Artikel 7:658 BW: Introductie van de AOW-leidraad
-
1. Inleiding
Het aantal arbeidsongevallen is in 2022 (opnieuw) toegenomen.1x Monitor Arbeidsongevallen 2022, p. 6. In 2022 zijn er 2.418 onderzoeken gestart, ten opzichte van 2.038 in 2021 en 2.051 in 2020. Het is een feit van algemene bekendheid dat werknemers bij de uitoefening van hun werkzaamheden niet altijd even oplettend en voorzichtig zijn.2x De meeste ongevallen per 100.000 banen vonden in 2022 plaats in de sectoren waterbedrijven en afvalbeheer; bouw; landbouw, bosbouw en visserij en in de industrie (Monitor Arbeidsongevallen 2022, p. 3). Bij ongevallen als gevolg van een val van een ladder, of van een afstapje, wordt door de partij die tot vergoeding van de schade wordt aangesproken doorgaans vrij snel de term ‘huis-tuin-en-keukenongeval (‘HTK-ongeval’) van stal gehaald. De jurisprudentie met betrekking tot HTK-ongevallen is sterk casuïstisch van aard en de uitkomst is doorgaans slecht te voorspellen.3x Parket bij de HR 24 maart 2023, ECLI:NL:PHR:2023:348, randnummer 2.34. In 2023 zijn er meerdere gevallen van (veronderstelde) HTK-ongevallen bij de Hoge Raad terechtgekomen, met wisselende uitkomsten ten aanzien van de aansprakelijkheidsvraag.4x HR 9 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:872 en HR 23 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:966. De werknemer die is gevallen bij het voorbewerken van te spuiten zaken, krijgt zijn schade uiteindelijk vergoed, terwijl een werknemer die zich heeft verstapt bij het afdalen van twee treden, terwijl hij ondertussen een portofoon in een borstzak wil opbergen, met zijn forse schade als gevolg een dwarslaesie blijft zitten.
De discussie in de rechtspraak over HTK-ongevallen houdt de letselschadepraktijk ook in de literatuur bezig.5x Zie bijv. A. Kolder, ‘Over de grenzen van werkgeversaansprakelijkheid’ in: Over de grens?!, Den Haag: Boom juridisch 2023, p. 23 e.v. A-G. Hartlief heeft het debat over dit onderwerp treffend omschreven, in die zin dat niet gesproken kan worden van een duidelijk afgebakende categorie.6x Parket bij de HR 24 maart 2023, ECLI:NL:PHR:2023:348, randnummer 3.19. In dit artikel wordt daarom een ‘spoorboekje’, of beter gezegd een ‘leidraad’, geïntroduceerd – de Leidraad Alledaagse Ongevallen op de Werkvloer, oftewel de AOW-leidraad. Deze aanbeveling kan als startpunt dienen bij de beoordeling en afbakening van het juridische kader bij HTK-ongevallen.
Naast HTK-ongevallen wordt bij de beoordeling van werkgeversaansprakelijkheid (ook recent nog) in voorkomende gevallen aangesloten bij het criterium van de ongelukkige samenloop van omstandigheden, het OSVO-criterium.7x Rb. Gelderland 21 december 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:7059. In de literatuur is het OSVO-criterium al eens als zinledig gekwalificeerd.8x C.C. van Dam, ‘Het zinledige osvo-criterium’, VRA 2001, p. 139 e.v. en A. Kolder, ‘Over de grenzen van werkgeversaansprakelijkheid’ in: A. Kolder, A. Collignon, Roeland de Bruin, Joost Maassen, Edwin Bosch, Bart van der Sloot, Over de grens?!, Den Haag: Boom juridisch 2023, p. 29. In de AOW-leidraad is gekozen voor de term ‘Alledaagse’ ongevallen, als verzamelterm voor zowel HTK-ongevallen, als voor ongevallen die mogelijk als OSVO aangemerkt zouden kunnen worden. Voordat aan de introductie van de AOW-leidraad wordt toegekomen, is het van belang eerst kort stil te staan bij de norm van artikel 7:658 BW. -
2. De norm van artikel 7:658 BW
Als een werknemer schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden, dan bepaalt artikel 7:658 lid 1 BW dat een werkgever een zorgplicht heeft ten aanzien van de veilige arbeidsomstandigheden voor zijn werknemers. Slaagt de werkgever er niet in te bewijzen dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan, dan is hij op grond van artikel 7:658 lid 2 BW aansprakelijk voor de schade van de werknemer. De werkgever kan, als hij niet aan zijn zorgplicht heeft voldaan, uitsluitend nog aan aansprakelijkheid ontkomen als de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer of als er geen causaal verband bestaat tussen de schending van de zorgplicht en het ongeval.
Artikel 7:658 BW beoogt geen absolute waarborg te bieden voor bescherming van de werknemer, maar verlangt wel een hoog veiligheidsniveau. De werkgever gaat niet snel vrijuit.9x HR 9 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:872 en Parket bij de HR 24 maart 2023, ECLI:NL:PHR:2023:348; HR 23 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:966 en Parket bij de HR 21 april 2023, ECLI:NL:PHR:2023:454. Tegelijkertijd gaat de zorgplicht niet zo ver dat de werkgever zijn werknemers tegen iedere vorm van gevaar moet beschermen en hen absolute veiligheid moet bieden bij de uitoefening van hun werkzaamheden.10x Parket bij de HR 24 maart 2023, ECLI:NL:PHR:2023:348 en Parket bij de HR 21 april 2023, ECLI:NL:PHR:2023:454. De inhoud en de omvang van de zorgplicht van artikel 7:658 BW worden gevormd en begrensd door geschreven én ongeschreven recht.11x S.D. Lindenbergh, Arbeidsongevallen en beroepsziekten, Deventer: Wolters Kluwer 2021, nr. 21 en Asser Bijzondere overeenkomsten/G.J.J. Heerma van Voss, Deel 7-V Arbeidsovereenkomst, Deventer: Wolters Kluwer 2020, nr. 251 en Parket bij de HR 21 april 2023, ECLI:NL:PHR:2023:454. Van een werkgever wordt niet verwacht dat hij alle risico’s uitbant die kunnen ontstaan bij het uitoefenen van werkzaamheden. Ook in het kader van het werk is er een zeker ‘normaal maatschappelijk risico’, waarvoor een getroffen werknemer zijn werkgever niet met succes kan aanspreken.12x HR 23 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:966 en Parket bij de HR 21 april 2023, ECLI:NL:PHR:2023:454. Zie ook: A. Kolder 2023, p. 23 e.v.
A-G Hartlief heeft in zijn conclusies van 24 maart 2023 en van 21 april 2023 geconcludeerd dat het bij een ‘normaal maatschappelijk risico’ gaat om gevallen waarin de betrokken werknemer geen aanspraak kan maken op zorg door de werkgever, maar in plaats daarvan zelf moet opletten. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om alledaagse gevaren die men niet alleen in de context van het werk maar ook daarbuiten (‘in het normale leven’) tegenkomt en waartegen men zich op een zelfde wijze als ‘normaal’, buiten het werk dus, kan wapenen. In een dergelijk geval mag de werkgever in principe rekenen op die normale afdoende oplettendheid. Het verbaast volgens Hartlief dan ook niet dat in dit verband wel wordt verwezen naar ‘huis-tuin-en-keukengevaren’ of ‘huis-tuin-en-keukenongelukjes’.13x Parket bij de HR 21 april 2023, ECLI:NL:PHR:2023:454.
Het ene ongelukje is het andere niet. Bijvoorbeeld in een deelgeschil bij de rechtbank Rotterdam van 17 november 2022 is (voorlopig)14x Het voorlopige karakter van een beschikking in deelgeschil ziet op de mogelijkheid om via een bodemprocedure tussentijds appel in te stellen tegen een deelgeschilbeschikking (art. 1019cc lid 1 en lid 3 Rv). geoordeeld dat het uitglijden over een pak folders, dat het slachtoffer in kwestie heeft kunnen zien liggen, een ongelukkig HTK-ongeval betreft,15x Hierbij is overigens de terminologie van ongelukkige samenloop van omstandigheden en huis-tuin-en-keukenongeval enigszins door elkaar gebruikt. waarvoor geen werkgeversaansprakelijkheid geldt.16x Rb. Rotterdam 17 november 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:10111. Een werknemer van McDonalds krijgt daarentegen haar schade wel vergoed, nadat zij valt als zij op een rolcontainer gaat staan en de rolcontainer wegschuift.17x Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 22 augustus 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:7035. Een piloot die vanwege gladheid18x Het regende bij een temperatuur van 5° boven nul en het had gesneeuwd. Op de trap naar het vliegtuig en op het platform onder en rondom het toestel lag ijs en slush. valt bij een preflightcheck, krijgt zijn schade van de rechtbank Amsterdam in 2018 niet vergoed.19x Rb. Amsterdam 16 januari 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:445. Struikelen over een rondslingerend rugzakje is volgens de rechtbank Zeeland-West-Brabant een HTK-ongeval,20x Rb. Zeeland-West-Brabant 24 februari 2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:1271. terwijl struikelen over kratten bij het ophangen van kerstkaarten volgens het gerechtshof Den Haag geen alledaags gevaar is, waarvoor wel aansprakelijkheid wordt aangenomen.21x Gerechtshof Den Haag 15 juni 2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:1057.
Het lopen met blote voeten op een natte ondergrond is volgens de rechtbank Rotterdam nog steeds een HTK-ongeval,22x Rb. Rotterdam 20 augustus 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:8737. net als vallen over een plasje water volgens het gerechtshof Den Haag.23x Gerechtshof Den Haag 6 september 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:2506. Als valkenier uitglijden in een volière, door een combinatie van glad beton, nattigheid en vogelpoep, leidt dan wel weer tot aansprakelijkheid.24x Rb. Zeeland-West-Brabant 18 augustus 2014, ECLI:NL:RBZWB:2014:5966. Het uit de handen laten glippen van een bakplaat bij de Hema leidt niet tot aansprakelijkheid,25x Rb. Rotterdam 7 juni 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:4346. maar Action is dan wel weer aansprakelijk voor de gevolgen van de ontploffing van een confettikanon.26x Rb. Amsterdam 2 augustus 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:4091. Over ongevallen op een natte ondergrond heeft de Hoge Raad zich al in 2007 en in 2008 uitgelaten.27x HR 2 maart 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ5834 en HR 11 april 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC9225. In het arrest 2 maart 2007 is geoordeeld dat de werkgever aansprakelijk is, maar een jaar later in het arrest van 11 april 2008 weer niet. A-G Hartlief heeft in zijn conclusie van 24 maart 2023 verondersteld dat het kenmerkende onderscheid tussen de arresten uit 2007 en 2008 het structurele karakter van de werkzaamheden is. Uit deze kleine bloemlezing van rechtspraak van de afgelopen jaren blijkt dus dat de beoordeling van verschillende ongevallen, die ogenschijnlijk op elkaar lijken, tot uiteenlopende uitkomsten kan leiden. -
3. AOW-Leidraad
3.1 Algemeen
Zoals hiervoor al is toegelicht, zorgt de onvoorspelbaarheid van de beoordeling en uitkomst van een potentieel HTK-ongeval ervoor dat er behoefte kan bestaan aan een richtlijn of leidraad om bijvoorbeeld het buitengerechtelijke debat te stroomlijnen. De AOW-leidraad is tot stand gekomen na bestudering en analyse van de jurisprudentie op het gebied van alledaagse ongevallen in de werksfeer, dus zowel mogelijke HTK-ongevallen als mogelijke OSVO’s. Van belang om op te merken is dat bij de toepassing van de AOW-leidraad wordt verondersteld dat aan de overige eisen van artikel 7:658 BW is voldaan, waaronder de vaststelling dat er schade in de uitoefening van de werkzaamheden is geleden.28x Opzet of bewuste roekeloosheid wordt niet behandeld in de aanbeveling. Zekerheidshalve zal hierna eerst nog kort op de eis van schade in de uitoefening van de werkzaamheden ingegaan worden.
3.2 Schade in de uitoefening van de werkzaamheden
HTK-ongevallen op de werkvloer hebben de neiging alledaagse trekken te vertonen. Uitglijden in de douche, het struikelen over een voorwerp, het smeren van een broodje, het zijn allemaal voorbeelden van activiteiten die vaak heel alledaags lijken, maar ook in het kader van de uitoefening van de werkzaamheden kunnen plaatsvinden. Een eenvoudig voorbeeld hiervan is het dagelijks en veelvuldig smeren van broodjes door een werknemer die bij een cateringbedrijf werkt. Als (bedrijfs)ongevallen met alledaagse trekken in de uitoefening van de werkzaamheden hebben plaatsgevonden, ‘verschieten’ ze soms van alledaags naar een ‘normaal’ bedrijfsongeval, maar soms ook niet. Juist om te kunnen bepalen wanneer een ongeval verschiet van alledaags naar een normaal bedrijfsongeval kan de AOW-aanbeveling worden gebruikt. Ten behoeve van de AOW-aanbeveling is echter wel steeds van belang dat vaststaat dat het ongeval heeft plaatsgevonden tijdens het uitvoeren van de (reguliere) werkzaamheden.29x Zie bijv. gerechtshof ’s-Hertogenbosch 8 december 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:5156.
3.3. Leeswijzer AOW-leidraad
De AOW-leidraad moet gelezen worden als een stroomdiagram.
Wanneer het antwoord op een van de desbetreffende vragen in de leidraad bevestigend moet worden beantwoord, zal het alledaags lijkende ongeval doorgaans verschieten naar een ongeval dat niet onder de noemer ‘normaal maatschappelijk risico’ valt. Er zal dan sprake zijn van een zuiver bedrijfsongeval en de zorgplichtschending zal volgens het normale regime van artikel 7:658 BW beoordeeld moeten worden. Als het antwoord in de opeenvolgende vragen steeds ontkennend moet worden beantwoord, komt het stroomdiagram uit bij een ongeval dat daadwerkelijk als alledaags moet worden gekwalificeerd, waarvoor dus geen zorgplichtschending kan worden aangenomen en waarvoor dus ook geen aansprakelijkheid bij de werkgever rust.
Onder het schema volgt een toelichting per stap met een verwijzing naar de relevante jurisprudentie.3.4. Stroomdiagram
3.5 Stap 1: Kan het ongeval ook in huiselijke sfeer plaatsvinden?
Als ongevallen die ook in de huiselijke sfeer kunnen plaatsvinden, werden in de jurisprudentie onder andere aangemerkt:
Het smeren van broodjes (Broodmesarrest).30x HR4 oktober 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE4090. De Hoge Raad heeft in het Broodmesarrest overwogen dat het een feit van algemene bekendheid is dat een mes dat geschikt is om zachte puntjes mee te snijden zo scherp kan zijn dat de snijder het gevaar loopt zich bij dat werk te snijden. De uitspraak van de rechtbank werd in stand gelaten.
Opmerkelijk in deze zaak is wel dat specifiek door de Hoge Raad is opgemerkt dat door de rechtbank in aanmerking is genomen dat de stelling van fair play, te weten dat er geen richtlijnen (arborichtlijnen, instructienormen en dergelijke) zijn die aparte instructies voor deze soort van werkzaamheden voorschrijven, door de eiseres in de desbetreffende kwestie onbesproken is gelaten.31x R.o. 3.4. Had de uitspraak anders uitgepakt als eiseres de stelling van de werkgever dat er geen specifieke richtlijnen zoals arborichtlijnen, instructienormen van toepassing waren, wel onderbouwd had weersproken?32x Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de Arbocatalogus Snijden (Maart 2020), waarin staat beschreven dat de werkgever o.a. persoonlijke beschermingsmiddelen (zoals handschoenen) ter beschikking moet stellen.Het uitglijden op een natte vloer.33x HR 2 maart 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ5834. Dit arrest van de Hoge Raad ging over een schoonmaakster die uitgleed over een natte vloer. De Hoge Raad heeft overwogen dat het bij mensen die vertrouwd zijn met het klimaat in Aruba, van algemene bekendheid is dat men daar met het gevaar van gladheid na regen rekening moet houden. Dat mocht ook van de schoonmaakster verwacht worden.
Het van een magazijn pakken van een doos met een daartoe niet bijzonder geschikt trapje treft hetzelfde lot als uitglijden op een natte vloer, of broodjes snijden.34x HR 7 december 2007, ECLI:NL:HR:2007:BB5625. In deze zaak werd een medewerker bij het pakken van een doos, terwijl hij op een trapje stond dat normaal niet voor dit soort bezigheden werd gebruikt, verrast door een andere doos die gedeeltelijk steunde op de doos die hij wilde pakken. Toen deze doos viel, verloor de medewerker het evenwicht. De Hoge Raad bekrachtigde het vonnis van het gerechtshof dat had geoordeeld dat het ongeval niet heeft plaatsgevonden in een werkomgeving of tijdens werkzaamheden die dusdanige risico’s met zich meebrachten dat de werkgever maatregelen had moeten treffen of aanwijzingen had moeten geven.
Naast de meer bekende uitspraken, zoals de uitglijder over een gemorste plas koffie op de trap,35x Gerechtshof Den Haag 20 mei 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:1661. het verstappen van een werknemer bij het afdalen van een trapje,36x Gerechtshof Den Bosch ECLI:NL:GHSHE:2022:1242, bekrachtigd door de HR ECLI:NL:PHR:2023:454. de onder de douche uitglijdende kapitein,37x Rb. Rotterdam ECLI:NL:RBROT:2021:8737. het uitglijden over folders,38x Rb. Rotterdam ECLI:NL: RBROT:2022:10111. (in tegenstelling tot het struikelen over een rugzak (zie ook onder kelderluikcriteria)39x Rb. Zeeland, 24 februari 2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:1271. en de meest recente uitspraak van de val bij het afdalen van twee treden na het sluiten van de deur van de nooduitgang40x HR 23 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:966, m.nt T. Hartlief. is ook onderstaande uitspraak uit de lagere rechtspraak, waarbij een verkoopster van een kledingwinkel haar hoofd heeft gestoten tegen een stang van een kledingrek, nog het vermelden waard.41x Rb. Amsterdam 16 juli 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:3476.
Een medewerkster van Primark is, terwijl zij kleding terugbracht naar de plaats in de winkel, met haar hoofd tegen (het uiteinde van) een metalen stang aangekomen, waaraan kleding hing, waardoor zij zich heeft bezeerd. Primark heeft gesteld dat zij niet hoefde te waarschuwen voor het risico dat een werknemer ergens tegenaan kon lopen. De stangen werden immers gebruikt om kleding aan te tonen en te koop aan te bieden. Deze stangen werden door vele andere kledingwinkels ook gebruikt. Op videobeelden was te zien dat zij met kleding aan een of meer hangers naar een vrije wand liep, waar kleding aan hing. Daar boog zij zich naar voren, richtte zich weer op en liep weg in de richting waar zij vandaan kwam. Volgens de kantonrechter was het uiteinde van het rek, zoals gesteld was door de werknemer niet scherp, zodat er geen risicovolle situatie is waarvoor Primark had moeten waarschuwen of die Primark had moeten voorkomen.
Alhoewel deze arresten en uitspraken soms wat grillig van karakter aandoen, lijkt de algemene lijn te zijn dat het ongeval dusdanig alledaags was dat er geen onderscheid gemaakt kan worden tussen wat er in huiselijke sfeer en op de werkvloer plaatsvindt. Van de werkgever kan dan niet worden verwacht dat hij het (alledaagse) ongeval had kunnen voorkomen. Het ongeval zakt als het ware door de ondergrens van wat nog binnen de zorgplicht van de werkgever valt. Dat er wel degelijk ogenschijnlijk alledaagse ongevallen tot aansprakelijkheid van een werkgever kunnen leiden, en op welke grond in de AOW-regeling nog een viertal aanvullende criteria zijn opgenomen, volgt uit de hierna te bespreken jurisprudentie.3.6 Stap 2: Zijn er specifieke arboregels van toepassing (geschreven recht)
Het uitglijden c.q. vallen van een trap met een laptop in de hand doet op het eerste gezicht alledaags voor. Toch heeft de rechtbank Noord-Holland aansprakelijkheid aangenomen, omdat de werkgever in kwestie, Robidus, geen RI&E had opgesteld. Het niet opstellen van een RI&E-rapportage is in strijd met de toepasselijke arboregels en is dus een schending van de zorgplicht:42x Rb. Noord Holland, ECLI:NL:RBNHO:2019:6423. Overigens had Robidus ook niet aannemelijk gemaakt dat de trap waarover de desbetreffende werknemer gevallen was, regelmatig schoongemaakt werd.
‘4.12. Robidus had vóór en ten tijde van het ongeval geen risico-inventarisatie en -evaluatie (hierna: RI&E) vastgelegd, zoals vereist volgens artikel 5 lid 1 van de Arbeidsomstandighedenwet, waarin is aangegeven welke risico’s het gebruik van het trappenhuis en de trap voor werknemers met zich meebracht. Ook het vereiste plan van aanpak ontbrak destijds. Daarmee heeft Robidus haar wettelijke plicht geschonden om de mogelijke en eventuele risico’s van het (gebruik van het) trappenhuis in kaart te brengen.’
Ook het oplopen van (rug)letsel na het tillen van een zware oven leidt tot aansprakelijkheid, waarbij beslissende betekenis is toegekend aan artikel 5.2 Arbeidsomstandighedenbesluit.43x HR 27 april 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ6717. De Hoge Raad heeft het arrest van het gerechtshof vernietigd en overwogen:
‘3.4.2.Ingevolge artikel 5.2. Arbeidsomstandighedenbesluit, dat mede dient om uitvoering te geven aan het bepaalde in Richtlijn 90/269/EEG, dient de werkgever de arbeid zodanig te organiseren dat fysieke belasting van de werknemer geen gevaren met zich mee kan brengen voor zijn veiligheid en gezondheid.’
De verplichting de arbeid zodanig te organiseren dat fysieke belasting geen gevaar oplevert, geldt ook als de werkzaamheden slechts eenmalig werden verricht. Dit blijkt uit een arrest van de Hoge Raad uit 2007, waarbij een stukadoor ernstig letsel opliep bij het missen van een hoogteverschil bij het verlaten van een nieuwbouwwoning.44x HR 13 juli 2007,ECLI:NL:HR:2007:BA7355. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het gerechtshof Den Bosch vernietigd met de overweging dat artikel 3.11 van het Arbeidsomstandighedenbesluit voorschrijft dat oneffenheden zo veel mogelijk moeten worden vermeden, ook als aangenomen moet worden dat bepaalde niveauverschillen wel tot de normale werkomstandigheden horen.
Over het struikelen over een slang met letsel tot gevolg45x HR 26 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1747. heeft de Hoge Raad zich in 2015 uitgelaten. Hierbij ging het om een medewerker die bij het uitstappen van een bestelbus struikelde over een stofzuigerslang. Hij kwam hierdoor ten val op de stoeprand. De bestelbus stond op een ongelijke bodem geparkeerd. In de conclusie van A-G Langemeijer in deze kwestie is gewezen op artikel 3.11 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, alsmede naar het arrest van de Hoge Raad van 13 juli 2007 (de struikelende stukadoor):‘Uit het arrest blijkt niet dat het hof van oordeel zou zijn dat Avis de stoeprand moet weghalen. Wel heeft het hof – kennelijk in aansluiting op art. 3.11 Arbeidsomstandighedenbesluit, waarop namens de werknemer een beroep was gedaan – gewicht toegekend aan de regel dat werkgevers zo veel mogelijk moeten zorgdragen dat de arbeid wordt verricht op een vloer die vrij is van oneffenheden. Ook wanneer niveauverschillen in de ondergrond tot de normale werkomstandigheden behoren, neemt dit niet de plicht van de werkgever weg om die maatregelen te nemen welke redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat een werknemer als gevolg van het niveauverschil schade lijdt: men denke bijvoorbeeld aan waarschuwingen als: “Pas op afstap”, “Stoot niet uw hoofd” e.d.’46x Vgl. HR 13 juli 2007, NJ 2008/464.,47x Parket bij de HR 24 april 2015, ECLI:NL:PHR:2015:962.
Kort samengevat: de rechtspraak laat zien dat aan publiekrechtelijke normen ten aanzien van de arbeidsomstandigheden een vergaande reikwijdte moet worden toegekend. Als er een ongeval plaatsvindt dat ook in de huiselijke kring had kunnen plaatsvinden, maar er zijn specifieke arbonormen of andere geschreven normen ten aanzien van de arbeidsomstandigheden van toepassing (en geschonden), dan prevaleert de strenge aansprakelijkheidsnorm van artikel 7:658 BW en zal niet snel worden aangenomen dat er sprake is van een alledaags ongeval met een normaal maatschappelijk risico.
3.7 Stap 3: Andere specifieke werkinstructies (ongeschreven recht)
Hiervoor is ingegaan op geschreven normen, maar ook bij ongeschreven normen kan een op zich alledaags ongeval tot schending van de zorgplicht en aansprakelijkheid van de werkgever leiden. Daarvan is bijvoorbeeld sprake geweest bij een ongeval van een werknemer nadat hij zich had verstapt bij het uit een put stappen.48x Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ECLI:NL:GHARL:2017:520.
In deze zaak werd door de werkgever gesteld dat, nu er op grond van de Arbeidsomstandighedenwet verplichtingen ontbraken om voorschriften te stellen of andere maatregelen te nemen, er geen nadere instructies nodig waren en er sprake was van een HTK-ongeval. De kantonrechter en het gerechtshof hebben dat verweer van de werkgever verworpen. Van de werkgever hadden in dit geval specifieke werkinstructies verwacht mogen worden. Het gerechtshof was van mening dat de werkgever een gevaarlijke arbeidssituatie had gecreëerd voor een medewerker die dagelijks uit een put met een opstap van 62 cm moest stappen. Van de werkgever mochten derhalve maatregelen worden verwacht om de verwezenlijking van het geval te voorkomen.
Ook in het eerdergenoemde arrest van de val over de stofzuigerslang werd geoordeeld dat de desbetreffende werkgever te weinig werkinstructies had gegeven. Wat ook van belang werd gevonden was dat de werknemer een lichte beperking van zijn geestelijke vermogens had, waardoor een grotere zorgplicht op de werkgever rustte en de werkgever daarom wellicht ook meer instructies had moeten geven.
Zeer recent heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een arrest gewezen, waarbij een medewerkster van McDonalds op een raster in een rolcontainer was gestapt en was gevallen.49x Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ECLI:NL:GHARL:2023:7035. In dit arrest heeft het gerechtshof overwogen dat niet was komen vast te staan dat er specifieke instructies voor het werk in de vriescel of het tillen/uithalen van voorraaddozen waren gegeven. McDonalds had volgens het gerechtshof:‘3.26 (…) een specifieke instructie moeten geven voor het uithalen van voorraad vanaf de achterste rij, bijvoorbeeld door duidelijk te maken dat geen voet op de rolcontainer geplaatst mag worden om steun te zoeken of dat de rolcontainer eerst 180 graden gedraaid moet worden zodat de achterste rijen vooraan komen. (…).’
3.8 Werkzaamheden sterk repeterend/structureel van karakter (ongeschreven recht)
Zelfs als er geen geschreven of ongeschreven normen zijn, of zouden moeten zijn, kan de aard van de werkzaamheden er toch toe leiden dat een ongeval niet alledaags is. A-G Lindenbergh heeft op deze situatie uitdrukkelijk gewezen in zijn conclusie bij het hiervoor uitgebreid besproken arrest van 23 juni 2023:50x Parket bij de HR 21 april 2023, ECLI:NL:PHR:2023:454, hoofdstuk 3.10.
‘Van een duidelijke lijn van terughoudendheid in de rechtspraak van Uw Raad bij het aannemen van werkgeversaansprakelijkheid voor schade die is ontstaan door de verwezenlijking van risico’s die men pleegt te kennen uit het dagelijks leven, is echter geen sprake. Evenmin kan gesproken worden van een duidelijk afgebakende categorie. Over de uitkomst van verschillende van de zojuist genoemde zaken valt bovendien te twisten, zoals ook al blijkt uit het feit dat Uw Raad en de dienstdoende A-G in verschillende van deze zaken tot uiteenlopende conclusies zijn gekomen. In dit verband is het bijvoorbeeld van belang dat wat in het algemeen misschien best een aanvaardbaar risico is (uitglijden in een plas, snijden met een mes, uitglijden door ijs of sneeuw), dat in de context van het werk, juist omdat men in dat verband bijvoorbeeld, anders dan normaal, op structurele wijze met dat gevaar wordt geconfronteerd, niet is, zodat wel degelijk van een werkgever kan worden verlangd dat hij maatregelen treft.’
Als er dus sprake is van repeterende of structurele werkzaamheden van activiteiten die normaliter als typisch alledaags genoemd worden, kan dit een reden zijn om extra veiligheidsmaatregelen van de werkgever te verlangen. Als de werkzaamheden tot het dagelijkse werk behoren en veelvuldig moeten worden verricht, ligt het ook minder in de rede om van een HTK-ongeval te spreken. Voor iemand die op het werk dagelijks aan de lopende band pakketten inpakt, zullen andere veiligheidscriteria en instructies gelden dan iemand die thuis af en toe een pakketje (bijvoorbeeld voor een verjaardag) inpakt.
3.9 Stap 4: Kelderluikcriteria geschonden (ongeschreven recht)
Niet alleen bij structurele werkzaamheden kunnen de werkomstandigheden meer vragen dan in een huiselijke zetting, maar ook de toepassing van de Kelderluikcriteria51x HR 5 november 1965, ECLI:NL:HR:1965:AB7079. kunnen er in bepaalde gevallen voor zorgen dat een werkgever voor ogenschijnlijk alledaagse gevaren aangesproken kan worden. Dit is bijvoorbeeld bepaald in een arrest van de Hoge Raad, waarbij de teen van een werknemer klem is komen te zitten onder een van de lepels van een heftruck bij het lossen van tuinmachines.52x HR 5 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3519, m.nt. T. Hartlief (Pelowski/Venrooy Transport & BTS). De Hoge Raad heeft in dat geval het arrest van het gerechtshof vernietigd, door te overwegen dat (r.o. 3.5.2.):
‘Indien de plaats waar de werkzaamheden worden verricht eraan in de weg staat dat de werkgever direct toezicht houdt op de naleving van de door hem gegeven instructies, dient deze zo nodig aanvullende veiligheidsmaatregelen te treffen. Het antwoord op de vraag welke maatregelen de werkgever dient te treffen, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de werkzaamheden, de kans dat zich een ongeval zal voordoen, de ernst die de gevolgen van een ongeval kunnen hebben en de mate van de bezwaarlijkheid van de te nemen veiligheidsmaatregelen.’
Een ongeval waarbij een medewerker van PsyQ is gestruikeld over een aantal kratjes, heeft uiteindelijk tot aansprakelijkheid geleid,53x Gerechtshof Den Haag 15 juni 2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:1057. in tegenstelling tot de medewerker die over een rugtas struikelde tijdens het verplaatsen van vijftig rugtassen op een schoolexcursie.54x Rb. Zeeland, 24 februari 2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:127. Zo is duidelijk dat het enkel vallen, wat alledaags zou kunnen zijn, in twee vergelijkbare gevallen tot heel andere uitkomsten kan leiden. In de zaak van de werknemer van PsyQ liep zij na het ophangen van enkele kerstkaarten terug naar haar bureau, waarbij zij in het looppad van kantoor is gestruikeld over enkele kratten die daar stonden. Volgens het gerechtshof had de werkgever het ongeval eenvoudig kunnen voorkomen (onderdeel van de Kelderluikcriteria) en dus ook moeten voorkomen door instructies te geven niet zomaar kratten op de werkvloer neer te zetten waar rondgelopen kon worden. Hij had op die instructie eenvoudig kunnen toezien. In de zaak van de rugtasjes werd hierover anders geoordeeld. De omstandigheden die hadden geleid tot het struikelen, deden zich in de praktijk slechts zeer sporadisch (één tot twee keer per jaar) voor. Onder deze uitzonderlijke omstandigheden die zich slechts sporadisch voordeden had de Stichting geen onveilige werkomgeving gecreëerd en hoefde van de Stichting redelijkerwijs niet te worden verwacht dat zij nadere instructies c.q. maatregelen zou treffen.
De grens tussen wat als alledaags gevaar moet worden aangemerkt en wat behoort tot de aan de werkzaamheden specifiek verbonden gevaren kan dus erg dun zijn. Het verschil in de uitspraak met de werknemer die over een rugtas struikelde en een werknemer die in het looppad naar haar bureau over een krat struikelde bevestigt dat. Toch lijkt dit verschil te kunnen worden verklaard doordat het gerechtshof Den Haag in de zaak van de val over de krat heeft geoordeeld dat het ongeval eenvoudig had kunnen worden voorkomen door de werkgever.55x Gerechtshof Den Haag 15 juni 2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:1057, r.o. 14. In de zaak van de rugtasjes lijkt het sporadische uitzonderlijke karakter van de omstandigheden, waardoor het ongeval heeft kunnen plaatsvinden, de doorslag te hebben gegeven om tot de conclusie te komen dat sprake is van een alledaags ongeval waarvoor geen verdere instructies en/of veiligheidsmaatregelen nodig waren.
Dat de kelderluikcriteria bij de beoordeling van de aansprakelijkheid van een werkgever een rol spelen, werd al eerder bevestigd door de bovengenoemde uitspraak van de Hoge Raad.56x HR 5 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3519, m.nt. T. Hartlief (Pelowski/Venrooy Transport & BTS). -
4. Aanbevelingen voor de praktijk
In de conclusie van 24 maart 2023 heeft A-G Hartlief geconstateerd dat uit de rechtspraak geen duidelijke afgebakende categorie HTK-ongevallen kon worden afgeleid. Of een werkgever bij een gevaar dat de werknemer ook in zijn normale leven tegenkomt (privé, huiselijke sfeer) daadwerkelijk mag afzien van het treffen van maatregelen in het kader van zijn zorgplicht, omdat hij zou mogen rekenen op de normale oplettendheid en voorzichtigheid, wordt niet enkel bepaald door de alledaagsheid van het gevaar, maar vergt toch een beoordeling daarvan in het licht van de specifieke omstandigheden van het geval. Wat in een privésetting een aanvaardbaar risico is, kan juist in de context van werk geen aanvaardbaar risico meer zijn, bijvoorbeeld omdat het risico in het werk niet incidenteel maar structureel is.57x Parket bij de HR 24 maart 2023, ECLI:NL:PHR:2023:348. De ruime hoeveelheid jurisprudentie die in de jaren is gewezen, geeft een grillig karakter. Toch is na analyse van de diverse uitspraken, wel een zekere lijn te ontdekken, die in de AOW-leidraad is vastgelegd.
Met de introductie van de AOW-leidraad is geprobeerd een richtsnoer en/of beoordelingskader te creëren voor de personenschadepraktijk, waarbij zowel van de zijde van de werknemer als van de zijde van de werkgever, enige mate van voorspelbaarheid van de uitkomst kan worden bereikt. Uiteraard zal de uitkomst (wel of geen aansprakelijkheid) nog steeds sterk afhangen van de specifieke omstandigheden van het geval, maar met de AOW-leidraad zou voorkomen moeten kunnen worden dat (op het eerste gezicht) vergelijkbare ongevallen anders beoordeeld worden.
Noten
-
1 Monitor Arbeidsongevallen 2022, p. 6. In 2022 zijn er 2.418 onderzoeken gestart, ten opzichte van 2.038 in 2021 en 2.051 in 2020.
-
2 De meeste ongevallen per 100.000 banen vonden in 2022 plaats in de sectoren waterbedrijven en afvalbeheer; bouw; landbouw, bosbouw en visserij en in de industrie (Monitor Arbeidsongevallen 2022, p. 3).
-
3 Parket bij de HR 24 maart 2023, ECLI:NL:PHR:2023:348, randnummer 2.34.
-
4 HR 9 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:872 en HR 23 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:966. De werknemer die is gevallen bij het voorbewerken van te spuiten zaken, krijgt zijn schade uiteindelijk vergoed, terwijl een werknemer die zich heeft verstapt bij het afdalen van twee treden, terwijl hij ondertussen een portofoon in een borstzak wil opbergen, met zijn forse schade als gevolg een dwarslaesie blijft zitten.
-
5 Zie bijv. A. Kolder, ‘Over de grenzen van werkgeversaansprakelijkheid’ in: Over de grens?!, Den Haag: Boom juridisch 2023, p. 23 e.v.
-
6 Parket bij de HR 24 maart 2023, ECLI:NL:PHR:2023:348, randnummer 3.19.
-
7 Rb. Gelderland 21 december 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:7059.
-
8 C.C. van Dam, ‘Het zinledige osvo-criterium’, VRA 2001, p. 139 e.v. en A. Kolder, ‘Over de grenzen van werkgeversaansprakelijkheid’ in: A. Kolder, A. Collignon, Roeland de Bruin, Joost Maassen, Edwin Bosch, Bart van der Sloot, Over de grens?!, Den Haag: Boom juridisch 2023, p. 29.
-
9 HR 9 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:872 en Parket bij de HR 24 maart 2023, ECLI:NL:PHR:2023:348; HR 23 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:966 en Parket bij de HR 21 april 2023, ECLI:NL:PHR:2023:454.
-
10 Parket bij de HR 24 maart 2023, ECLI:NL:PHR:2023:348 en Parket bij de HR 21 april 2023, ECLI:NL:PHR:2023:454.
-
11 S.D. Lindenbergh, Arbeidsongevallen en beroepsziekten, Deventer: Wolters Kluwer 2021, nr. 21 en Asser Bijzondere overeenkomsten/G.J.J. Heerma van Voss, Deel 7-V Arbeidsovereenkomst, Deventer: Wolters Kluwer 2020, nr. 251 en Parket bij de HR 21 april 2023, ECLI:NL:PHR:2023:454.
-
12 HR 23 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:966 en Parket bij de HR 21 april 2023, ECLI:NL:PHR:2023:454. Zie ook: A. Kolder 2023, p. 23 e.v.
-
13 Parket bij de HR 21 april 2023, ECLI:NL:PHR:2023:454.
-
14 Het voorlopige karakter van een beschikking in deelgeschil ziet op de mogelijkheid om via een bodemprocedure tussentijds appel in te stellen tegen een deelgeschilbeschikking (art. 1019cc lid 1 en lid 3 Rv).
-
15 Hierbij is overigens de terminologie van ongelukkige samenloop van omstandigheden en huis-tuin-en-keukenongeval enigszins door elkaar gebruikt.
-
16 Rb. Rotterdam 17 november 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:10111.
-
17 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 22 augustus 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:7035.
-
18 Het regende bij een temperatuur van 5° boven nul en het had gesneeuwd. Op de trap naar het vliegtuig en op het platform onder en rondom het toestel lag ijs en slush.
-
19 Rb. Amsterdam 16 januari 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:445.
-
20 Rb. Zeeland-West-Brabant 24 februari 2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:1271.
-
21 Gerechtshof Den Haag 15 juni 2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:1057.
-
22 Rb. Rotterdam 20 augustus 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:8737.
-
23 Gerechtshof Den Haag 6 september 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:2506.
-
24 Rb. Zeeland-West-Brabant 18 augustus 2014, ECLI:NL:RBZWB:2014:5966.
-
25 Rb. Rotterdam 7 juni 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:4346.
-
26 Rb. Amsterdam 2 augustus 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:4091.
-
27 HR 2 maart 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ5834 en HR 11 april 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC9225.
-
28 Opzet of bewuste roekeloosheid wordt niet behandeld in de aanbeveling.
-
29 Zie bijv. gerechtshof ’s-Hertogenbosch 8 december 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:5156.
-
30 HR4 oktober 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE4090.
-
31 R.o. 3.4.
-
32 Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de Arbocatalogus Snijden (Maart 2020), waarin staat beschreven dat de werkgever o.a. persoonlijke beschermingsmiddelen (zoals handschoenen) ter beschikking moet stellen.
-
33 HR 2 maart 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ5834.
-
34 HR 7 december 2007, ECLI:NL:HR:2007:BB5625.
-
35 Gerechtshof Den Haag 20 mei 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:1661.
-
36 Gerechtshof Den Bosch ECLI:NL:GHSHE:2022:1242, bekrachtigd door de HR ECLI:NL:PHR:2023:454.
-
37 Rb. Rotterdam ECLI:NL:RBROT:2021:8737.
-
38 Rb. Rotterdam ECLI:NL: RBROT:2022:10111.
-
39 Rb. Zeeland, 24 februari 2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:1271.
-
40 HR 23 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:966, m.nt T. Hartlief.
-
41 Rb. Amsterdam 16 juli 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:3476.
-
42 Rb. Noord Holland, ECLI:NL:RBNHO:2019:6423. Overigens had Robidus ook niet aannemelijk gemaakt dat de trap waarover de desbetreffende werknemer gevallen was, regelmatig schoongemaakt werd.
-
43 HR 27 april 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ6717.
-
44 HR 13 juli 2007,ECLI:NL:HR:2007:BA7355.
-
45 HR 26 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1747.
-
46 Vgl. HR 13 juli 2007, NJ 2008/464.
-
47 Parket bij de HR 24 april 2015, ECLI:NL:PHR:2015:962.
-
48 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ECLI:NL:GHARL:2017:520.
-
49 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ECLI:NL:GHARL:2023:7035.
-
50 Parket bij de HR 21 april 2023, ECLI:NL:PHR:2023:454, hoofdstuk 3.10.
-
51 HR 5 november 1965, ECLI:NL:HR:1965:AB7079.
-
52 HR 5 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3519, m.nt. T. Hartlief (Pelowski/Venrooy Transport & BTS).
-
53 Gerechtshof Den Haag 15 juni 2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:1057.
-
54 Rb. Zeeland, 24 februari 2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:127.
-
55 Gerechtshof Den Haag 15 juni 2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:1057, r.o. 14.
-
56 HR 5 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3519, m.nt. T. Hartlief (Pelowski/Venrooy Transport & BTS).
-
57 Parket bij de HR 24 maart 2023, ECLI:NL:PHR:2023:348.