de belager is geobsedeerd door het slachtoffer. Dat leidt ertoe dat hij het slachtoffer voortdurend probeert te controleren en te isoleren. Tevens probeert hij macht over deze persoon te behouden of te krijgen, zodat hij het leven van het slachtoffer kan verstoren. Het gedrag is gericht op één bepaalde persoon die de aandacht niet wil.
hij terroriseert zowel het slachtoffer als anderen die met haar te maken hebben met als gevolg dat slachtoffers soms hun contacten met familie en vrienden verbreken of dat het contact met hen wordt verbroken. De slachtoffers kunnen hierdoor in een sociaal en psychisch isolement terecht komen.
het patroon van herhaalde gedragingen vormt een permanente bedreiging en beheerst het leven van het slachtoffer en haar naasten. De gedragingen zijn vervelend en bedreigend. Tevens veroorzaken zij onrust en vrees.
-
Typen belagers en hun kenmerken
Er bestaat geen prototype van ‘de belager’. Binnen de literatuur bestaan er dan ook verschillende indelingen van typen belagers.
Profielen van belagers
De Australische onderzoekers Mullen et al.5x Mullen et al., Stalkers and their victims, 2000. hebben een dadertypologie ontworpen, waarin de inzichten van eerdere studies zijn geïntegreerd. Zij onderscheiden 5 typen belagers:
The rejected stalker reageert op een onwelkom einde aan een intieme relatie door acties te ondernemen die gericht zijn op verzoening of genoegdoening;
The intimacy seeker reageert op eenzaamheid en probeert een intieme relatie te bewerkstelligen;
The resentful stalker reageert op een waargenomen belediging of kwetsuur door acties die op wraak zijn gericht;
The incompetent suitor zoekt een partner, maar de methoden zijn op zijn minst contraproductief en op zijn slechtst erg angstaanjagend voor het object van zijn verlangens;
The predatory stalker is uit op seksuele genoegdoening en controle, waarbij het belagen en doel op zich een middel is.
Bij belaging door (ex-)partners is de dader van het eerste type. Bij belaging door bekenden kan de dader type 2 tot en met 4 zijn. Bij belaging door buren komt vooral type 3 voor. Datzelfde is het geval bij de belaging die wraakneming als doel heeft. Belaging door onbekenden kent de meest uiteenlopende belagers. Behalve type 2 tot en met 4 kan hier ook sprake zijn van een ‘predatory stalker’. De belagers die een relatie hebben (gehad) met het slachtoffer zijn het gevaarlijkst. De belaging loopt hier vaker uit op geweld en duurt langer dan bij andere vormen.
Belaging door de ex-partner komt het meest voor.6x Royakkers, Sarlemijn 1998, p. 155. De afgewezen persoon kan dan niet accepteren dat de relatie voorbij is. Hij probeert wanhopig om de ander aan zich te binden. Als het niet lukt om de relatie te herstellen, menen sommige belagers dat de ex-partner hiervoor gestraft moet worden. Zij zullen er alles aan doen om te voorkomen dat hun slachtoffer een nieuwe relatie kan aangaan. -
Gevolgen voor slachtoffers van belaging
De meeste slachtoffers zijn vrouwen die ooit een relatie met de belager hebben gehad.7x Van der Aa 2010, p. 39-40.
De vrouwen worden allemaal door hun ex-partner belaagd. Van deze vrouwen zijn er veel die reeds tijdens hun relatie fysiek of seksueel misbruikt zijn. Er bestaat namelijk een verband tussen belaging en huiselijk geweld. Belagers die een relatie hebben (gehad) met het slachtoffer zijn gevaarlijker dan andere belagers (belaging door bekenden of onbekenden). De belaging loopt hier vaker uit op geweld en duurt langer dan bij andere vormen. Het doel van de belager is in eerste instantie vaak nog een extreme poging om de relatie te redden, daarna wordt het belagen vaak een missie op zich. Soms heeft de belager zich volledig vastgebeten in het idee dat als zijn ex-partner niet met hem verder wil, hij haar dan zeker geen nieuw leven zonder hem gunt. Belaging uit zich onder meer in achtervolging, ongevraagd op bezoek komen en het dreigen met geweld. Ook het lastigvallen van de kinderen, vrienden, familie en collega’s komt voor. Er worden bijvoorbeeld geruchten en leugens over het slachtoffer verspreid. Vaak durven slachtoffers hun eigen woning niet meer uit en verhuizen zij noodgedwongen. Hierdoor moeten ze vaak ook een andere baan zoeken. De inbreuk op het privéleven kan ook ernstige lichamelijke consequenties tot gevolg hebben. Deze kunnen zich uiten in gebrek aan eetlust, extreme vermoeidheid, slaapproblemen, nachtmerries en hoofdpijn maar ook hyperventilatie, paniekaanvallen, depressies en zelfs zelfmoordplannen. Andere slachtoffers nemen hun toevlucht tot overmatig drank en sigarettengebruik. Wanhopige slachtoffers gaan soms zelf hun belagers bedreigen of mishandelen omdat zij geen uitweg meer zien. Hun leven is ondraaglijk geworden.8x Malsch, Blaauw 2000, p. 1745. -
Wet Strafbaarstelling Belaging9x SB 2012 no.70.
Totstandkoming Wet Strafbaarstelling Belaging
Belaging is een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van een burger. Zodoende rust op de Staat Suriname de verplichting om deze gedragingen strafbaar te stellen. Het recht op de persoonlijke levenssfeer is gegarandeerd in de artikelen 16, 17 en 18 van de Grondwet. Voorts heeft de Staat Suriname in onder andere het verdrag inzake de burger en politieke rechten (BUPO) en het verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie tegen vrouwen (CEDAW) zich verplicht om maatregelen te treffen tegen inbreuken op dit recht. De wetgever heeft ervoor gekozen om belaging strafbaar te stellen in een specifieke wet aangezien dit onderwerp nieuw is in het Surinaams strafrecht. Het is verwachtbaar, dat in de loop der tijden deze wet de nodige juridische en maatschappelijke bijstelling zal ondergaan ook al vanwege veranderlijke (internationale) ontwikkelingen in de bescherming van de persoonlijke levenssfeer evenals in de ‘van geval tot geval’ benadering van de jurisprudentie.10x MvT Wet Strafbaarstelling Belaging SB 2012 no.70.
Preventieve maatregelen
Artikel 1 van de Wet Strafbaarstelling Belaging voorziet in preventieve maatregelen. Ingevolge lid 1 is de vervolgingsambtenaar bevoegd preventieve maatregelen op te leggen. Deze maatregelen kunnen betrekking hebben op de beperking van de bewegingsvrijheid, namelijk het zich niet bevinden in dezelfde ruimten als verzoeker of het zich niet binnen een bepaalde afstand bevinden van verzoeker en op de beperking van communicatiemogelijkheden. Met het laatste wordt gedoeld op de beperking of het verbod om middels briefwisseling contact te zoeken, het verbod om telefonisch contact te zoeken, het verbod om via de computer, internet, fax of andere elektronische mogelijkheden contact te zoeken. Deze opsomming is echter geen limitatieve opsomming.
Deze maatregelen hebben meer een ‘bestuursrechtelijk’ karakter. Het opleggen van de preventieve maatregelen vloeit niet voort uit de instelling van de vervolging van een strafbaar feit of een strafrechtelijke veroordeling. Degene die wordt onderworpen aan de preventieve maatregelen is nog geen verdachte in de zin van het strafrecht. De noodzaak tot oplegging van preventieve maatregelen is zuiver ter voorkoming van erger, wellicht vanwege de emotionele toestand van betrokkene(n).11x Memorie van Toelichting Wet Strafbaarstelling Belaging. Het levert dus geen strafblad op.
Conform artikel 1 lid 5 dient degene op wie de preventieve maatregelen van toepassing wordt verklaard, zich daarvan bewust te zijn en formeel op de hoogte te zijn gebracht. Het schriftelijk op de hoogte stellen van de preventieve maatregelen heeft tevens het karakter van het kenbaar maken van een rechtens genomen besluit door een daartoe bevoegd orgaan. Tegen dit besluit kan beroep worden aangetekend.12x Artikel 3 Wet Strafbaarstelling Belaging.
De maatregelen worden voor ten hoogste 30 (dertig) dagen door de vervolgingsambtenaar opgelegd. Hierna is verlenging met een termijn van 30 (dertig) dagen door de Procureur-Generaal mogelijk. -
Wettelijke definitie van belaging
Artikel 345b lid1 van het Surinaams Wetboek van Strafrecht, dat belaging strafbaar stelt luidt als volgt:
‘Degene die wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk maakt op eens anders persoonlijke levenssfeer met het oogmerk die andere te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden dan wel vrees aan te jagen, wordt als schuldig aan belaging gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar en een geldboete van de 4e categorie (ten hoogste Srd 50.000,-).’
Het eerste gedeelte van deze delictsomschrijving valt uiteen in de volgende bestanddelen:
wederrechtelijk;
stelselmatig;
opzettelijk;
inbreuk maken;
persoonlijke levenssfeer;
oogmerk;
vrees.
Uitleg bestanddelen
De delictsbestanddelen worden volgens de memorie van toelichting van de Wet Strafbaarstelling Belaging en de Nederlandse rechtspraak als volgt uitgelegd:
Wederrechtelijk. Het bestanddeel wederrechtelijk geeft aan, dat de dader zonder eigen door het recht erkend subjectief belang handelt.
Stelselmatig. De Hoge Raad heeft in het arrest HR 15 november 2005, LJN AU3495 aangegeven dat bij het beoordelen van de stelselmatigheid relevant zijn de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen, de omstandigheden waaronder deze plaatsvonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van de slachtoffers. Er zijn geen minimale grenzen aan te geven.
Opzetvereiste. De opzet aanduiding beheerst steeds de gehele omschrijving van het strafbare feit, zoals die daarna – na de opzet dus – volgt. Dit bestanddeel is geplaatst na de bestanddelen wederrechtelijkheid en stelselmatigheid. Deze vallen dus niet onder de opzet en de opzet van de dader hoeft niet gericht te zijn op de wederrechtelijkheid van de inbreuk. Wat daarna in de delictsomschrijving wordt vermeld, valt er wel onder. De opzet van de dader dient er allereerst op gericht te zijn dat er een inbreuk wordt gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van een ander. Er wordt uitgegaan van kleurloos opzet. De dader hoeft dus niet geweten te hebben dat wat hij deed strafbaar was en dat het slachtoffer het feit als onrechtmatig heeft ervaren.
Inbreuk maken. Inbreuk maken impliceert opzet. Er is pas sprake van inbreuk op de persoonlijke levenssfeer wanneer de privacy-gerechtigde de storing in zijn persoonlijke levenssfeer niet wenst. Er hoeft geen sprake te zijn van een aanmerkelijke inbreuk of ernstige emotionele gevolgen voor of een enorme verstoring van het dagelijks leven van het slachtoffer. Het effect van de gedragingen op het slachtoffer dient aan objectieve maatstaven te worden getoetst. De subjectieve gevoelens van de betrokkene zijn niet doorslaggevend. Ook op zichzelf relatief onschuldige gedragingen kunnen door hun stelselmatigheid een inbreuk betekenen. Onder omstandigheden kan huiselijk geweld en burenoverlast worden beschouwd als inbreuk op de persoonlijke levenssfeer.13x HR 7 februari 2006, 03560/04. In het arrest HR 7 februari 2006, 03560/04 geeft de Hoge Raad aan dat om te komen tot een bewezenverklaring beslissend is of het lastigvallen van een ander een zekere mate van indringendheid, duur en frequentie heeft. Er moet sprake zijn van een strafrechtelijk relevante inbreuk. Wie impliciet of uitgesproken toestemming geeft tot een daad, die anders strafrechtelijk relevant zou zijn, heeft strafrechtelijk niets te klagen. Wie toestemt, heeft zijn recht verwerkt. Bij inbreuk maken is die toestemming er dus niet.
Persoonlijke levenssfeer. Voor dit begrip kan aansluiting worden gezocht in de Grondwet. Artikel 16 van de Grondwet garandeert het recht op persoonlijke vrijheid en veiligheid, terwijl artikel 17 van de Grondwet het recht van eerbiediging van iemands privéleven omvat. Artikel 18 van de Grondwet handelt over de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging. Deze drie artikelen bevatten volgens de memorie van toelichting van de Wet strafbaarstelling belaging het recht op de persoonlijke levenssfeer. Het is dus duidelijk dat de persoonlijke levenssfeer zich niet alleen uitstrekt tot besloten ruimtes, zoals woningen en erven, maar ook tot openbare ruimtes, mits betrokkene redelijkerwijs aanspraak kon maken op (een zekere mate van) privacy.14x C.P.M. Cleiren en J. F. Nijboer, Tekst en commentaar, Strafrecht, Van Maurik, p. 1225. Ook gedragingen die zich op de openbare weg afspelen kunnen onder de delictsomschrijving vallen. De belager breekt in in een situatie waarin het slachtoffer redelijkerwijs aanspraak kon maken op tenminste een zekere mate van privacy. Het te beschermen rechtsgoed is het grondrecht om in vrijheid te handelen onder het genot van een veilige, private levenssfeer. Een gedraging, die stelselmatig op dat grondrecht inbreuk maakt zodanig dat de gerechtigde niet langer in het ongestoorde genot van zijn grondrecht is, kan een gedraging in de zin van deze wet zijn, mits de gedraging wederrechtelijk is.
Oogmerk. Het oogmerk van de dader is erop gericht om het slachtoffer te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden, dan wel het vrees aan te jagen. Niet vereist is, dat het slachtoffer ten gevolge van de inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer iets heeft nagelaten of gedaan wat hij zonder die inbreuk niet zou hebben gedaan of niet zou hebben nagelaten, mits in het algemeen de inbreuk geschikt en geëigend is een bepaalde opstelling teweeg te brengen. Voor dit bijkomend oogmerk is voorwaardelijke opzet onvoldoende. Met andere woorden of het beoogde slachtoffer daardoor tot iets is bewogen, is strafrechtelijk niet van belang.15x Memorie van Toelichting Wet strafbaarstelling belaging (27 april 2012, no. 70). In gedachte houdend dat het bij belaging gaat om de inbreuk die door de dader wordt gemaakt en niet zo zeer waartoe het slachtoffer wordt bewogen.
Vrees. Er is pas sprake van ‘vrees’ wanneer ieder normaal mens onder vergelijkbare omstandigheden vrees zou hebben.16x C.P.M. Cleiren en J. F. Nijboer, Tekst en commentaar, Strafrecht, Van Maurik, p. 1226.
-
Belaging is een klachtdelict
Belaging is een absoluut klachtdelict. Volgens artikel 152 lid 1 Wetboek van Strafvordering (WvSv) is een klacht een aangifte met een uitdrukkelijk verzoek tot vervolging. Ingevolge artikel 345b lid 4 WvSr is belaging een klachtdelict, hetgeen inhoudt dat zonder een klacht er geen vervolging mogelijk is, met uitzondering van de gevallen bedoeld in lid 2 onder c en lid 3 (wanneer er sprake is van zwaar lichamelijk letsel of de dood). De Officier van Justitie vervolgt, in geval van een klachtdelict, alleen als er een klacht ingediend is door het slachtoffer.17x Kronenberg & De Wilde 2007, p. 204. Een klacht is dus een voorwaarde voor eventuele vervolging. Als de aangifte wel is gedaan maar een uitdrukkelijk verzoek tot vervolging ontbreekt, dan kan toch van een klacht zoals bedoeld in art.152 lid 1 WvSv worden uitgegaan, mits vastgesteld kan worden (ter terechtzitting) dat de klager wel de bedoeling had een klacht in te dienen toen aangifte is gedaan.18x Zie Tekst en commentaar, Cleiren & Nijboer, 2001, p. 558. Het slachtoffer kan tot een maand na indiening van de klacht deze intrekken (artikel 92 WvSr). Met de opsporing en vervolging hoeft echter niet te worden gewacht tot de termijn van intrekking is verstreken. Wel moeten opsporings- en vervolgingsactiviteiten direct na intrekking van een klacht worden gestaakt. Door de klacht ontstaat voor het Openbaar Ministerie de mogelijkheid om te vervolgen, maar geen plicht daartoe. Daarnaast is het opportuniteitsbeginsel van toepassing zodat het Openbaar Ministerie ook bij dergelijke delicten tot een sepot kan besluiten. Het uitgangspunt van de wetgever bij klachtdelicten is dat het persoonlijk belang van het slachtoffer bij niet-vervolging zo groot kan zijn dat het maatschappelijk belang van wel vervolgen daarvoor moet wijken.19x Corstens 2008, p. 80. Bij overtreding van artikel 345b WvSR kan iemand er belang bij hebben dat privéinformatie over de verhouding tussen de belager en het slachtoffer niet in de openbaarheid komt.
Een slachtoffer kan alleen een klacht voor zichzelf indienen en niet voor medeslachtoffers.20x HR 26 april 2011, LJN BP1278. Ten aanzien van personen die de leeftijd van zestien jaren nog niet hebben bereikt en zij die onder curatele zijn gesteld, wordt de klacht ingediend door de wettelijke vertegenwoordiger.21x Art. 89 lid 1 Sr. Indien de klacht tegen de wettelijke vertegenwoordiger ingediend moet worden, dan kan de vervolging plaats hebben op klachte van de toeziende voogd of curator, van de echtgenote, van een bloedverwant in de rechte linie of, bij gebreke van deze, op klachte van een bloedverwant in de zijlinie tot de derde graad ingesloten.22x Art. 89 lid 2 Sr. -
Strafmaat belaging
Ingevolge artikel 345b lid 1 WvSr wordt degene die zich schuldig maakt aan belaging gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar en een geldboete van de 4e categorie (ten hoogste SRD 50.000).
In lid 2 en 3 van dit artikel zijn de strafverzwarende omstandigheden opgesomd:Lid 2: Indien belaging wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, is begaan tegen een minderjarige of zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren en een geldboete van de 5e categorie.
Lid 3: Heeft belaging de dood ten gevolge dan wordt de schuldige gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaar en een geldboete van de 5e categorie.
-
Overeenkomst tussen de Wet Bestrijding Huiselijk Geweld en Wet Strafbaarstelling Belaging
Een overeenkomst tussen Wet Bestrijding Huiselijk Geweld en Wet Strafbaarstelling Belaging is dat belagingsgedragingen binnen de relationele sfeer ook gekwalificeerd kunnen worden als huiselijk (psychisch geweld) geweld. Bij belaging door (ex-)partners is er een duidelijke samenhang tussen huiselijk geweld en belaging. Slachtoffers van huiselijk geweld die uiteindelijk de knoop hebben doorgehakt om hun partner te verlaten, worden in sommige gevallen belaagd door hun ex-partner die moeite heeft met het beëindigen van de relatie. Meestal is er tijdens de relatie al sprake geweest van geweld of opvallende jaloezie. Nieuwe relaties van het slachtoffer kunnen leiden tot nog meer jaloezie en agressie bij de ex-partner. De belager vertelt zijn ex-partner dat hij/zij haar/hem nooit meer met rust zal laten en bestookt hem/haar met dreigementen. Hierdoor worden deze slachtoffers ernstig belemmerd in het opbouwen van een nieuw leven.
Tabel 1 Verschillen tussen Wet Bestrijding Huiselijk Geweld en Wet Strafbaarstelling BelagingWet Bestrijding Huiselijk Geweld Wet Strafbaarstelling Belaging 1 Rechter is bevoegd een beschermingsbevel uit te vaardigen. De Officier van Justitie legt namens de Procureur-Generaal preventieve maatregelen op. 2 Een beschermingsbevel wordt uitgevaardigd voor een termijn van 3 jaren. De preventieve maatregelen kunnen voor 30 dagen worden opgelegd met eventuele verlenging van 30 dagen. 3 Het verzoek om een beschermingsbevel kan worden gedaan door het slachtoffer of hulpverleners. Het verzoek om preventieve maatregelen op te leggen kan worden gedaan door slachtoffer/belaagde. 4 Wettelijk vastgesteld aanvraagformulier. Geen wettelijk vastgesteld aanvraagformulier. 5 Tegen een beschermingsbevel kan in beroep worden gegaan bij het Hof van Justitie. Tegen preventieve maatregelen kan in beroep worden gegaan bij de Rechter-commissaris. 6 De verzoeker van een beschermingsbevel is gerelateerd aan de gedaagde (familie of partner). Geen relatie vereist. 7 Een beschermingsbevel wordt door de deurwaarder betekend aan de gedaagde. Bevel waar preventieve maatregelen zijn opgelegd wordt door parketwacht betekend. 8 Geen klachtdelict. Wel een klachtdelict. 9 Geen strafrechtelijke grondslag (slechts bij overtreding van het beschermingsbevel). Wel strafrechtelijke grondslag. 10 Vier vormen van geweld: lichamelijk, financieel, psychisch (geestelijk) en seksueel geweld. Geestelijk geweld. 11 De mogelijkheid voor het uitvaardigen van een tussentijds bevel. Geen tussentijds bevel. -
1 J.R. Meloy, The Psychology of Stalking: Clinical and Forensic Perspectives, 1998.
-
2 Delict en Delinkwent, 1998, afl. 6, p. 521-526.
-
3 Royakkers & Sarlemijn, Stalking strafbaar gesteld, 1998, p. 1.
-
4 Stichting Anti Stalking 1999, Kim Soetaert, Stalking, de betekenis van het slachtofferschap 1999-2000, p. 4.
-
5 Mullen et al., Stalkers and their victims, 2000.
-
6 Royakkers, Sarlemijn 1998, p. 155.
-
7 Van der Aa 2010, p. 39-40.
-
8 Malsch, Blaauw 2000, p. 1745.
-
9 SB 2012 no.70.
-
10 MvT Wet Strafbaarstelling Belaging SB 2012 no.70.
-
11 Memorie van Toelichting Wet Strafbaarstelling Belaging.
-
12 Artikel 3 Wet Strafbaarstelling Belaging.
-
13 HR 7 februari 2006, 03560/04.
-
14 C.P.M. Cleiren en J. F. Nijboer, Tekst en commentaar, Strafrecht, Van Maurik, p. 1225.
-
15 Memorie van Toelichting Wet strafbaarstelling belaging (27 april 2012, no. 70).
-
16 C.P.M. Cleiren en J. F. Nijboer, Tekst en commentaar, Strafrecht, Van Maurik, p. 1226.
-
17 Kronenberg & De Wilde 2007, p. 204.
-
18 Zie Tekst en commentaar, Cleiren & Nijboer, 2001, p. 558.
-
19 Corstens 2008, p. 80.
-
20 HR 26 april 2011, LJN BP1278.
-
21 Art. 89 lid 1 Sr.
-
22 Art. 89 lid 2 Sr.
Iedereen heeft wel een idee over wat belaging is. Toch is het moeilijk om een eenduidige betekenis aan dit fenomeen te geven. Dientengevolge bestaan er verschillende definities van het begrip ‘belaging’.
Volgens Meloy1x J.R. Meloy, The Psychology of Stalking: Clinical and Forensic Perspectives, 1998. wordt belaging beschreven als een misdaad die opeenvolging van gedragingen van een individu inhoudt, die bedreigend en potentieel gevaarlijk zijn.
M.S. Groenhuijsen2x Delict en Delinkwent, 1998, afl. 6, p. 521-526. omschrijft stalking als zijnde een verzamelbegrip dat zeer uiteenlopende gedragingen omvat. Hij haalt daarbij aan dat in de wetgevingsstukken voorbeelden worden genoemd als het op straat achtervolgen, bedreigingen uiten, telefonisch ongewenst benaderen, voor de woning of werkplek postvatten, het beschadigen of verplaatsen van voorwerpen en het verspreiden van valse geruchten over een andere persoon (het slachtoffer). Moderne vormen zijn cyberstalking, waaronder het versturen van e-mails valt, alsook het verzenden van ongewilde sms-berichten.
Volgens Royakkers & Sarlemijn3x Royakkers & Sarlemijn, Stalking strafbaar gesteld, 1998, p. 1. is belaging het verschijnsel dat iemand een andere persoon, vaak op grond van amoureuze en/of seksuele motieven, tot wanhoop brengt door deze persoon stelselmatig en obsessief te achtervolgen en lastig te vallen.
Het stelselmatig of herhaaldelijk lastigvallen van iemand komt in de verschillende definities steeds terug. De belager wil het leven van het slachtoffer controleren en beïnvloeden. Om zijn doel te bereiken, dringt hij op hinderlijke wijze binnen in het persoonlijke leven van het slachtoffer. Sommige belagers willen een verbroken relatie herstellen. Verder blijken wraak, meningsverschillen over betaling van alimentatie en zeggenschap over kinderen, redenen om de ander bij herhaling lastig te vallen. Als gevolg van de gedragingen wordt het slachtoffer belemmerd in zijn dagelijkse leven. De handelingen zijn er in ernstige gevallen op gericht om het slachtoffer het leven onmogelijk te maken. Hieronder staan enige kenmerken van belaging:4x Stichting Anti Stalking 1999, Kim Soetaert, Stalking, de betekenis van het slachtofferschap 1999-2000, p. 4.