-
Werkgeversaansprakelijkheid
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 05-02-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:397 (werknemer/werkgeefster)
Werkgeefster handelt niet onrechtmatig/in strijd met goed werkgeverschap door inschakelen bedrijfsrecherche en verstrekken van informatie over werknemer aan de politie vanwege strafrechtelijk onderzoek. Werkgeefster niet aansprakelijk voor schade die werknemer daardoor lijdt.Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 02-04-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1215 (werknemer/Handels- en Transportbedrijf BV)
Er is voldoende vast komen te staan dat geen sprake is geweest van opzet of bewuste roekeloosheid aan de zijde van werknemer bij het ongeval. Werkgever is zorgplicht niet nagekomen en is aansprakelijk voor de schade.Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 30-04-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1626
Arbeidsrecht. Werkgeversaansprakelijkheid. Bij het leggen van een buis is een werknemer in een gleuf gevallen met ernstig rugletsel tot gevolg. De werkgever is volgens het hof tekortgeschoten in zijn zorgplicht. Het hof stelt de werknemer in de gelegenheid om zijn schadevordering (€ 40.000 aan immateriële schade en primair € 214.475 en subsidiair € 61.301 aan materiële schade) nader te onderbouwen.Rechtbank Den Haag 16-04-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:3830 (werknemer/Zurich insurance public limited company/Vialis B.V.)
Arbeidsrecht. Deelgeschilprocedure. Aansprakelijkheid werkgever op grond van artikel 7:658 BW. Rechtbank oordeelt dat de transitievergoeding als schadebepalende factor bij de schadeafwikkeling dient te worden betrokken, althans als voordeel in mindering dient te worden gebracht op de geleden schade.Rechtbank Gelderland 22-01-2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:215
Ambtenarenrecht. Vrijwillige brandweerman is uitgegleden over opgevroren nevel. De gemeente heeft haar zorgplicht niet geschonden. Eiser heeft in zijn opleiding geleerd om te gaan met extreme weersomstandigheden en gevaarlijke situaties. Van eiser mocht dan ook worden verwacht dat hij zich bewust was van mogelijke gladheid en van het gevaar van uitglijden.Rechtbank Oost-Brabant 14-03-2019
Eiser is slachter en heeft tijdens zijn werk letsel opgelopen aan zijn pink. Hij vordert onder meer immateriële en materiële schadevergoeding wegens schending van de zorgplicht. De kantonrechter oordeelt dat zowel de inlener als de formeel werkgever hoofdelijk aansprakelijk zijn op grond van de Kelderluik-criteria. -
Medische aansprakelijkheid
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 05-02-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:1021 (UMCG/patiënt)
Medische aansprakelijkheid. Een medisch-cosmetische oorreconstructie in het UMCG heeft een teleurstellend resultaat. De patiënt gaat naar een ander ziekenhuis en stelt het UMCG aansprakelijk. Het hof oordeelt dat met het deskundigenbericht het voorshands geleverd geachte bewijs dat de chirurgen niet lege artis zouden hebben gehandeld, is ontzenuwd. Het UMCG is niet aansprakelijk.Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 16-04-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1458
Aansprakelijkheid voor medische hulpzaken (PIP-implantaten). Het hof wenst prejudiciële vragen aan de Hoge Raad voor te leggen over de relevante feiten en omstandigheden naar aanleiding waarvan toerekening aan het ziekenhuis plaatsvindt.Rechtbank Overijssel 20-03-2019, ECLI:NL:RBOVE:2019:994
Gezondheidsrecht. Eiseres vordert schadevergoeding van de Commissie voor Beentumoren, omdat deze een (naar achteraf bleek) onjuist medisch advies aan de behandelend oncoloog had gegeven. De rechtbank wijst de vordering af, omdat niet is komen vast te staan dat de commissie heeft gehandeld in strijd met wat een redelijk handelend en bekwaam beroepsgenoot betaamt -
Overige aansprakelijkheid
Parket bij de Hoge Raad 26-04-2019, ECLI:NL:PHR:2019:450
Conclusie procureur-generaal inzake schietincident Alphen aan den Rijn. De P-G bespreekt het relativiteitsvereiste en het verband tussen de fout en de schade, en komt tot de conclusie dat het oordeel van het hof in stand moet blijven.Parket bij de Hoge Raad 10-05-2019, ECLI:NL:PHR:2019:496
Conclusie advocaat-generaal over de vergoeding van immateriële schade aan bewoners die schade hebben geleden door aardbevingen ten gevolge van gaswinning. Kan dit ook leiden tot aantasting in de persoon van de bewoners?Gerechtshof Amsterdam 16-04-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:1301
Deelgeschil. Eigenaar van een tankstation is niet aansprakelijk voor de schade die een bezoeker opliep tijdens een val op het toilet. Er zijn voldoende maatregelen genomen.Gerechtshof Den Haag 07-05-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:948
Na afloop van een boottocht met een rigid inflatable boat kon appellant niet van zijn stoel af komen wegens inzakkingsfractuurtjes in de ruggenwervel. Appellant vordert een verklaring voor recht dat de eigenaar van de boot aansprakelijk is voor de geleden schade en dat Achmea de te vorderen bedragen betaalt. Het hof wijst de vorderingen af, omdat de omstandigheden vergelijkbaar waren met een sport- en spelsituatie.Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 12-02-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:521
Aansprakelijkheid wegbeheerder. Gemeente is niet aansprakelijk voor de materiële en immateriële schade door een eenzijdig auto-ongeval op een wegdek dat in slechte staat verkeerde, omdat niet is gebleken dat het wegdek op de exacte plaats van het ongeval slipgevaarlijk was of gaten had.Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 19-03-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1032
Appellante vordert een verklaring voor recht dat verzekeraar gehouden is de schade die zij heeft geleden door een kopstaartbotsing met een verzekerde te vergoeden. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank dat de vorderingen van appellante worden afgewezen. De enkele omstandigheid dat de verzekerde achterop de auto van appellante is gebotst, rechtvaardigt geen uitzondering op deze hoofdregel van bewijslastverdeling. Vervolg op PS 2018-0695.Rechtbank Amsterdam 20-12-2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:9119
Deelgeschil. Scooterrijder loopt ernstig en blijvend letsel op na aanrijding met een voetganger die met haar paard liep in het donker, zonder verlichting. Er is geen sprake van overmacht, maar na toepassing van de billijkheidscorrectie wordt de voetganger veroordeeld tot het 100% vergoeden van de schade van de scooterrijderRechtbank Den Haag 29-04-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:4173
Deelgeschil. ASR is als AVP-verzekeraar gehouden de letselschade van een student te vergoeden, die tijdens een introductiefeest bij dansende bewegingen onverwachts besprongen werd door een medestudent en daardoor ten val kwam. Niet is gebleken dat de student toestemming gaf voor de sprong. Het beroep van ASR op een sport- en spelsituatie gaat niet op.Rechtbank Noord-Holland 03-04-2019, ECLI:NL:RBNHO:2019:2269
Eiser stelt zijn letselschaderegelaar aansprakelijk wegens het door eiser laten tekenen van een vaststellingsovereenkomst tegen finale kwijting, terwijl er geen medische eindtoestand in zicht was. De rechtbank wijst de vordering af, omdat de schaderegelaar uitdrukkelijk en meerdere malen heeft gewezen op het risico hiervan.Rechtbank Rotterdam 22-03-2019, ECLI:NL:RBROT:2019:2274
Deelgeschil. Eigen schuld in de zin van artikel 6:101 BW in verband met het niet dragen van een gordel. Bijzondere omstandigheden rechtvaardigen een billijkheidscorrectie in die zin dat verzoekster niet voor de gebruikelijke 25%, maar voor 15% van haar schade aansprakelijk is. -
Schadeberekening
Rechtbank Gelderland 20-02-2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:665
Vaststelling omvang van de schade als gevolg van letsel. Het verzoek om de uitkeringen die eiseres heeft ontvangen in het kader van de arbeidsongeschiktheidsverzekering te verrekenen met de inkomensschade van eiseres wordt afgewezen, omdat het in geval van een sommenverzekering nader moet worden onderbouwd waarom het redelijk is te verrekenen. Allianz heeft deze argumenten onvoldoende aangevoerd. Toewijzing € 10.000 smartengeld. -
Deelgeschilprocedure
Rechtbank Den Haag 22-01-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:871
Deelgeschil. Verzoeker is van achteren aangereden, terwijl hij wachtte voor het stoplicht. Hij verzoekt om vergoeding van buitengerechtelijke kosten en een aanvullend voorschot. De kantonrechter wijst het verzoek af. De buitengerechtelijke kosten doorstaan de dubbele redelijkheidstoets niet en het verzoek om een aanvullend voorschot is niet onderbouwd. -
Varia
Hoge Raad 21-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2386
Overeenkomst tussen verkeersslachtoffer en tussenpersoon met betrekking tot het afhandelen van letselschade. De cliënt kan ten aanzien van de in de overeenkomst neergelegde dubbele beloningsstructuur een beroep doen op dwaling, aldus de rechtbank en het hof. De tussenpersoon bestrijdt in cassatie het oordeel van het hof. De conclusie van de advocaatgeneraal strekt tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad verwerpt het beroep. 2. Hoge Raad 21-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2396 Oud-verkeersvliegers van de KLM hebben in een eerdere procedure een verklaringHoge Raad 22-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:412
Aanvangstijdstip van verjaringstermijn van vorderingsrecht uit hoofde van artikel 6:174 lid 1 BW. In dit geval moet worden aangenomen dat de termijn van twintig jaren begint te lopen zodra de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt, is opgehouden te bestaan.Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 11-12-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:10759
Afwikkeling van een langlopende letselschadezaak. Zelfstandige werkzaam in een boerenbedrijf raakte in 1999 betrokken bij een verkeersongeval en is grotendeels arbeidsongeschikt geraakt. Appellant vordert schadevergoeding voor verschillende schadeposten, waaronder verlies aan verdienvermogen, kosten voor de aanpassing van zijn bedrijf aan zijn arbeidsongeschiktheid, vergoeding wegens secundaire victimisatie en smartengeld. Het hof wijst onder verwijzing naar de Gedragscode Behandeling Letselschade € 10.000 vergoeding toe wegens secundaire vicitimisatie. Het hof laat het oordeel van de rechtbank dat € 15.000 aan smartengeld redelijk en billijk is, in stand.Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 09-04-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:3142
Tussenuitspraak. Partijen verschillen van mening over de vraag of, en zo ja, welke klachten appellant heeft en of er sprake is van een causaal verband tussen de klachten en het ongeval in 2010. Het hof benoemt een deskundige en stelt de vraagstelling vast.Gerechtshof Den Haag 12-02-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:151
Vervolg op PS 2018-0480. Letsel na val met scooter. Na gelasting comparitie van partijen heeft benadeelde geen nadere informatie overgelegd. Hof ziet daarom af van benoeming deskundige. Geïntimeerde heeft zodoende niet aannemelijk gemaakt dat zij als gevolg van het ongeval méér schade heeft geleden dan reeds door verzekeraar is vergoed. Afwijzing vordering. Ook geen terugbetaling voorschot aan verzekeraar (tegenvordering); bewijsaanbod onvoldoende concreet. Compensatie proceskosten.Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 02-04-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1212
Tussenuitspraak. Whiplashzaak met twee ongevallen. Het hof is van oordeel dat een neuropsychologisch onderzoek nodig is en acht het daarnaast van belang dat geïntimeerde zich uitlaat over de door appellant voorgestelde deskundige. Het hof gelast een comparitie van partijen om met partijen de antwoorden op gestelde vragen te bespreken ter bevordering van een efficiënte gang van zaken. Zie ook PS 2019-0563 t/m PS 2019-0565.Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 16-04-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1455
Appellante en geïntimeerde zijn no cure no pay-overeenkomst aangegaan ten behoeve van letselschadezaak. Vordering verklaring voor recht dat appellante recht heeft op een overeengekomen bepaald percentage aan succesfee. Artikel 7:405 BW kan voor de vordering geen (rechts)grond bieden, reeds omdat niet is voldaan aan het daartoe in lid 2 gestelde vereiste dat ‘de hoogte niet door partijen is bepaald’. Vordering afgewezen.Rechtbank Gelderland 15-01-2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:488
Deelgeschil. Letselschade na aanrijding. WAM-verzekeraar verlangt van slachtoffer, mede op grond van artikel 843a Rv, overlegging van (medische) informatie ten behoeve van de totstandkoming van een gezamenlijk medisch deskundigenbericht over de gevolgen van het ongeval. Verzoek wordt afgewezen.Rechtbank Midden-Nederland 06-03-2019
Allianz verzoekt om een nieuw voorlopig deskundigenonderzoek naar psychische klachten van verweerster, omdat een eerder uitgebracht rapport volgens Allianz van onvoldoende kwaliteit is. De rechtbank wijst het verzoek van Allianz af, omdat het eerdere rapport voldoet aan de eisen die hieraan mogen worden gesteld. Het verlangen van een nieuw onderzoek is in strijd met de goede procesorde.
DOI: 10.5553/AP/259034892019001001004
Afwikkeling Personenschade |
|
Actualia | Actualia |
DOI | 10.5553/AP/259034892019001001004 |
Toon PDF Toon volledige grootte Statistiek Citeerwijze |
Dit artikel is keer geraadpleegd. |
Dit artikel is 0 keer gedownload. |
Aanbevolen citeerwijze bij dit artikel
, 'Actualia', Afwikkeling Personenschade 2019-1, p. 13-15
, 'Actualia', Afwikkeling Personenschade 2019-1, p. 13-15