-
Internationale en sociale context
De wet zou de geschreven regel moeten zijn die de waarden en normen van een samenleving tot uitdrukking brengt; en die sancties oplegt als deze normen en waarden niet worden nageleefd. De jaren ’90 van de vorige eeuw werden gekenmerkt door nationale en internationale bewegingen die waarden en normen over de manier waarop wij onze samenleving vormgeven, ter discussie stelden. Achtereenvolgens waren er de UN Conferentie over Milieu en Ontwikkeling (Rio 1992), de UN Conferentie over Bevolking en Ontwikkeling (Caïro 1994), De 4e UN Wereldvrouwenconferentie (Beijing 1995), en de UN Wereldtop voor Sociale ontwikkeling (Kopenhagen, 1995). De actieplannen en verklaringen die uit deze conferenties kwamen, waren mijlpalen, en tegelijkertijd richtingwijzers, voor een wereldsamenleving waarin de rechten van mannen, vrouwen en kinderen centraal staan.
De Staat Suriname werd in deze periode ook partij bij een aantal internationale en regionale Mensenrechten-instrumenten. De bekendste verdragen inzake de rechten van vrouwen en kinderen zijn CEDAW (ook wel het VN-Vrouwenverdrag genoemd), Belem do Para, en CRC (ook wel het VN-Kinderverdrag genoemd).1x CEDAW: UN Convention on the Elimination of all forms of Discrimination Against Women (geratificeerd 1993); CONVENTION OF BELEM DO PARA: Inter-American Convention on the Prevention, Punishment and Eradication of violence against women (geratificeerd 2002); CRC: UN Convention on the Rights of the Child (geratificeerd 1993). Suriname ratificeerde het ILO-verdrag nr. 182 over de ergste vormen van kinderarbeid (waaronder kinderhandel en seksuele uitbuiting) in 2006, en trad in 2007 toe tot het Protocol van Palermo ter voorkoming, onderdrukking en bestraffing van mensenhandel, met name vrouwen- en kinderhandel (optioneel protocol bij het VN-Verdrag tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad).
De plicht om regelmatig over deze instrumenten te rapporteren heeft het bewustzijn en de actie ten aanzien van vrouwen- en kinderrechten gemobiliseerd. Conclusies en Aanbevelingen van VN-comités, als reactie op deze rapportages, hebben vrouwen- en kinderrechtenactivisten in staat gesteld kwesties zoals verkrachting binnen het huwelijk, seksuele intimidatie op de werkplek en de meerderjarigheidsleeftijd aan de orde te stellen.
De herziening van oude wetten die betrekking hebben op de grenzen voor seksualiteit en seksueel geweld, de keuzevrijheid van kinderen en vrouwen, en de secularisatie van het huwelijk, weerspiegelt een transformatie in normen en ideologieën. Het is belangrijk te beseffen dat er van de ene kant vurig wordt gelobbyd voor deze transformatie; en dat deze transformatie aan de andere kant vurig wordt betwist. Waar mensen aan de ene kant rechten opeisen, moeten mensen aan de andere kant privileges inleveren die zij door de eeuwen heen als vanzelfsprekend zijn gaan beschouwen en die zijn geïnstitutionaliseerd in de samenleving.
Dit geldt zowel nationaal als wereldwijd: op de Sociale Wereldtop (1995) sprak men nog over het uitbannen van armoede en het reduceren van ongelijkheid; in de Millennium Development Goals in 2000 sprak men over ‘het halveren van het aantal mensen dat leeft van minder dan 1 dollar per dag en hongerlijdt’. In 2022 concludeert UN Secretary-General-António Guterres dat de wereld achteruitgang boekt in het behalen van de Sustainable Development Goals (2015) door een fundamenteel gebrek aan solidariteit.2x Persbericht SG/SM/21196 22 March 2022. De Gender Social Norms Index (GSNI) laat zien dat in 2023 bijna 9 op de 10 mannen en vrouwen fundamentele vooroordelen hebben over vrouwen. De GSNI dekt 85% van de wereldbevolking, en wijst uit dat deze vooroordelen gelden voor alle regio’s, inkomens, ontwikkelingsniveaus en culturen: het is een mondiaal probleem.
Suriname is geen uitzondering op de regel. Genderwaarden en -normen liggen ten grondslag aan onze waarden en normen over seksualiteit en seksuele rechten. Het opsporingsapparaat, de staande en zittende magistratuur en de advocatuur zijn evenzeer onderdeel van de samenleving als de dader en het slachtoffer. Het is cruciaal dat er binnen deze cruciale instituties meer aandacht wordt besteed aan de beleving van het rechtsproces door het slachtoffer en de consequenties van deze beleving. -
Nationale wetgeving met betrekking tot seksuele rechten versus seksueel misbruik
Met name de grote herziening van de Zedenwetgeving3x SB_2009_No.122. geeft blijk van een nieuwe kijk, die in de Memorie van Toelichting nader wordt geduid. Zo is in artikel 295 (verkrachting) het vereiste ‘buiten echt’ vervallen, waardoor verkrachting binnen het huwelijk op gelijke voet strafbaar wordt. Ook is het artikel sekse-neutraal gemaakt: ook verkrachting van een man is strafbaar. Deze sekse-neutraliteit wordt doorgevoerd in de artikelen over gemeenschap met kinderen (art. 297) en gemeenschap met jeugdigen (art. 298). Daarnaast wordt de definitie van het strafbare feit verruimd van ‘vleselijke gemeenschap’ naar ‘handelingen die bestaan uit of inclusief seksuele penetratie van het lichaam’. Dit betekent dat hier meerdere vormen van geweld onder kunnen vallen; aangezien noch het binnengedrongen lichaamsdeel noch het binnendringende object een geslachtsdeel hoeft te zijn; en dat zowel vrouwen als mannen de dader kunnen zijn, aangezien seksuele penetratie niet met een geslachtsdeel hoeft plaats te vinden. Door de sekse-neutrale definitie van het slachtoffer (geen meisje of vrouw, maar persoon) worden nu dus alle kinderen en jongeren onder deze artikelen beschermd. De herziening verhoogt de maximumstraf bij artikel 297 van 12 naar 15 jaar; en bij artikel 298 van 8 jaar naar 12 jaar. De leeftijd waaronder jeugdigen worden beschermd wordt onder artikel 298 opgetrokken van 14 naar 16 jaar.
De artikelen 303 tot en met 305 maken het nog duidelijker dat de verantwoordelijkheid altijd bij de volwassene ligt. Zo wordt in artikel 303 (misbruik van gezag) degene die door giften (geld, goederen of diensten), misbruik van overwicht of misleiding, iemand onder de 18 jaar aanzet tot ontucht, bestraft met maximaal 6 jaar gevangenisstraf. Artikel 304 verdubbelt die gevangenisstraf naar 12 jaar als het gaat om ontucht met eigen kinderen of afhankelijken. De wetgever specificeert hierbij eigen, stief- en pleegkinderen; maar ook minderjarigen die aan iemands zorg dan wel opleiding of waakzaamheid zijn toevertrouwd: pupillen, leerlingen, minderjarige werknemers, stagiaires, ondergeschikten.
De jure is de bescherming van kinderen en jeugdigen tegen seksueel misbruik enorm verbeterd. -
Ongelijkheid in het rechtsproces
In tegenstelling tot het civiele recht (inquisitoir), heeft de wetgever in het strafrecht (accusatoir) het slachtoffer en de dader niet als gelijkwaardige partners tegenover elkaar gesteld. In het strafrecht staan dus het Openbaar Ministerie (OM) als openbare aanklager namens het slachtoffer en de verdachte tegenover elkaar. Samantha Gadjradj benadrukte in haar scriptie Jeugd en seksueel misbruik (2010) reeds dat het strafrecht is gebaseerd op het straffen van de dader. Met het slachtoffer wordt, op het opnemen van de aangifte en de getuigenverklaring na, weinig gedaan.
Ik wil hierbij betogen dat deze ongelijkheid doorwerkt in een aantal aspecten die de rechtsgang voor slachtoffers extra traumatiserend maken. Ik zal hierbij voorbeelden uit de praktijk aanhalen.a. Geen toegang tot rechtsbijstand
Omdat het slachtoffer geen partij is in het strafproces (slechts opgenomen als aangever, getuige of klager), wordt het slachtoffer ook geen rechtsbijstand aangeboden. Juristen stellen zich op het standpunt dat ‘het slachtoffer geen advocaat nodig heeft’. In de praktijk betekent dit echter dat de ongelijkheid in de rechtszaal wordt vergroot. In een recente case werden familie en NGO-ondersteuners van een jeugdig slachtoffer (14 jaar) geconfronteerd met een dader, ondersteund door een team van 4 advocaten.
Als de familie en ondersteuners van het slachtoffer besluiten dat zij wél rechtsbijstand willen, stuiten zij op een financiële barrière. Dit geldt helaas nu voor eenieder die het commerciële tarief van rechtsbijstand niet kan betalen. Onlangs werd de samenleving opgeschrikt door het nieuws dat advocaten al sinds 1 juli 2023 helemaal geen kosteloze rechtsbijstand meer verlenen vanwege de lage en late betaling door de overheid.4x De Ware Tijd online van 11/10/ 2023.b. Geen toegang tot informatie over het proces
In de praktijk worden, na het afleggen van getuigenverklaringen, het slachtoffer en familie niet meer op de hoogte gesteld van zittingsdagen, nog van de ontwikkelingen in het proces. Men is aangewezen op de media om te vernemen wat de status van de rechtszaak is. Ook het dossier van het OM is niet toegankelijk voor slachtoffer/ouders/voogden. Hierdoor kan niet corrigerend opgetreden worden als door de verdediging onjuistheden worden geponeerd. Ook kan het OM niet geassisteerd worden met verkregen informatie gedurende het proces. De Officier van Justitie (OVJ) werkt dus met het dossier zoals aangereikt door de opsporingsambtenaar.
c. Het niet-handhaven van het horen van slachtoffers achter gesloten deuren
Onderstaand citaat is afkomstig uit een nieuwsbericht:5x Starnieuws, 10/06/2023.
‘De in Marowijne woonachtige V.V. moet zich voor de rechter verantwoorden, omdat hij zijn dochter (10) seksueel zou hebben misbruikt. Tijdens het getuigenverhoor gaf het meisje op vragen van magistraat L. Ravenberg echter een andere verklaring dan in het politierapport staat. Ter bescherming van het kind vond de zitting plaats achter gesloten deuren.’
Na dit citaat volgt echter een uitgebreid verslag van wat het kind aan de rechter heeft verklaard!
Twee praktiserende advocaten (1 straf en 1 civiel) informeren mij dat de formele procedure in zedenzaken het verhoor van het slachtoffer in de raadkamer is. Bij het overleggen van recente nieuwsberichten waarin minderjarige slachtoffers van zedenmisdrijven door de journalist worden geciteerd, erkennen beide advocaten dat in de praktijk de pers wel degelijk wordt toegelaten. Gevraagd naar de reden waarom, stelt de ene advocaat: ‘Zo was het altijd, heb ik vernomen’. De andere advocaat stelt ‘in principe zouden ook journalisten niet naar binnen moeten mogen, maar die krijgen toch de gelegenheid van de rechter. Niemand zegt er wat van dus wordt het toegelaten’. Dit gedoogbeleid wordt niet ervaren in civiele zaken: ‘Als het gaat om voogdij dan mogen wij als advocaten niet eens bij het verhoor van kinderen zijn’.
Artikel 265 van het Wetboek van Strafvordering biedt de rechter de ruimte om ‘in het belang van de openbare orde of de zedelijkheid’ te bevelen, dat de behandeling ter terechtzitting geheel of ten dele met gesloten deuren zal plaatsvinden. Het is de vraag waarom dit niet wordt gehandhaafd.d. Herhaaldelijk laten afleggen van verklaringen door slachtoffers
Inconsistentie van verklaringen van minderjarigen zou voorkomen kunnen worden door gebruik te maken van beeld- en geluidsopnamen uit de verhoorstudio bij Opa Doelie. De bedoeling is dat zowel de verbalisant als getuige, als RC en ook de zittingsrechter gebruik maken van deze opnames. In de praktijk wordt dit materiaal echter niet gebruikt en moet de minderjarige 5 à 6 keer verschijnen om het verhaal weer te vertellen. Behalve dat het niet bevorderlijk is voor het herstel van het slachtoffer, leidt het steeds herhalen tot inconsistente verklaringen, waar de verdediging dankbaar gebruik van maakt (Gadjradj, 2010). Buiten Paramaribo ontbreekt het nog geheel aan dit soort faciliteiten.
e. Geen toegang tot informatie over het vonnis/status hoger beroep
Wanneer de dader in hoger beroep gaat, is het voor het slachtoffer en familie bijna onmogelijk om aan het vonnis te komen zodat men kan weten welke overwegingen een rol hebben gespeeld bij de uiteindelijke aanklacht, de veroordeling en de strafmaat; en zodat men zich geestelijk kan voorbereiden op het hoger beroep. Het Hof van Justitie is terughoudend in het vrijgeven van vonnissen, ter bescherming van privacy. Nader bekeken is dit wederom een vergroting van de ongelijkheid; de dader heeft immers via zijn/haar advocaat volledige inzage. Het mag niet onderschat worden hoe dit werkt op de psyche van het slachtoffer en de mensen eromheen. Zolang de case niet is afgerond, kan men het ‘slachtofferschap’ niet afsluiten, en niet verder gaan met hun leven. De rechtszaak begint aan te voelen als een gijzeling.
In de case van R.O. oordeelde rechter M. Dayala dat wettig en overtuigend is bewezen dat de voetbaltrainer R.O. tussen 2017 en 2018 meerdere malen seks heeft gehad met één van zijn pupillen. Het meisje was toen 14 jaar oud. R.O. werd in augustus 2021 (3,5 jaar na de aangifte bij KPS Jeugdzaken) hiervoor veroordeeld tot 2 jaar gevangenisstraf, waarvan 5 maanden voorwaardelijk. Met aftrek van voorarrest zou R.O. weer in hechtenis moeten worden genomen. Echter, de rechter gaf niet aan per wanneer dat zou gebeuren. R.O. gaf aan dat hij in hoger beroep gaat, en verliet de rechtszaal in vrijheid. Heden, oktober 2023, zijn er reeds 2 jaren verstreken zonder dat er door slachtoffer en familie iets is vernomen. Het slachtoffer is ondertussen 20 jaar oud.
f. Strafmaat
De opgelegde straffen die we uit de media vernemen zijn vele malen minder dan de maximumstraf die de wetgever aangeeft. Vooral in vergelijking met opgelegde straffen voor economische delicten, rijst de vraag hoe ernstig zedendelicten worden genomen.
-
Verlies van vertrouwen in de rechtsstaat
Wereldwijd is er een toename van ongelijkheid en een gebrek aan solidariteit. Ook in Suriname is dit het geval. Het is cruciaal dat de burger het vertrouwen in de rechtsstaat niet verliest. Het is daarom belangrijk dat zowel de rechterlijke macht, als de advocatuur, als het opsporingsapparaat reflecteren op hun werkwijze.
-
1 CEDAW: UN Convention on the Elimination of all forms of Discrimination Against Women (geratificeerd 1993); CONVENTION OF BELEM DO PARA: Inter-American Convention on the Prevention, Punishment and Eradication of violence against women (geratificeerd 2002); CRC: UN Convention on the Rights of the Child (geratificeerd 1993).
-
2 Persbericht SG/SM/21196 22 March 2022.
-
3 SB_2009_No.122.
-
4 De Ware Tijd online van 11/10/ 2023.
-
5 Starnieuws, 10/06/2023.
Met dit artikel wil ik betogen dat er in casu seksueel misbruik een enorme kloof gaapt tussen de jure en de facto: alhoewel het strafrecht voldoende mogelijkheid biedt om seksueel misbruik afdoende af te straffen, lijkt dit in de praktijk zelden te gebeuren. De manier waarop er vanuit de rechtszaal in de media wordt gerapporteerd, kan een afschrikwekkend effect hebben op slachtoffers en hun familie die overwegen om een rechtszaak aan te spannen wegens seksueel misbruik. Het kan daders versterken in hun idee dat ze ongestraft weg kunnen komen, en het kan bestaande gendervooroordelen (of stereotypes) in de samenleving voeden.