DOI: 10.5553/SJB/056266842023060001024

Surinaams JuristenbladAccess_open

Jurisprudentie

Kantongerecht in het Eerste Kanton A.R. no. 17-2146

DOI
Toon PDF Toon volledige grootte
Statistiek Citeerwijze
Dit artikel is keer geraadpleegd.
Dit artikel is 0 keer gedownload.
Aanbevolen citeerwijze bij dit artikel
, 'Kantongerecht in het Eerste Kanton A.R. no. 17-2146', Surinaams Juristenblad Aflevering 1 2023, DOI: 10.5553/SJB/056266842023060001024

Dit artikel wordt geciteerd in

      Een rechtspersoon is een juridische abstractie die om zijn doel na te streven deel moet uitmaken van het maatschappelijk (economisch) rechtsverkeer. Hij is echter een abstract rechtssubject dat niet kan handelen of aansprakelijk zijn zonder het handelen of nalaten van een natuurlijk persoon. Aan de vaststelling dat een rechtspersoon heeft gehandeld en ter juridische beoordeling van dat handelen, gaat dus een feitelijk handelen van één of meer natuurlijk personen vooraf. Dit probleem, waardoor zij in beginsel niet zou kunnen deelnemen aan het maatschappelijk (economisch) rechtsverkeer, wordt opgelost met het leerstuk van toerekening van dat handelen of nalaten van de natuurlijke persoon aan de rechtspersoon.
      Voorts wordt overwogen dat indien de wanprestatie in een niet-nakoming bestaat, de schuldenaar terstond tot schadevergoeding verplicht is en komt een ingebrekestelling hier niet ter sprake Op grond van de laatste zinsnede van artikel 1264 BW is een ingebrekestelling evenmin vereist.

      Rechtspersoonlijkheid, vertegenwoordiging en toerekening
      Ingebrekestelling ex artikel 1264 BW

      Kantongerecht in het Eerste Kanton
      A.R. no. 17-2146
      11 mei 2021

      Vonnis in de zaak van:

      O, W, I,
      wonende te Paramaribo,
      eiser in conventie, tevens gedaagde in reconventie,
      gemachtigde: mr. J.R. Garib, advocaat,

      tegen

      De Naamloze Vennootschap Coach (N.V. Coach),
      gevestigd te Paramaribo,
      gedaagde in conventie, tevens O, W, Ies in reconventie,
      gemachtigde: mr. S. Mangroelal, advocaat.

      Partijen worden hierna aangeduid met O, W, I en de NV Coach.

      1. Het verloop van het proces
      1.1 Dit blijkt uit de volgende processtukken en/of -handelingen:

      • het inleidend verzoekschrift dat met producties op 02 juni 2017 op de Griffie der Kantongerechten is ingediend;

      • de griffiersbrief, d.d. 21 november 2017, verzonden naar de directeur van NV Coach, waarbij hij wordt opgeroepen voor de eerste behandeling van de zaak op de zitting van 12 december 2017;

      • de mondelinge conclusie van eis;

      • de conclusie van antwoord in conventie en uitlating producties, met een productie en de eis in reconventie;

      • de conclusies van repliek in conventie en uitlating productie, met producties en van antwoord in reconventie;

      • de conclusies van dupliek in conventie en uitlating producties en van repliek in reconventie;

      • de conclusie van dupliek in reconventie met producties;

      • de conclusie tot uitlating producties, zijdens de NV Coach.

      1.2 De rechtsdag voor de uitspraak is hierna bepaald op heden.

      2. De feiten
      2.1 NV Coach verkreeg het erfpachtsrecht, vervallende op 18 april 2013, op het perceelland, met al hetgeen daarop staat, groot 3,9857 ha, gelegen in het district Suriname, thans Paramaribo, ten westen van de Henry Fernandesweg, bekend als nummer 1 en nader aangeduid op de kaart van de landmeter G. Kanhai van 20 januari 1973 met de letters ABCD (hierna: het onroerend goed), door overschrijving van een afschrift van een akte van openbare verkoop van 20 december 2002, verleden ten overstaan van de notaris R. Ramautar in de registers van het MI-GLIS op 07 januari 2003 in register C 1572 onder het nummer 6284.
      2.2 Blijkens koop en verkoopovereenkomst van 16 september 2007 (hierna: de koopovereenkomst) heeft O, W, I het onroerend goed van NV Coach gekocht voor de prijs van € 600.000,-.
      2.3 O, W, I heeft na daartoe bekomen verlof van de kantonrechter in het Eerste Kanton bij beschikking, d.d. 22 mei 2017, ter verzekering van zijn vordering begroot op € 600.000,- door de deurwaarder bij het Hof van Justitie, P.S. Olensky, bij exploot van 26 mei 2017, no. 645-17, conservatoir beslag doen leggen op het onroerend goed.

      3. De vorderingen, de grondslagen daarvan en de verweren daarop
      In conventie
      3.1 O, W, I vordert, zakelijk weergegeven, na wijziging van eis, om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:

      Primair

      1. de NV Coach te veroordelen om aan hem binnen een week na het vonnis het onroerend goed te leveren c.q. over te dragen, onder verbeurte van een dwangsom van SRD 100.000,- voor iedere dag dat zij weigert hieraan te voldoen.

      Subsidiair

      1. de koopovereenkomst te ontbinden en de NV Coach te veroordelen aan hem ter verrekening van zijn opeisbare vordering groot € 600.000,- te betalen;

      2. de NV Coach te veroordelen aan hem te betalen 15% incassokosten van het onder A gevorderd bedrag;

      3. van waarde te verklaren het ten deze gelegde beslag.

      3.2 O, W, I legt, zakelijke weergegeven, aan zijn vordering ten grondslag dat hij het onroerend goed van de NV Coach heeft gekocht en ondanks dat hij de koopsom heeft voldaan, laatstgenoemde het niet aan hem wil overdragen. Hierdoor pleegt de NV Coach wanprestatie jegens hem, waardoor hij schade lijdt die begroot wordt op € 600.000,-, exclusief de incassokosten. Het door hem gelegde beslag dient daarom vanwaarde te worden verklaard.

      In reconventie
      3.3 De NV Coach vordert, zakelijk weergegeven, om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:

      1. O, W, I te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan haar te betalen de kosten van rechtsbijstand ad 5% van € 600.000,-, vermeerderd met 8% omzetbelasting;

      2. het ten deze gelegde beslag op te heffen.

      3.4 De NV Coach legt, zakelijk weergegeven, aan haar vordering ten grondslag dat de vordering van O, W, I in conventie ongegrond is en dat het beslag ten onrechte is gelegd. Ten einde zich te verzekeren van een gedegen verweer, moest zij zich laten vertegenwoordigen door een advocaat. O, W, I is verplicht deze kosten bedragende 5% van het in conventie gevorderde bedrag te betalen. Zij heeft voorts recht en belang om de opheffing van het gelegde beslag te vorderen.

      3.5 Partijen voeren verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

      4. De beoordeling in conventie en in reconventie
      4.1 Gelet op de inhoudelijke samenhang der vorderingen, zullen deze in conventie en in reconventie gezamenlijk worden besproken.

      De koopovereenkomst
      4.2 De NV Coach betoogt eerstens dat er tussen partijen geen koopovereenkomst tot stand is gekomen. De overgelegde overeenkomst is haar onbekend en is de handtekening daarop niet afkomstig van haar voormalige directeur, wijlen de heer D. Ramdien. Bovendien blijkt uit het document op geen enkele wijze dat zij het terrein aan O, W, I heeft verkocht. In het contract staat enkel dat Ramdien zou handelen als enig bestuurslid van haar. Krachtens haar statuten en de wet wordt de naamloze vennootschap echter uitsluitend vertegenwoordigd door haar bestuur. Nergens uit het contract blijkt dat Ramdien de bedoeling zou hebben gehad om de vennootschap te willen binden, aldus de NV Coach.
      4.3 De kantonrechter overweegt dat een rechtspersoon een juridische abstractie is die om zijn doel na te streven deel moet uitmaken van het maatschappelijk (economisch) rechtsverkeer. Hij is echter een abstract rechtssubject dat niet kan handelen of aansprakelijk zijn zonder het handelen of nalaten van een natuurlijk persoon. Aan de vaststelling dat een rechtspersoon heeft gehandeld en ter juridische beoordeling van dat handelen, gaat dus een feitelijk handelen van één of meer natuurlijk personen vooraf. Dit probleem, waardoor zij in beginsel niet zou kunnen deelnemen aan het maatschappelijk (economisch) rechtsverkeer, wordt opgelost met het leerstuk van toerekening van dat handelen of nalaten van de natuurlijke persoon aan de rechtspersoon.
      4.4 Verder overweegt de kantonrechter dat in de overeenkomst vermeldt staat dat Ramdien die is aangegaan, handelende als enig bestuurslid van de NV Coach. Anders dan de NV Coach betoogt, merkt de kantonrechter dat het onroerend goed wel omschreven staat in de overeenkomst. O, W, I heeft bij conclusie van repliek in conventie het historisch uittreksel van de NV Coach uit het Handelsregister overgelegd waaruit blijkt dat Ramdien op 16 september 2007, de datum van de overeenkomst, directeur van de NV Coach was. Verder blijkt uit de door O, W, I overgelegde uittreksel uit het Handelsregister van 25 maart 2009 dat Ramdien als directeur de enige bestuurder van voornoemde vennootschap was.
      4.5 Over de handtekening van Ramdien op de koopovereenkomst stelt O, W, I nader dat Ramdien verschillende handtekeningen op zijn stukken plaatste. Ter adstructie van deze stelling heeft hij bij conclusie van repliek in conventie kopieën van een drietal stukken, waarop Ramdien zou hebben getekend, als producties overgelegd. Het gaat hierbij om, (1) zijn Nederlandse paspoort, (2) een schuldbekentenis van 02 juli 2003 en (3) een verklaring van 2003.De kantonrechter neemt waar dat de handtekeningen van Ramdien op deze documenten, grote gelijkenissen met elkaar vertonen, doch verschillen met de handtekening van Ramdien op de door de NV Coach bij conclusie van antwoord in conventie overgelegde kopie van de ID-kaart van Ramdien. Het door de NV Coach overgelegde afschrift van de ID-kaart van Ramdien, ondersteund ook de stelling van O, W, I over de verschillende handtekeningen van Ramdien. De handtekeningen op de ID-kaart, op de drie voormelde stukken (paspoort, schuldbekentenis en verklaring) en de koopovereenkomst, vertonen immers verschillen. Daar komt nog bij dat de handtekening die voorkomt op de koopovereenkomst en de door O, W, I bij zijn inleidend verzoekschrift overgelegde zes kwitanties – hoewel deze grote gelijkenissen met elkaar vertonen – verschillen met de handtekeningen op de ID-kaart van Ramdien en op de door O, W, I overgelegde drie stukken. De stelling van O, W, I, dat Ramdien verschillende handtekeningen plaatste op stukken, wordt door de NV Coach niet betwist.
      Op grond van het vorenstaande is de kantonrechter van oordeel dat Ramdien op verschillende wijze zijn handtekening op stukken plaatste.
      4.6 Indachtig het voorgaande is de conclusie dan ook gerechtvaardigd dat de handtekening op de koopovereenkomst van Ramdien is, die bij het aangaan daarvan heeft gehandeld in de hoedanigheid van enig bestuurslid van de NV Coach. Kortom, de koopovereenkomst is tussen partijen, O, W, I en de NV Coach (vertegenwoordigd door haar toenmalige en enige bestuurder) tot stand is gekomen.

      De eiswijziging
      4.7 Bij conclusie van repliek in conventie verzoekt O, W, I om zijn petitum te wijzigen in dier voege dat, zakelijk weergegeven, onder het primair sub A wordt gevorderd, de NV Coach te veroordelen om aan hem binnen een week na het vonnis het onroerend goed te leveren c.q. over te dragen, onder verbeurte van een dwangsom van SRD 100.000,- voor iedere dag dat zij weigert hieraan te voldoen. En subsidiair sub A de koopovereenkomst te ontbinden en de NV Coach te veroordelen aan hem ter verrekening van zijn opeisbare vordering € 600.000,- te betalen. Voorts onder sub B, de NV Coach te veroordelen om aan hem 15% incassokosten te betalen van het onder sub A gevorderde bedrag.
      4.8 Volgens de NV Coach heeft O, W, I zijn eerder geformuleerde petitum losgelaten en vordert hij thans andere zaken. Zij verzet zich hiertegen, omdat door toewijzing van het gevraagde een deel van haar verweer zal worden weggenomen, wat in strijd is met een goede procesorde. Zij verzet zich dan ook uitdrukkelijke tegen toewijzing van de verzochte eiswijziging. Anders dan de NV Coach betoogt, overweegt de kantonrechter dat de door O, W, I verzochte wijziging van zijn petitum niet in strijd is met de bepaling van artikel 109 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Daar komt nog bij dat het door O, W, I verzochte eiswijziging voortvloeit uit dezelfde feiten en omstandigheden zoals gesteld in zijn verzoekschrift. Bovendien wordt de NV Coach door die wijziging niet in zijn verweer geschaad en het proces ook niet onredelijk vertraagd. Daarom wordt die wijziging van het petitum toegestaan en heeft de kantonrechter hiermee onder 3.1 van dit vonnis rekening gehouden.

      De wanprestatie
      4.9 Uit de koopovereenkomst citeert de kantonrechter, voor zover hier van belang, als volgt.
      … Het totale bedrag groot 600.000 Euro zal in 6 jaarlijkse termijnen worden voldaan beginnende in oktober 2007 elk jaar zal er 100.000 Euro worden betaald en na volledige betaling zal het worden overgeschreven aan koper…
      De kantonrechte merkt dat O, W, I zijn stelling dat hij de koopsom heeft voldaan onderbouwd met afschriften van 6 (zes) kwitanties, waaruit moet blijken dat hij in zes tranches van € 100.000,- in totaal € 600.000,- aan Ramdien heeft voldaan. Het gaat hierbij om de volgende kwitanties.

      No.DatumBedrag in Euro
      1 16-10-07 100.000,-
      2 23-10-08 100.000,-
      3 28-10-09 100.000,-
      4 17-10-10 100.000,-
      5 19-10-11 100.000,-
      6 26-10-12 100.000,-

      4.10 Op grond van hetgeen onder 4.5 en 4.6 van dit vonnis is overwogen, wordt het ervoor gehouden dat de handtekeningen op deze kwitanties van Ramdien zijn. Hierdoor is in rechte komen vast te staan dat hoewel O, W, I de koopsom heeft voldaan, het onroerend goed niet aan hem is geleverd. De NV Coach voert aan dat zij niet in gebreke is gesteld waardoor de vordering wettelijk niet opeisbaar is. De kantonrechter overweegt dat ingevolge artikel 1264 van het Burgerlijk Wetboek (BW), vergoeding van kosten, schade en interesten, voortspruitende uit het niet nakomen van een verbintenis, dan eerst verschuldigd is, wanneer de schuldenaar, na in gebreke te zijn gesteld, nalatig blijft om die verbintenis te vervullen, of indien hetgeen de schuldenaar verplicht was te geven of te doen, slechts kon gegeven of gedaan worden binnen zekere tijd, welke hij heeft laten voorbijgaan.
      4.11 Overwogen wordt dat indien de wanprestatie in een niet-nakoming bestaat, de schuldenaar terstond tot schadevergoeding verplicht is en komt een ingebrekestelling hier niet ter sprake (Asser/Rutten, Verbintenissenrecht, deel I, de Verbintenissen in het Algemeen, p. 173, Tjeenk Willink, Zwolle 1981, 6e druk). Bovendien heeft O, W, I al op 26 oktober 2012 de koopsom voldaan en zou ingevolge de koopovereenkomst het onroerend goed daarna aan hem geleverd moeten worden, hetgeen niet is geschied. Op grond van de laatste zinsnede van artikel 1264 BW is onder deze omstandigheden een ingebrekestelling evenmin vereist. Derhalve is de kantonrechter van oordeel dat door het niet leveren van het onroerend goed aan O, W, I, de wanprestatie van de NV Coach in rechte is komen vast te staan.
      4.12 O, W, I vordert primair onder sub A om de NV Coach, onder verbeurte van een dwangsom, te veroordelen om het onroerend goed te leveren c.q. over te dragen. Uit de door hem overgelegde hypothecair uittreksel van 04 mei 2017 blijkt echter dat het erfpachtsrecht op het onroerend goed op 18 april 2013 zou vervallen. Nu gesteld noch gebleken is wat de status van dit onroerend goed is en/of enig zakelijk recht daarop nog aan de NV Coach toebehoort, zal het primair gevorderde niet voor toewijzing in aanmerking komen.
      4.13 Het in conventie subsidiair gevorderde zal als te zijn gegrond en bewezen als na te melden worden toegewezen.
      4.14 De in conventie gevorderde incassokosten zullen wegens het ontbreken van een contractuele dan wel wettelijk grondslag niet worden toegewezen.
      4.15 Nu de vordering in conventie (grotendeels) zal worden toegewezen en voldaan is aan de wettelijke termijnen en formaliteiten, zal de vordering tot vanwaardeverklaring van het ten deze gelegde beslag worden toegewezen.
      4.16 Aangezien de vordering in conventie grotendeels zal worden toegewezen, zal die in reconventie – op grond van de inhoudelijke samenhang der vorderingen – worden afgewezen.
      4.17 De NV Coach zal als de in het ongelijk gestelde partij, zowel in conventie als in reconventie, in de proceskosten worden verwezen.

      5. De beslissing
      De kantonrechter:
      In conventie
      5.1 verklaart dat de tussen partijen bestaande koopovereenkomst van 16 september 2007 is ontbonden;
      5.2 veroordeelt de NV Coach om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan O, W, I ter verrekening € 600.000,- (zeshonderdduizend Euro) te betalen;
      5.3 verklaart van waarde het door de deurwaarder bij het Hof van Justitie, P.S. Olensky, bij exploot van 26 mei 2017, no. 645-17, gelegde conservatoir beslag ten laste van de NV Coach op de in voormeld exploot omschreven onroerend goed;
      5.4 verklaart hetgeen is beslist onder 5.2 en 5.3 uitvoerbaar bij voorraad;
      5.5 veroordeelt de NV Coach in de proceskosten aan de zijde van O, W, I, tot aan deze uitspraak begroot op SRD 1.110,- (eenduizend en honderd en tien Surinaamse dollars);
      5.6 wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.

      In reconventie
      5.7 wijst de vordering af;
      5.8 veroordeelt de NV Coach in de proceskosten aan de zijde van O, W, I, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.

      Dit vonnis is gewezen door mr. D. Bandhoe en uitgesproken door mr. R.M. Praag, Kantonrechters in het Eerste Kanton, ter openbare terechtzitting te Paramaribo van dinsdag 11 mei 2021 in aanwezigheid van de griffier.


Print dit artikel