 heeft de kantonrechter een beslagverhoor gehouden tussen partijen.
2. De beoordeling
2.1. N.V. heeft ten grondslag gelegd aan haar verzoek tot het leggen van loonbeslag, ten laste van G., dat G. het voor haar geldende concurrentiebeding heeft geschonden door binnen 06 (zes) maanden na beëindiging van haar dienstbetrekking bij N.V. in dienst te treden van een concurrent van haar.
2.2. Het concurrentiebeding, welke is opgenomen in artikel 13 van de arbeidsvoorwaardenregeling voor de teammanager van N.V. luidt als volgt:
‘In geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst, op welke wijze dan ook, is het Teammanager, ingaande de eerste dag na de beëindiging, voor een periode van 6 (zes) aaneengesloten kalendermaanden, niet toegestaan om in dienst te treden van of werkzaamheden te verrichten voor een bedrijf dat naar haar aard of ondernemingsactiviteiten, gelijk of gelijksoortig of aanverwant is aan dat van N.V., dan wel een dergelijk bedrijf mede te drijven of doen drijven, hetzij direct, hetzij indirect, noch financieel, in welke vorm dan ook, een dergelijk bedrijf belang te hebben, direct of indirect, hetzij tegen vergoeding hetzij om niet, die enige vorm van oneerlijke concurrentie te weeg kan brengen in het nadeel van N.V., tenzij N.V. aan de Teammanager hiervoor voorafgaand toestemming heeft verleend.’
2.3. Het concurrentiebeding dient ter voorkoming althans vermindering van op zichzelf geoorloofde concurrentie van G. ten opzichte van N.V.
N.V. beoogt tegen te gaan dat G. haar na het einde van het dienstverband zal beconcurreren met de in het bedrijf van N.V. door G. opgedane kennis en relaties. Daarbij kan het gaan om specifieke bedrijfskennis en bedrijfsrelaties en ook door G. zelf tijdens het dienstverband verworven c.q. ontwikkelde kennis en persoonlijke goodwill. Persoonlijke goodwill, knowhow en ervaring behoren onvervreemdbaar aan G. toe, zodat het uitbaten of gebruik daarvan in beginsel is toegestaan. Dat ligt anders bij bedrijfsgeheimen en bedrijfsgoodwill, waarvan het gebruikmaken door G. onrechtmatig kan zijn, indien G. zulks doet in het kader van het substantieel en stelselmatig afbreken van het bedrijfsbelang van N.V.
2.4. Een zeer ruim en onduidelijk concurrentiebeding maakt een te grote inbreuk op vrije keuze van arbeid en kan om die reden buiten toepassing worden gelaten. Naar het oordeel van de kantonrechter is het concurrentiebeding dat geldt tussen G. en N.V. zo breed geformuleerd dat alle mogelijke concurrenten hieronder vallen. Naar het oordeel van de kantonrechter moet een geldig concurrentiebeding bevatten dat:
– het beding betrekking heeft op soortgelijke activiteiten;
– het beding geografisch wordt beperkt tot de plaatsten waar G. N.V. daadwerkelijk concurrentie kan aandoen;
– het voorziet in de betaling door N.V. van een vergoeding aan G. van een van te voren vastgelegd bedrag of percentage dat in bepaalde situaties verschuldigd is.
Het met G. aangegane concurrentiebeding belemmert haar in belangrijke mate om anders dan in dienst van N.V. werkzaam te zijn. Het concurrentiebeding maakt een te grote inbreuk op de vrije keuze van arbeid. Het belang van N.V. om zijn bedrijfsbelangen te beschermen mag geen grote inbreuk maken op het grondrecht van G. op de vrije arbeidskeuze.
2.5. Gelet op het voorgaande het door N.V. met G. aangegane concurrentiebeding geen grondslag kan zijn voor het door haar verzochte loonbeslag bij P. B.V. h.o.d.n. T. S. Het verzoek tot het leggen van loonbeslag zal derhalve worden afgewezen.
3. De beslissing
De kantonrechter:
Weigert het verzoek tot het leggen van loonbeslag bij P. B.V. h.o.d.n. T. S., rechtspersoon naar Nederlands recht kantoor houdende te Paramaribo, ten laste van G.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter in het eerste kanton mr. C.A. Wallerlei op 05 januari 2022 te Paramaribo.