De Rekenkamer van Suriname als onafhankelijk controleorgaan
-
1 Inleiding
Het jaar 2019 kan worden gezien als een bijzonder jaar voor de Rekenkamer van Suriname (hierna, RvS) aangezien zij op 3 mei 2019 haar 65-jarig bestaan herdacht en zowel de Wet Rekenkamer Suriname 20191x SB. 2019 no. 102. (hierna, Wet RS 2019) als de Comptabiliteitswet 20192x SB. 2019 no. 98. in dat jaar zijn goedgekeurd3x Op 9 juli 2019 werd de Wet Rekenkamer Suriname 2019 met algemene 35 stemmen goedgekeurd en op 30 juli 2019 werd de Comptabiliteitswet 2019 eveneens met algemene 35 stemmen goedgekeurd in DNA. door De Nationale Assemblée (DNA). Voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet RS 2019 in het jaar 2020 was de Wet Rekenkamer 1953 geldig, die intussen reeds sterk verouderd was en niet meer voldeed aan de moderne tijdgeest. Zo ontbraken er onder meer bepalingen inzake de financiële- en operationele onafhankelijkheid van het orgaan. Hoewel de aanname van voormelde wetten in dat jaar een positieve ontwikkeling teweegbracht voor het orgaan, was er echter ook een grote uitstroom van personeel in dat jaar te constateren; hetzij middels overplaatsing, hetzij ontslag.
De RvS behoort tot de hoge Colleges van Staat en verkrijgt haar wettelijke grondslag uit de Grondwet4x SB. 1987 no. 116, zoals gewijzigd bij SB. 1992 no. 38. (GW) en de Wet RS 2019. Ofschoon een belangrijke taak weggelegd is voor de RvS, namelijk ‘het uitoefenen van toezicht op de besteding van staatsgelden alsmede controle op het geldelijk beheer van de overheid in de ruimste zin’5x Artikel 150 GW. blijkt zij vooralsnog niet in staat te zijn om op een adequate manier invulling te geven aan deze wettelijke taak. Een groot obstakel blijft het tekort aan gekwalificeerde en deskundige krachten, zoals registeraccountants en forensische accountants, die zich richten op het opsporen van financiële en economische delicten. Herhaalde sollicitatie-oproepen hebben niet het gewenste resultaat gehad.6x Starnieuws 30 november 2016: ‘Rekenkamer voldoet niet aan internationale standaarden’/M.R. Hoever-Venoaks en L.J.A. Damen, Surinaams bestuursrecht 2021: Boom juridisch 2021, p. 122. Blijkens het jaarverslag 2021 heeft de RvS nog steeds geen accountant(s) in dienst kunnen nemen in 2021.7x Jaarverslag RvS 2021, p. 31. Uit het voormelde verslag blijkt dat zij in voornoemd dienstjaar te kampen had met grote uitdagingen op diverse gebieden die zowel binnen als buiten haar invloedssfeer lagen. Ondanks de vele uitdagingen zal zij als controleorgaan toch een balans moeten vinden om haar wettelijke taak zo kwalitatief en professioneel mogelijk uit te oefenen en bij te dragen aan goed openbaar bestuur, kwaliteit en legitimiteit van de overheid.
Dit artikel belicht de taakstelling, samenstelling alsmede benoeming en functie eisen van de leden van de RvS zoals vastgelegd in de Wet RS 2019. Tevens zal in de laatste twee paragrafen worden ingegaan op twee soort onderzoeken en volgt een korte bespreking van de RvS als onafhankelijk controleorgaan binnen ons staatsbestel. Het geheel wordt afgesloten met conclusies. -
2 Taakstelling en samenstelling RvS
2.1 Taakstelling
De wettelijke taak van de RvS is geregeld in de GW en in de Wet RS 2019. Artikel 149 lid 1 GW bepaalt ‘dat bij wet een orgaan wordt ingesteld, dat tot taak heeft toezicht uit te oefenen op de besteding van de staatsgelden, alsmede controle op het geldelijk beheer van de overheid in de ruimste zin’. ‘Het toezicht en de controle zullen worden uitgeoefend zowel op de rechtmatigheid als de doelmatigheid van de besteding en het beheer van de staatsfinanciën’.8x Artikel 149 lid 2 GW.
De woorden ‘in de ruimste zin’ in lid 1 duiden erop dat de controlebevoegdheid van de RvS op het geldelijk beheer van de overheidsadministratie niet aan enige beperking is onderworpen. Met dien verstande dat het niet mogelijk is enig deel van die administratie aan de controle van de RvS te onttrekken. In de praktijk blijkt echter dat de RvS niet altijd de medewerking verkrijgt van de rekenplichtige9x Artikel 19 lid 2 en 3 Wet RS 2019 geeft aan wie tot de rekenplichtigen behoren./gecontroleerde om alle noodzakelijke informatie te verstrekken aan het orgaan die zij nodig acht ten behoeve van onderzoek.10x Blijkens het jaarverslag 2018 van de Rekenkamer heeft het ministerie van Financiën en Planning niet de noodzakelijke medewerking verleend aan het orgaan om het onderzoek ‘Rechtmatigheid van subsidies verstrekt door het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (SOZAVO)’ zo volledig mogelijk te verrichten.Lid 2 van artikel 149 GW geeft de RvS de bevoegdheid om recht- en doelmatigheids-onderzoeken uit te voeren. De Wet RS 2019 specificeert deze bevoegdheid nader in de artikelen 24 lid 2 en 30.
Ingevolge artikel 2 lid 2 Wet RS 2019 zijn de taken van het orgaan: (i) het uitoefenen van toezicht op de besteding van de staatsgelden; (ii) de goedkeuring van de rekening van ontvangsten en uitgaven; (iii) controle op het geldelijk beheer van de overheid in de ruimste zin als bedoeld in artikel 149 lid 1 GW.2.2 Samenstelling
De RvS bestaat uit drie leden, te weten: een voorzitter, een ondervoorzitter en een lid. Daarnaast heeft zij nog twee plaatsvervangers.11x Artikel 3 lid 1 Wet RS 2019. Tevens zijn aan de RvS een secretaris en adjunct-secretarissen toegevoegd, waarbij het orgaan zelf voor de voordracht moet zorgdragen. In tegenstelling tot de oude wettelijke regeling van 1953 zijn de functies van ondervoorzitter en adjunct-secretaris in de huidige Wet RS 2019 opgenomen. Volgens de MvT is met de toevoeging van de functie ondervoorzitter een duidelijke voorziening gegeven voor de vervanging van de voorzitter. Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter worden diens taken en bevoegdheden waargenomen door de ondervoorzitter.12x Artikel 16 lid 1 Wet RS 2019. Toevoeging van de functie van adjunct- secretaris kan eveneens worden bekeken in geval van verhindering of ontstentenis van de secretaris. Voorts ter ondersteuning van de werkzaamheden van de secretaris. Naast de taakstelling en samenstelling van het orgaan regelt de huidige wet onder andere de benoeming en functie eisen van de leden, secretaris, adjunct-secretaris en gecertificeerde auditors13x Artikel 1 lid 1 onder l Wet RS 2019 geeft aan dat het gaat om hoog opgeleide onderzoekers die voldoen aan de eisen zoals gesteld in het reglement van orde van de Rekenkamer, die leiding geven en verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van onderzoek van de Rekenkamer. waarop in de volgende paragraaf wordt ingegaan.
-
3 Benoeming en functie eisen leden RvS
De leden van de RvS worden door de President benoemd uit een voordracht door DNA van twee personen voor ieder te benoemen lid. Volgens de MvT beoogt de procedure te waarborgen dat de leden en plaatsvervangers het vertrouwen hebben van zowel de Rekenkamer als DNA.14x MvT op de Wet RS 2019, p. 26. De benoeming geschiedt voor een termijn van vijf jaar15x Artikel 150 GW. – behoudens het bepaalde in de artikelen 7 en 8 Wet RS 2019 – en is niet van toepassing op de functies van secretaris, adjunct-secretaris en gecertificeerde auditor. Zowel de secretaris, adjunct-secretaris als gecertificeerde auditor worden op voordracht van de RvS door de President bij resolutie benoemd, geschorst en ontslagen. Parlementariër Etnel gaf tijdens de behandeling van de ontwerpwet Rekenkamer Suriname aan om in artikel 3 lid 6 expliciet een termijn van 5 jaar op te nemen aangezien een voorzitter dan ‘opgescheept’ zit met iemand die hij of zij niet heeft voorgedragen.16x Plenaire Openbare Vergadering in DNA op 9 juli 2019. Hoewel ik de redenering begrijp, geeft de GW in artikel 150 aan dat slechts de voorzitter en de leden voor een termijn van vijf jaar worden benoemd. De huidige wet biedt ook de mogelijkheid tot herbenoeming dat tot uiting komt in artikel 7 onder b Wet RS 2019.
Leden moeten onder meer de leeftijd van 35 (vijf en dertig) jaar hebben bereikt en de Surinaamse nationaliteit bezitten. Opmerkelijk is dat de leeftijd eis van 35 jaar ook van toepassing is op de functie van adjunct-secretaris en gecertificeerde auditor hetgeen mijns inziens niet nodig is. Dit vanwege het feit dat afgestudeerden thans vrij jong zijn en zich reeds op jongere leeftijd profileren binnen onze samenleving. Voorts blijkt dat de wetgever de leeftijd eis van 30 (dertig) jaar in de oude regeling van 1953 niet heeft gehandhaafd, maar gewijzigd naar 35 (vijf en dertig) jaar zonder enige onderbouwing. Jong dynamisch en gedreven kader wordt zodoende uitgesloten. Onder de leeftijd van 35 (vijf en dertig) jaar kunnen er wel degelijk jonge dynamische geschikte personen zijn met de juiste competenties die een goede job kunnen vervullen binnen het orgaan. Het is dus niet duidelijk waarom de leeftijd eis van 30 (dertig) jaar gewijzigd is naar 35 (vijf en dertig) jaar.
Behalve aanpassing van de leeftijd eis van 30 (dertig) jaar blijkt dat er in de huidige wet ook enige nuance aangebracht is ten aanzien van de leeftijdsgrens. Voor de leden gaat het ontslag onder andere in aan het einde van het jaar waarin zij de leeftijd van 70 (zeventig) jaar hebben bereikt (artikel 7 onder c Wet RS 2019). De maximale leeftijdsgrens van 65 (vijf en zestig) jaar in de oude regeling van 1953 is dus niet gehandhaafd en eveneens aangepast zonder onderbouwing in de MvT. Tijdens de behandeling17x Plenaire Openbare Vergadering in DNA op 9 juli 2019. van de ontwerpwet maakte parlementariër Etnel enkele kritische kanttekeningen18x De parlementariër vroeg zich af waarom niet gekozen is voor de pensioengerechtigde leeftijd van 60 (zestig) jaar. Dit vanwege het feit dat Suriname een vrij jonge bevolking heeft en er vaak genoeg – wanneer de mensen nog zo ‘oud’ zitten in de functie – geen doorstroming is van jong kader. Het is volgens haar belangrijk dat aan jonge mensen kansen geboden worden om te groeien. ten aanzien van de leeftijdsgrens van 70 (zeventig) jaar. Los van de leeftijd eis van 35 (vijf en dertig) en het bezitten van de Surinaamse nationaliteit is voor benoeming een opleidingsvereiste gekoppeld die nader geregeld is in artikel 6 onder de Wet RS 2019. Dit, teneinde te waarborgen dat de wettelijke taak van de RvS op een verantwoorde wijze zal worden vervuld. Gelet op haar wettelijke taak zoals vastgelegd in de GW en de Wet RS 2019 is het sterk aan te bevelen dat zowel binnen het college19x De samenstelling van het college bestaat uit drie leden, te weten: een voorzitter, ondervoorzitter en een lid. Daarnaast heeft zij twee plaatsvervangers. als het management van de RvS tenminste één (1) persoon met een juridische achtergrond en ervaring wordt benoemd. Dit in het kader van het juist toepassen van de geldende wet- en regelgeving bij onderzoeken van en juridische screening bij met name het rechtmatigheidsonderzoek waarop in de volgende paragraaf wordt ingegaan. Tot slot geldt de eis van ten minste drie jaar ingezetene zijn van Suriname (artikel 6 onder c Wet RS 2019).
-
4 Soort onderzoeken
4.1 Rechtmatigheidsonderzoek
Zoals eerder aangegeven geeft artikel 149 lid 2 GW de RvS de bevoegdheid om recht- en doelmatigheidsonderzoeken uit te voeren, die nader gespecificeerd zijn in de artikelen 24 lid 2 en 30 Wet RS 2019. Het rechtmatigheidsonderzoek is een onderzoek waarbij nagegaan wordt in hoeverre handelingen en besluiten van rekenplichtigen in overeenstemming zijn met de ter zake gegeven wettelijke voorschriften, als bedoeld in artikel 24 lid 2.20x Artikel 1 lid 1 onder j Wet RS 2019. De MvT geeft aan dat voornoemd onderzoek ten eerste bedoeld is om te bepalen of met de financiën van de overheid conform de regels is omgegaan en vervolgens om een beoordeling te doen van de financiële en niet financiële informatie opgenomen in de jaarverslagen/jaarrekeningen.21x MvT op de Wet RS 2019, p. 29. Voorts is het onderzoek gericht op: a. het gevoerde financiële beheer; b. de financiële verantwoording; c. de rekening en saldibalans van de Staat.22x MvT op de Wet RS 2019, p. 29.
Blijkens het jaarverslag 2018 heeft de RvS in 2018 een nieuwe werkmethode volgens internationale standaarden23x International Standards for Supreme Audit Institutions (hierna. ISSAIs). voor rechtmatigheidsonderzoek geïntroduceerd en zijn in voormeld jaar twee (2) pilot onderzoeken volgens de ISSAIs voor rechtmatigheidsonderzoek uitgevoerd.24x Het betreft in deze ‘Rechtsgelijkheid en rechtmatigheid van gronduitgifte door het ministerie van Ruimtelijke Ordening, Grond- en Bosbeheer’ en ‘Rechtmatigheid van subsidies verstrekt door het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting’ (Jaarverslag 2018). Voorafgaand aan deze nieuwe werkmethode vond voornoemd onderzoek bij het orgaan niet plaats volgens internationale auditstandaarden en geschiedde dit niet volgens een professionele methode. Behalve dat de onderbouwing bij de oude werkmethode niet gebaseerd was op voldoende bewijs – maar veelal op veronderstellingen/ongefundeerde aannames – was de oude werkmethode25x Het rechtmatigheidsonderzoek vond toen plaats op basis van het toetsen van de ontvangen beschikkingen en resoluties van de verschillende departementen. niet op het gewenste niveau; niet kwalitatief en professioneel en ook niet gebaseerd op een risico- analyse.
Ofschoon de introductie van de nieuwe werkmethode volgens de ISSAIs voor rechtmatigheidsonderzoek een positieve en belangrijke ontwikkeling is in haar streven naar onder andere betere kwaliteitsproducten, waaronder rapporten heeft dit orgaan nog een lange weg te gaan. Een nadere evaluatie – door een ter zake deskundige team – zal moeten uitwijzen of de uitgevoerde rechtmatigheidsonderzoeken gebaseerd op de nieuwe werkmethode volgens ISSAIs, geresulteerd hebben in (betere) producten van kwalitatieve aard. Echter moet worden benadrukt, dat rechtmatigheidsonderzoeken die alléén gebaseerd zijn op een nieuwe werkmethode geen garantie biedt voor kwalitatieve rapporten en verslagen. Hoewel een inhoudelijke bespreking van de jaarverslagen 2018 t/m 2021 buiten beschouwing blijft, zal het vermelden van onjuiste informatie, data, het niet juist toepassen van wet- en regelgeving en niet op de hoogte zijn van nieuwe ontwikkelingen inzake onderzoeksonderwerpen ook afbreuk doen aan de kwaliteit van rapporten en verslagen.
4.2 Doelmatigheidsonderzoek
Het doelmatigheidsonderzoek is een onderzoek waarbij nagegaan wordt in hoeverre het beheer van alle gelden en goederen van de Staat door de rekenplichtigen geschiedt overeenkomstig de gestelde beleidsdoelen, als bedoeld in artikel 30.26x Artikel 1 lid 1 onder k Wet RS 2019. De MvT geeft aan dat voornoemd onderzoek betrekking heeft op de vraag of de middelen van de overheid zodanig zijn aangewend, dat zij het meeste rendement hebben opgeleverd, met andere woorden of daarmee zoveel mogelijk van de beoogde beleidsdoelen zijn gerealiseerd.27x MvT op de Wet RS 2019, p. 30. Hoewel de Wet RS 2019 de RvS het mandaat geeft om doelmatigheidsonderzoeken uit te voeren, blijkt dat in geen van de jaarverslagen 2018 t/m 2021 nog dergelijke onderzoeken zijn uitgevoerd. Blijkens informatie uit het document Strategisch Plan 2017-2021 was het onder andere haar ambitie om zowel in het dienstjaar 2020 als 2021 tenminste één (1) doelmatigheidsonderzoek conform de ISSAIs te publiceren.28x Strategisch Plan 2017-2021, p. 10. Behalve dat het orgaan vooralsnog geen doelmatigheidsonderzoeken heeft kunnen uitvoeren, blijkt dat resultaten en bevindingen van bepaalde rechtmatigheidsonderzoeken te lang op zich laten wachten. Zo blijkt dat het ‘rechtmatigheidsonderzoek van verleende vergunningen voor houtexploïtatie in het dienstjaar 2018 bij het ministerie van Ruimtelijke Ordening, Grond en Bosbeheer (ROGB)’ reeds drie jaar in uitvoering is.29x Jaarverslag 2021 RvS, p. 11. Als gevolg van het niet beschikken over accountants en voldoende auditors is zij niet in staat geweest een deel van haar wettelijke taak uit te voeren.30x Jaarverslag 2021 RvS, p. 11. Haar voornemen is om op middellange termijn ook van start te gaan met het uitvoeren van doelmatigheidsonderzoeken conform de wet.31x Jaarverslag 2021 RvS, p. 11.
Daarnaast biedt de Wet RS 2019 in artikel 28 lid 7 de mogelijkheid dat – op verzoek van DNA – de RvS bepaalde specifieke financiële onderzoeken kan instellen. In het reçuschandaal32x Starnieuws 28 juli 2022: ‘Reçu-fraudezaak: SRD 59.3 miljoen uit staatskas overgemaakt’. In de reçu-fraudezaak blijkt dat de afgelopen zes maanden SRD 59.318.515 met vervalste betaalopdrachten en reçu’s, vervaardigd door derden is aangeboden aan de Centrale Bank van Suriname (CRvB). waar zowel het ministerie van Financiën en Planning als de Centrale Bank van Suriname (CBvS) betrokken waren, is door DNA voorgesteld de RvS te vragen een onafhankelijk onderzoek te doen instellen.33x De Openbare Vergadering in DNA op 19 juli 2022. De vraag die hierbij rijst, is of het orgaan wel equipped is om dergelijke onderzoeken te verrichten.34x Tijdens de Openbare Vergadering in DNA op 19 juli 2022 gaf de fractieleider van de politieke partij NDP onder meer aan dat zal moeten worden gekeken of de RvS well-equipped is om het onderzoek te verrichten en als er extra expertise van buiten zal moeten worden aangetrokken. Voorts gaf hij aan dat in een dergelijk onderzoek forensische accountants nodig zijn. Blijkens het jaarverslag 2021 heeft het orgaan nog steeds geen accountant(s) in dienst kunnen nemen35x Jaarverslag 2021 RvS, p. 30. en kampt zij aan een nijpend tekort aan auditors. Uit het voorgaande volgt dat de RvS vooralsnog niet in staat blijkt te zijn bepaalde – voor de regering, DNA en samenleving – specifieke onderzoeken te verrichten. Alhoewel aan de wet een extra mogelijkheid is toegevoegd voor DNA om de RvS te vragen een specifiek onderzoek te laten verrichten, is het orgaan niet verplicht om onderzoek te doen op verzoek van DNA. Met dien verstande dat het orgaan dus niet gebonden is aan een verzoek om onderzoek te doen voor DNA.36x Plenaire Openbare Vergadering in DNA op 9 juli 2019/ SR Herald 10 juli 2019: ‘Rekenkamer niet gebonden aan verzoek voor onderzoek DNA’. DNA kan de RvS dus niet opdragen om dergelijke specifieke onderzoeken te verrichten.
-
5 De RvS als onafhankelijk controleorgaan
De RvS is een onafhankelijk orgaan dat belast is met het uitoefenen van toezicht op de besteding van staatsgelden alsmede controle op het geldelijk beheer van de overheid in de ruimste zin. Het toezicht op de besteding van staatsgelden behelst zowel het toezicht op de rechtmatigheid als op de doelmatigheid van de besteding en het beheer van staatsfinanciën.
Met de inwerkingtreding van de Wet RS 2019 in het jaar 2020 zijn positieve ontwikkelingen te constateren in het kader van de onafhankelijkheid en verzelfstandiging van het controleorgaan. Zo blijkt dat er in de huidige wet – in tegenstelling tot de oude regeling van 1953 – waarborgen zijn opgenomen met betrekking tot de financiële- en operationele onafhankelijkheid van het orgaan. Met de inwerkingtreding van de huidige wet is het Bureau van de Rekenkamer ingesteld ter waarborging van de onafhankelijke status en ter verzelfstandiging. De MvT geeft aan dat er uitgegaan is van een structuur waarbij het ondersteunend college met de daarbij behorende ondersteunende eenheden en diensten, alsmede het daarbij behorende personeel worden ondergebracht in een Bureau van de Rekenkamer.37x MvT op de Wet RS 2019, p. 31. Behalve dat de organisatiestructuur ondergebracht is onder het Bureau, blijkt dat zij ook zorg draagt voor de opstelling en inrichting van de financiële begroting van de RvS.
Gelet op het feit dat de Rekenkamer een eigen begroting zal hebben, is in dit kader voor het Bureau een belangrijke taak weggelegd, niet alleen voor wat betreft de opstelling van de begroting, maar eveneens met betrekking tot het beheer ervan. Daarbij is eveneens de opstelling van een gedegen financiële verantwoording van de besteding van de financiële middelen door het Bureau overeenkomstig de Comptabiliteitswet van belang.38x MvT op de Wet RS 2019, p. 31. Voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet RS 2019 was het controleorgaan een dienstonderdeel van het Directoraat Algemene Zaken van het ministerie van Binnenlandse Zaken en was het financieel beheer grotendeels bij voornoemd directoraat. Door de inwerkingtreding van de wet kan de RvS (via het Bureau) thans zelf zorgdragen voor de voorbereiding en opstelling van haar begroting conform de begrotingsinstructies en verantwoording daarvan volgens de comptabele- en overige geldende wettelijke voorschriften.39x Jaarverslag 2020 RvS, p. 8-9.
De onafhankelijke status van het orgaan ten opzichte van het bestuur komt eveneens tot uiting inde zelfstandige voordracht van een secretaris en adjunct-secretarissen.40x Artikel 3 lid 6 Wet RS. De organisatiestructuur van het Bureau met de daarbij behorende organisatie-eenheden en ondersteunende diensten etc. worden op voordracht van de Rekenkamer door de President vastgesteld bij resolutie.41x Artikel 39 lid 2 Wet RS. Ook biedt de wet het orgaan de mogelijkheid om zich bij het verrichten van werkzaamheden te doen bijstaan door externe deskundigen.42x Artikel 41 lid 1 Wet RS. Volgens de MvT betreft het in deze specifieke deskundigheid die niet voorzien kan worden door het Bureau.43x MvT op de Wet RS, p. 32. Gelet op de onafhankelijke positie van het orgaan stelt zij verder haar eigen reglement van orde vast.44x Artikel 14 Wet RS.
Voor een optimale en adequate invulling van haar wettelijke taak dient de RvS ongehinderd toegang te krijgen tot informatie die zij nodig acht ten behoeve van onderzoek. In de praktijk blijkt dat rekenplichtigen45x Artikel 19 lid 1 en 2 Wet RS geeft aan wie tot rekenplichtigen behoren. niet altijd de nodige medewerking verlenen aan de RvS om haar wettelijke taken conform de wet uit te oefenen.46x In het dienstjaar 2018 heeft het ministerie van Financiën niet de noodzakelijke medewerking verleend aan de RvS om het onderzoek ‘Rechtmatigheid van subsidies verstrekt door SOZAVO’ zo volledig mogelijk te verrichten. Tevens blijkt dat het ministerie van ROGB (thans het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer) in het dienstjaar 2019 ook geen medewerking verleend heeft aan het ‘Rechtmatigheidsonderzoek naar het beheer en onderhoud van dienstvoertuigen’.(Jaarverslag 2020 RvS, p. 6.) Los van het feit dat er niet altijd medewerking verleend wordt, blijkt dat de nodige informatie ten behoeve van onderzoek soms vrij laat wordt opgestuurd naar de RvS. Hoewel de uitdagingen waarmee zij kampt zowel binnen als buiten haar invloedssfeer zijn gelegen, zal zij steeds in overleg met de regering en andere relevante stakeholders, waaronder DNA (met name de Commissie Staatsuitgaven), de media en rekenplichtigen haar rol en wettelijke taak als controleorgaan binnen ons staatsbestel in het kader van good governance, accountability and transparency steeds (meer) moeten benadrukken en zichtbaar moeten zijn in de samenleving.
-
6 Conclusies
Uit het voorgaande volgt dat de RvS vooralsnog niet in staat is om op een adequate manier invulling te geven aan haar wettelijke taak zoals vastgelegd in de GW en de Wet RS 2019. Uit geraadpleegde bronnen blijkt dat het controleorgaan reeds jaren een tekort heeft aan deskundige- en gekwalificeerde krachten. Als controleorgaan is zij vooralsnog niet in staat om bepaalde – voor de regering, DNA en de samenleving – specifieke onderzoeken te verrichten. Ofschoon het orgaan in het jaar 2018 een nieuwe werkmethode voor rechtmatigheidsonderzoek volgens internationale auditstandaarden (ISSAIs) heeft geïmplementeerd, blijkt dit nog niet op het gewenste niveau te zijn. Eén van haar belangrijke strategische doelen is dan ook om kwalitatief betere rapporten aan de onderzochte instellingen (auditees) te presenteren.47x Jaarverslag RvS 2021, p. 12.
Voorts moet worden benadrukt, dat een rechtmatigheidsonderzoek dat alleen gebaseerd is op een nieuwe werkmethode geen garantie biedt voor kwalitatief betere rapporten. Het behoeft geen betoog dat het vermelden van onjuiste informatie, data, niet juist toepassen van de geldende wet- en regelgeving en niet op de hoogte zijn van nieuwe ontwikkelingen inzake onderzoeksonderwerpen ook afbreuk doet aan de kwaliteit van rapporten en verslagen. Het is aan te bevelen om bij de samenstelling van zowel het college als het management van de RvS ten minste één (1) deskundige met een juridische achtergrond en voldoende ervaring te benoemen. Dit in het kader van het juist toepassen van de geldende wet- en regelgeving bij onderzoeken en juridische screening bij met name het rechtmatigheidsonderzoek. Om als voorbeeldinstelling te fungeren binnen de publieke sector en hoog college van Staat is het derhalve van belang kwalitatieve rapporten en verslagen te publiceren alsmede aan te bieden aan de regering, DNA en andere relevante stakeholders. Behalve de presentatie van kwalitatief betere rapporten is het in het kader van de transparantie van belang om de rekening van ontvangsten en uitgaven van het controleorgaan door een externe deskundige (accountant) te laten controleren.
Vooralsnog is het niet duidelijk waarom de wetgever de leeftijdseis van 30 (dertig) in de oude regeling van 1953 gewijzigd heeft naar 35 (vijfendertig) jaar. Onder de leeftijd van 35 (vijfendertig) kunnen er wel degelijk jonge dynamische geschikte personen zijn met de juiste competenties die een goede job kunnen vervullen binnen het orgaan. Tevens blijkt dat er in de huidige Wet RS 2019 ook enige nuance aangebracht is ten aanzien van de leeftijdsgrens zonder onderbouwing. De maximale leeftijdsgrens van 65 (vijfenzestig) jaar in de oude regeling van 1953 is niet gehandhaafd, maar gewijzigd naar 70 (zeventig) jaar.
Het is te hopen dat het controleorgaan in dit dienstjaar er wel in slaagt gekwalificeerde krachten, waaronder accountant(s) en auditors aan te trekken, maar deze uiteraard ook te behouden. Naast het aanpassen van de beloning van het personeel moeten gelijke kansen worden aangeboden aan elk individu binnen de organisatie om zich verder te ontplooien of te groeien. In haar streven naar good governance en om als voorbeeldinstelling binnen de publieke sector te functioneren moeten favoritisme, nepotisme, willekeur en misbruik van bevoegdheid worden vermeden.
Hoewel er in de huidige Wet RS 2019 enige waarborgen zijn opgenomen met betrekking tot de onafhankelijkheid van het orgaan en verstrekkende bevoegdheden aan haar zijn toegekend, blijkt dat de toegang tot informatie bij rekenplichtigen niet altijd vlot verloopt en de nodige noodzakelijke informatie ten behoeve van onderzoek soms vrij laat wordt opgestuurd naar de RvS. Hoewel de uitdagingen waarmee het orgaan kampt zowel binnen als buiten haar invloedssfeer zijn gelegen, zal zij toch een balans moeten vinden om haar wettelijke taak zo kwalitatief en professioneel mogelijk uit te oefenen en daadwerkelijk een bijdrage te leveren aan goed openbaar bestuur, kwaliteit en legitimiteit van de overheid. Tevens zal zij haar rol en wettelijke taak als controleorgaan binnen ons staatsbestel in het kader van good governance, accountability, transparency steeds (meer) moeten benadrukken en zichtbaar moeten zijn in de samenleving.
Noten
-
1 SB. 2019 no. 102.
-
2 SB. 2019 no. 98.
-
3 Op 9 juli 2019 werd de Wet Rekenkamer Suriname 2019 met algemene 35 stemmen goedgekeurd en op 30 juli 2019 werd de Comptabiliteitswet 2019 eveneens met algemene 35 stemmen goedgekeurd in DNA.
-
4 SB. 1987 no. 116, zoals gewijzigd bij SB. 1992 no. 38.
-
5 Artikel 150 GW.
-
6 Starnieuws 30 november 2016: ‘Rekenkamer voldoet niet aan internationale standaarden’/M.R. Hoever-Venoaks en L.J.A. Damen, Surinaams bestuursrecht 2021: Boom juridisch 2021, p. 122.
-
7 Jaarverslag RvS 2021, p. 31.
-
8 Artikel 149 lid 2 GW.
-
9 Artikel 19 lid 2 en 3 Wet RS 2019 geeft aan wie tot de rekenplichtigen behoren.
-
10 Blijkens het jaarverslag 2018 van de Rekenkamer heeft het ministerie van Financiën en Planning niet de noodzakelijke medewerking verleend aan het orgaan om het onderzoek ‘Rechtmatigheid van subsidies verstrekt door het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (SOZAVO)’ zo volledig mogelijk te verrichten.
-
11 Artikel 3 lid 1 Wet RS 2019.
-
12 Artikel 16 lid 1 Wet RS 2019.
-
13 Artikel 1 lid 1 onder l Wet RS 2019 geeft aan dat het gaat om hoog opgeleide onderzoekers die voldoen aan de eisen zoals gesteld in het reglement van orde van de Rekenkamer, die leiding geven en verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van onderzoek van de Rekenkamer.
-
14 MvT op de Wet RS 2019, p. 26.
-
15 Artikel 150 GW.
-
16 Plenaire Openbare Vergadering in DNA op 9 juli 2019.
-
17 Plenaire Openbare Vergadering in DNA op 9 juli 2019.
-
18 De parlementariër vroeg zich af waarom niet gekozen is voor de pensioengerechtigde leeftijd van 60 (zestig) jaar. Dit vanwege het feit dat Suriname een vrij jonge bevolking heeft en er vaak genoeg – wanneer de mensen nog zo ‘oud’ zitten in de functie – geen doorstroming is van jong kader. Het is volgens haar belangrijk dat aan jonge mensen kansen geboden worden om te groeien.
-
19 De samenstelling van het college bestaat uit drie leden, te weten: een voorzitter, ondervoorzitter en een lid. Daarnaast heeft zij twee plaatsvervangers.
-
20 Artikel 1 lid 1 onder j Wet RS 2019.
-
21 MvT op de Wet RS 2019, p. 29.
-
22 MvT op de Wet RS 2019, p. 29.
-
23 International Standards for Supreme Audit Institutions (hierna. ISSAIs).
-
24 Het betreft in deze ‘Rechtsgelijkheid en rechtmatigheid van gronduitgifte door het ministerie van Ruimtelijke Ordening, Grond- en Bosbeheer’ en ‘Rechtmatigheid van subsidies verstrekt door het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting’ (Jaarverslag 2018).
-
25 Het rechtmatigheidsonderzoek vond toen plaats op basis van het toetsen van de ontvangen beschikkingen en resoluties van de verschillende departementen.
-
26 Artikel 1 lid 1 onder k Wet RS 2019.
-
27 MvT op de Wet RS 2019, p. 30.
-
28 Strategisch Plan 2017-2021, p. 10.
-
29 Jaarverslag 2021 RvS, p. 11.
-
30 Jaarverslag 2021 RvS, p. 11.
-
31 Jaarverslag 2021 RvS, p. 11.
-
32 Starnieuws 28 juli 2022: ‘Reçu-fraudezaak: SRD 59.3 miljoen uit staatskas overgemaakt’. In de reçu-fraudezaak blijkt dat de afgelopen zes maanden SRD 59.318.515 met vervalste betaalopdrachten en reçu’s, vervaardigd door derden is aangeboden aan de Centrale Bank van Suriname (CRvB).
-
33 De Openbare Vergadering in DNA op 19 juli 2022.
-
34 Tijdens de Openbare Vergadering in DNA op 19 juli 2022 gaf de fractieleider van de politieke partij NDP onder meer aan dat zal moeten worden gekeken of de RvS well-equipped is om het onderzoek te verrichten en als er extra expertise van buiten zal moeten worden aangetrokken. Voorts gaf hij aan dat in een dergelijk onderzoek forensische accountants nodig zijn.
-
35 Jaarverslag 2021 RvS, p. 30.
-
36 Plenaire Openbare Vergadering in DNA op 9 juli 2019/ SR Herald 10 juli 2019: ‘Rekenkamer niet gebonden aan verzoek voor onderzoek DNA’.
-
37 MvT op de Wet RS 2019, p. 31.
-
38 MvT op de Wet RS 2019, p. 31.
-
39 Jaarverslag 2020 RvS, p. 8-9.
-
40 Artikel 3 lid 6 Wet RS.
-
41 Artikel 39 lid 2 Wet RS.
-
42 Artikel 41 lid 1 Wet RS.
-
43 MvT op de Wet RS, p. 32.
-
44 Artikel 14 Wet RS.
-
45 Artikel 19 lid 1 en 2 Wet RS geeft aan wie tot rekenplichtigen behoren.
-
46 In het dienstjaar 2018 heeft het ministerie van Financiën niet de noodzakelijke medewerking verleend aan de RvS om het onderzoek ‘Rechtmatigheid van subsidies verstrekt door SOZAVO’ zo volledig mogelijk te verrichten. Tevens blijkt dat het ministerie van ROGB (thans het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer) in het dienstjaar 2019 ook geen medewerking verleend heeft aan het ‘Rechtmatigheidsonderzoek naar het beheer en onderhoud van dienstvoertuigen’.(Jaarverslag 2020 RvS, p. 6.)
-
47 Jaarverslag RvS 2021, p. 12.