-
Samenvatting
In deze bijdrage wordt ingegaan op de toepassing van het ne bis in idem-beginsel in gevallen waarin de verdachte onder meer wordt verweten te hebben deelgenomen aan een criminele organisatie (art. 140 Sr). Daarbij wordt in het bijzonder aandacht besteed aan twee arresten van de Hoge Raad in zaken waarin het ging om een vervolging wegens deelneming aan een criminele organisatie ná een vervolging wegens een concreet – binnen die organisatie gepleegd – delict en vice versa. Er wordt ingegaan op de vraag op welke wijze kan worden getoetst of het ne bis in idem-beginsel in dergelijke gevallen aan een tweede vervolging in de weg staat, waarbij voornoemde arresten kritisch worden geanalyseerd. De bijzondere structuur van artikel 140 Sr speelt in dit verband een belangrijke rol.
Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht |
|
Article | Deelneming aan een criminele organisatie en ne bis in idemDe toepasselijkheid van het ne bis in idem-beginsel bij vervolging wegens deelneming aan een criminele organisatie na vervolging wegens een concreet misdrijf en vice versa |
Trefwoorden | ne bis in idem, deelneming aan een criminele organisatie, artikel 140 Sr, artikel 68 Sr, beginselen van een behoorlijke procesorde |
Auteurs | Mr. dr. F.C.W. (Fanny) de Graaf |
DOI | 10.5553/NTS/266665532021002004004 |
Auteursinformatie |
Toegang tot dit losse artikel kopen
Voor een vast bedrag van € 19,75 (excl. btw) koopt u 24 uur online toegang tot dit artikel. Met deze 24 uur toegang kunt u een artikel online raadplegen en in PDF downloaden en printen.
Per mail ontvangt u een activatiecode waarmee u 24 uur toegang tot het artikel kunt activeren.
24 uur toegang | € 19,75 (excl. btw) |
Uw aankoop activeren
Heeft u een activatiecode, dan kun u uw product hier activeren.